Ontvangen 5 september 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 3.2.2 wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
3a. Het CIZ wijst de verzekerde bij de aanvraag op het recht op cliëntondersteuning, bedoeld in artikel 2.2.4, eerste lid, onder a, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
II
Aan artikel 8.1.1, zesde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De Wlz-uitvoerder wijst de verzekerde of zijn vertegenwoordiger op het recht op cliëntenondersteuning, bedoeld in de vorige volzin.
Indiener acht het van belang dat verzekerden actief worden gewezen op het recht op (onafhankelijke) cliëntondersteuning. Met dit amendement wordt dat op twee plaatsen in het onderliggende wetsvoorstel vastgelegd. Zolang nog geen indicatiebesluit door het CIZ is vastgesteld, hebben verzekerden recht op de cliëntondersteuning, bedoeld in artikel 2.2.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Op grond van dat artikel draagt het college van burgemeester en wethouders er zorg voor dat voor iedere ingezetene van hun gemeenten, cliëntondersteuning beschikbaar is. Dit amendement regelt allereerst dat het CIZ de verzekerde bij diens aanvraag wijst op die beschikbaarheid. Ten tweede wordt geregeld dat de Wlz-uitvoerder de verzekerde wijst op de mogelijkheid tot het verkrijgen van bijstand bij de bespreking met de zorgaanbieder als bedoeld in artikel 8.1.1, eerste en vijfde lid, van het onderliggende wetsvoorstel.
Bergkamp