Ontvangen 23 april 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 2.6.1 vervallen het tweede, derde en vierde lid, alsmede de aanduiding «1.» vóór het eerste lid.
In artikel 2.6.1 is geregeld dat colleges met elkaar samenwerken, indien dat voor een doeltreffende en doelmatige uitvoering van de wet nodig is.
In de Memorie van Toelichting van het wetsvoorstel staat al aangegeven dat daar waar de benodigde samenwerking onvoldoende is, het interbestuurlijk toezicht in beginsel voldoende is. De delegatiebepaling van het tweede, derde en vierde lid van het artikel is als stok achter de deur opgenomen.
Naar de mening van de indiener is het onnodig de mogelijkheid van aanvullende voorwaarden aan samenwerking te stellen.
Keijzer