Ontvangen 13 juni 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt na «de Rijkswet op het Nederlanderschap» ingevoegd «en de Vreemdelingenwet 2000» en wordt na «en» ingevoegd: voor verlening van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, ter verkorting van de termijn voor verlening van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, alsmede.
II
In de beweegreden wordt na «de Rijkswet op het Nederlanderschap» ingevoegd «en de Vreemdelingenwet 2000» en wordt na «verlening van het Nederlanderschap» ingevoegd: en voor verlening van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, ter verkorting van de termijn voor verlening van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
III
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 28, tweede lid, wordt «vijf achtereenvolgende jaren» telkens vervangen door: vier achtereenvolgende jaren.
B
In artikel 34, eerste lid, wordt «vijf achtereenvolgende jaren» vervangen door: zeven achtereenvolgende jaren.
C
In artikel 40 wordt «vijf achtereenvolgende jaren» vervangen door: zeven achtereenvolgende jaren.
IV
Artikel II wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de bestaande tekst wordt «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De in artikel Ia genoemde wijzigingen zijn niet van toepassing op voor de inwerkingtreding van deze Rijkswet gedane aanvragen voor verblijfsvergunningen als bedoeld in de artikelen 28, eerste lid, en 33 van de Vreemdelingenwet 2000.
Indieners vinden het wenselijk dat de termijnen voor het verkrijgen van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd en voor het verkrijgen van het Nederlanderschap gelijk blijven. Dit amendement regelt daarom dat ook de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd na zeven jaar aangevraagd kan worden. Deze termijn bevordert de inburgering en participatie van vreemdelingen. Immers, vreemdelingen die binnen vijf jaar onder meer voldoende inkomsten hebben en het inburgeringsexamen hebben behaald, komen in aanmerking voor de EU-status van langdurig ingezetene. Zij hebben eerder zekerheid over hun toekomst in Nederland dan degenen die een vergunning voor onbepaalde tijd moeten aanvragen.
De indieners vinden het onwenselijk dat de termijn voor de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ook verlengd zou worden naar zeven jaar. Om te voorzien in een evenwichtiger verdeling van de verblijfstermijnen voor bepaalde tijd stellen zij deze vergunning op vier jaar in plaats van vijf jaar.
Van der Staaij Keijzer