Kamerstuk 33841-61

Amendement van de leden Otwin van Dijk en van 't Wout ter vervanging van nr. 28 over een meet- en weetplicht voor gemeenten.

Dossier: Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)


79,3 %
20,7 %

PVV

CDA

SGP

GrBvK

GL

VVD

CU

50PLUS

Van Vliet

PvdD

SP

D66

PvdA


Nr. 61 AMENDEMENT VAN DE LEDEN OTWIN VAN DIJK EN VAN ’T WOUT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 281

Ontvangen 16 april 2014

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Aan artikel 2.1.2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. In het plan wordt aangegeven welke resultaten het gemeentebestuur in de door het plan bestreken periode wenst te behalen, welke criteria worden gehanteerd om te meten hoe deze resultaten zijn behaald en welke outcomecriteria worden gehanteerd ten aanzien van aanbieders.

II

Na artikel 2.5.2. wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.5.3

Het college rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad welke resultaten in het betreffende jaar zijn behaald op basis van de in het plan, bedoeld in artikel 2.1.2, zesde lid, gestelde resultaten en hierbij uitgaande van de in het plan aangegeven criteria om resultaten te meten en de ten aanzien van aanbieders gehanteerde outcomecriteria.

Toelichting

Dit amendement regelt een meet-en weetplicht voor gemeenten.

Met dit amendement wordt beoogd om in het op te stellen beleidsplan te borgen dat wordt vastgesteld welke resultaten er gewenst worden te halen, hoe resultaten gemeten worden en welke outcomecriteria gehanteerd zullen worden ten aanzien van aanbieders. Met de term outcomecriteria wordt hierbij gedoeld op een systematische wijze van gebruik van gegevens om de resultaten van een activiteit of instelling in termen van doelrealisatie inzichtelijk te maken. De aanbieders moeten verantwoorde hulp verlenen, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt. Om deze verantwoorde hulp te kunnen verlenen, is het van belang dat gemeenten met aanbieders van maatschappelijke ondersteuning afspraken maken over het hanteren van outcomecriteria. Op deze manier wordt er gestuurd op effectiviteit en kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning naast prijs.

Ook wordt geborgd dat het college, naast de publicatie van cliëntervaringen op grond van artikel 2.5.1, rapporteert aan de gemeenteraad over de mate waarin vooraf gewenste resultaten daadwerkelijk behaald zijn.

O. van Dijk Van ’t Wout