Ontvangen 7 maart 2014
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 2.1.2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b komt te luiden:
b. mantelzorgers zoveel als nodig en op basis van maatwerk te ondersteunen bij het verlenen van mantelzorg.
2. Na onderdeel b wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
ba. vrijwilligerswerk te bevorderen en vrijwilligers te ondersteunen bij het verlenen van vrijwilligerswerk.
Dit amendement verheldert in de eerste plaats dat er een onderscheid is tussen mantelzorgers en vrijwilligers en dat beide groepen een andere vorm van ondersteuning nodig hebben. Mantelzorgers hebben vaak geen keus, aangezien de relatie die zij hebben met een cliënt bepalend is voor de hulp die geboden wordt. Bij vrijwilligers gaat het wel om een vrije keuze.
In de tweede plaats brengen de indieners met de formulering tot uitdrukking dat er een grote diversiteit aan ondersteuningsbehoeften bij mantelzorgers kan bestaan en dat het wenselijk is dat het college daar bij het nemen van besluiten of het verrichten van handelingen rekening mee houdt. Tegelijkertijd wordt met de formulering duidelijk dat de gemeente redelijkerwijs mag uitgaan van wat de mantelzorger en diens sociale netwerk zelf kunnen organiseren, al dan niet met gebruikmaking van algemene maatregelen en algemene voorzieningen. Wat redelijkerwijs verwacht kan worden van een mantelzorger of het sociale netwerk, zal van persoon tot persoon verschillen en is mede afhankelijk van de aard van de relatie, en de situatie waarin de cliënt en de mantelzorger zich op dat moment bevinden.
Met de toevoeging dat gemeenten moeten aangeven hoe zij vrijwilligerswerk willen «bevorderen», brengen de indieners tot uitdrukking dat het niet alleen van belang is dat de gemeente beschrijft hoe zij vrijwilligerswerk gaat ondersteunen, maar ook hoe zij vrijwilligerswerk wil bevorderen.
Van der Staaij Otwin van Dijk Dik-Faber