Voorgesteld 20 mei 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er in Nederland politieke overeenstemming is over het maximum van 5% conventionele biobrandstoffen in de energiemix voor vervoer;
overwegende dat Europese richtlijnen op dit moment niet toestaan dat dit maximum ook in nationale regelgeving wordt vastgelegd;
verzoekt de regering, in Brussel te pleiten in de nieuwe richtlijn voor hernieuwbare energie wel de mogelijkheid te bieden op nationaal niveau striktere percentages te hanteren dan op Europees niveau;
verzoekt de regering voorts om, zodra dit mogelijk is, het percentage van maximaal 5 voor conventionele biobrandstoffen in de energiemix voor vervoer wettelijk te verankeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Veldhoven
Van Gerven