Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2014
Hierbij treft u de nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstuk 33 841, nr. 34) bij het wetvoorstel Wmo 2015 (Kamerstuk 33 841) en een nota van wijziging (Kamerstuk 33 841, nr. 35) bij dit wetsvoorstel aan.
De Vaste Kamercommissie voor VWS heeft mij bij brief (kenmerk 2014Z03297) verzocht de met het wetsvoorstel Wmo 2015 samenhangende concept amvb’s toe te sturen. In de nota naar aanleiding van het verslag heb ik getracht in de antwoorden op de daarop betrekking hebbende vragen zo volledig mogelijk in te gaan op de hoofdlijnen van de verzamel-amvb die op basis van dit wetsvoorstel wordt opgesteld. Ook heb ik daarbij een overzicht geleverd van de delegatiebepalingen die wel en die vooralsnog niet in de amvb zullen worden uitgewerkt. Het is mijn bedoeling de Tweede Kamer rond 1 april 2014 de in voorbereiding zijnde amvb, welke dan op hoofdlijnen gereed zal zijn, ter informatie toe te sturen.
In vervolg daarop zal het deel van de amvb, waarvoor dat is voorgeschreven, officieel bij beide Kamers der Staten Generaal worden voorgehangen. Het is mijn bedoeling de amvb gelijktijdig met het wetsvoorstel Wmo 2015 in het Staatsblad te publiceren.
In de procedurevergadering van 5 maart 2014 heeft uw Kamer de Minister van VWS verzocht om, vanwege de samenhang van de wetsvoorstellen en brieven in het kader van de hervorming van de langdurige zorg, de kritische tijdmomenten te duiden met het oog op de behandeling ervan. Op korte termijn wordt aan dit verzoek voldaan en ontvangt de Tweede Kamer hierover een brief.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn