Ontvangen 8 juni 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste en tweede onderdeel vervallen.
2. Na het tweede onderdeel wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
2a. Onder vernummering van het vijfde tot en met negende lid tot zesde tot en met tiende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
5. Zij kan de bevestiging weigeren indien de vreemdeling de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt en de persoon, die de verklaring betreft, gevaar oplevert voor de openbare orde, de goede zeden of de veiligheid van het Koninkrijk blijkens een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak waarbij de vreemdeling is veroordeeld tot jeugddetentie met de maximale duur, tenzij volkenrechtelijke verplichtingen zich daartegen verzetten. Indien op het moment van ontvangst van de verklaring ernstige vermoedens bestaan dat de vreemdeling een gevaar oplevert voor de openbare orde, de goede zeden of de veiligheid van het Koninkrijk, houdt zij de beslissing aan totdat de vreemdeling met betrekking tot het ten laste gelegde feit bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak is vrijgesproken, ontslagen van alle rechtsvervolging of veroordeeld tot jeugddetentie met de maximale duur.
3. In het derde onderdeel wordt «het vijfde lid» vervangen door: het zesde lid (nieuw).
4. In het vierde onderdeel wordt «het achtste lid» vervangen door «het negende lid (nieuw)», vervalt «komt in de een-na-laatste volzin «en jegens hem geen vermoedens bestaan als in het vierde lid bedoeld» te vervallen, en» en wordt «vermoeden bestaan als bedoeld in het vierde lid» vervangen door: bezwaar bestaat als bedoeld in het vijfde lid.
5. In het vijfde onderdeel wordt «het achtste lid» vervangen door: het negende lid (nieuw).
II
In artikel I, onderdeel D, wordt in het tweede onderdeel «vijfde lid» vervangen door: zesde lid.
III
Artikel I, onderdeel I, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste onderdeel wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «wordt een volzin» vervangen door: worden twee volzinnen.
b. Voor de punt aan het slot wordt ingevoegd: blijkens een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak waarbij de vreemdeling is veroordeeld tot jeugddetentie met de maximale duur.
c. Er wordt een volzin toegevoegd, luidende: Artikel 6, vijfde lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.
2. Het tweede onderdeel komt te luiden:
2. In het vierde lid wordt na de derde volzin een volzin ingevoegd, luidende: Aan een kind dat ten tijde van het verzoek de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, wordt het Nederlanderschap slechts verleend indien op hem geen van de afwijzingsgronden van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, met inbegrip van het tweede lid van dat artikel, van toepassing is blijkens een onherroepelijke veroordeling tot jeugddetentie met de maximale duur. Artikel 6, vijfde lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.
IV
In artikel I wordt na onderdeel K een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ka
In artikel 23, derde lid, wordt «6 achtste lid» vervangen door: 6 negende lid.
V
In artikel I, onderdeel M, wordt «In artikel 28, derde lid» vervangen door: Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «Artikel 6, derde tot en met zesde lid» vervangen door: Artikel 6, derde tot en met zevende lid.
2. In het derde lid.
Dit amendement regelt dat de openbare ordetoetsing op een andere wijze wordt toegepast bij medenaturalisandi en optanten van twaalf tot zestien jaar. Het uitgangspunt is hierbij dat kinderen van twaalf tot zestien jaar niet op dezelfde wijze worden behandeld als volwassenen en adolescenten vanaf 16 jaar. Hiermee beoogt de indiener ook tegemoet te komen aan de kritiek van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, waarin wordt gesteld dat de noodzaak van dit onderdeel niet aannemelijk is gemaakt. Bovendien stelt de Adviescommissie terecht dat deze regeling disproportioneel uitwerkt aangezien het naturalisatieverzoek van een kind tussen de twaalf en zestien jaar kan worden afgewezen wanneer een misdrijf wordt bestraft met een geldboete of transactie vanaf € 810.
Om deze reden regelt dit amendement dat:
1. een naturalisatieverzoek bij kinderen van twaalf tot zestien jaar kan worden afgewezen, maar dat dit geen automatisme is,
2. een naturalisatieverzoek bij kinderen van twaalf tot zestien jaar kan worden afgewezen indien het kind gevaar oplevert voor de openbare orde, de goede zeden of de veiligheid van het Koninkrijk blijkens een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak waarbij het kind is veroordeeld tot jeugddetentie met de maximale duur van twaalf maanden, en
3. een naturalisatieverzoek wordt aangehouden wanneer er sprake is van een ernstige verdenking, tot het moment dat sprake is van een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak waarbij het kind is vrijgesproken, is ontslagen van alle rechtsvervolging of is veroordeeld tot jeugddetentie met de maximale duur van twaalf maanden.
Voordewind