Ontvangen 11 maart 2014
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel 2.6.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Werkzaamheden die voortkomen uit de verstrekking van een voorziening worden door het college niet aangemerkt als onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet werk en bijstand.
II
Na artikel 6.36 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Indien het bij koninklijke boodschap van 1 februari 2012 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en enige andere wetten gericht op bevordering deelname aan de arbeidsmarkt voor mensen met arbeidsvermogen en harmonisatie van deze regelingen (Invoeringswet Participatiewet, 33 161), tot wet is of wordt verheven en die wet in werking is getreden of treedt, wordt in artikel 2.6.7 van deze wet «Wet werk en bijstand» vervangen door: Participatiewet.
Dit amendement regelt dat de plicht tot het verrichten van maatschappelijke nuttige activiteiten (de zogenaamde tegenprestatie in de bijstand) zoals opgenomen in de Participatiewet nooit kan worden ingezet om professionele zorgtaken in het kader van dit wetsvoorstel over te nemen. Zorg verlenen is een vak. Verdringing van zorgmedewerkers door uitkeringsgerechtigden die verplicht vrijwilligerswerk moeten doen is uit den boze. Het verlenen van zorg dient fatsoenlijk te worden betaald en niet te worden gedegradeerd tot een vak waar mensen voor langere tijd moeten werken zonder loon te ontvangen.
Siderius Van Gerven