Inhoudsopgave:
A. |
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL |
2 |
B. |
BEGROTINGSTOELICHTING |
3 |
1. |
Leeswijzer |
3 |
2. |
Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties |
3 |
3. |
De beleidsartikelen |
6 |
11 – Goed functionerende economie en markten |
6 |
|
12 – Een sterk innovatievermogen |
7 |
|
13 – Een excellent ondernemingsklimaat |
9 |
|
14 – Een doelmatige en duurzame energievoorziening |
11 |
|
16 – Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens |
13 |
|
17 – Groen onderwijs van hoge kwaliteit |
16 |
|
18 – Natuur en regio |
17 |
|
4. |
De niet-beleidsartikelen |
21 |
40 – Apparaat |
21 |
|
41 – Nominaal en Onvoorzien |
22 |
|
5. |
De agentschappen |
22 |
Agentschap NL (AgNL) |
22 |
|
Agentschap Telecom (AT) |
24 |
|
Dienst ICT Uitvoering (DICTU) |
26 |
|
Dienst Landelijk Gebied (DLG) |
27 |
|
Dienst Regelingen (DR) |
30 |
|
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) |
32 |
Wetsartikelen 1 tot en met 4
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2013 wijzigingen aan te brengen in:
a. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken;
b. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit Ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
Deze tweede suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2013. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:
1) De leeswijzer.
2) Overzicht van de belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties.
3) De beleidsartikelen.
Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties opgenomen. De mutaties groter of gelijk aan circa € 3 mln worden onder de tabel toegelicht.
4) De niet-beleidsartikelen.
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn de begrotingsmutaties opgenomen. De mutaties groter of gelijk aan circa € 3 mln worden toegelicht.
5) De agentschapsparagrafen.
In deze tweede suppletoire begroting zijn ook de aanpassingen in de agentschapsparagrafen opgenomen.
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2013 (Najaarsnota)
Art. nr. |
Uitgaven 2013 |
|
---|---|---|
Stand oorspronkelijke vastgestelde begroting 2013 (na Nota van Wijziging) |
5.151.201 |
|
Stand na 1e suppletoire begroting 2013 |
4.990.104 |
|
Mutaties Miljoenennota 2014 |
187.573 |
|
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties: |
||
Innovatiefonds: Innovatiekredieten |
12 |
10.000 |
Innovatiefonds: Vroege fase/ROM’s |
12 |
17.000 |
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) |
13 |
12.000 |
Carbon Capture and Storage (CCS) |
14 |
– 44.200 |
Doorsluis COVA heffing |
14 |
– 10.000 |
Voorziening NVWA |
16 |
18.000 |
Bekostiging Groen Onderwijs |
17 |
14.992 |
Overboeking project Marker Wadden |
18 |
– 15.000 |
Transitie van OPTA naar ACM |
40 |
10.400 |
Overboekingen andere Ministeries |
Div. |
10.765 |
Overige mutaties |
Div. |
– 4.202 |
Stand na 2e suppletoire begroting 2013 |
5.197.432 |
Innovatiefonds: Innovatiekredieten
De terugontvangen middelen op Innovatiekredieten (€ 10 mln) worden opnieuw ingezet voor dit instrument.
Innovatiefonds: Vroege fase/ROM’s
Er wordt € 17 mln beschikbaar gesteld aan Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen voor investeringen in jonge innovatieve ondernemingen.
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
Dit betreft het bijstellen van de raming van de Garantie Ondernemersfinanciering (€ 12 mln) als gevolg van naar verwachting hogere schadebetalingen dan oorspronkelijk geraamd.
Carbon Capture en Storage (CCS)
Vertraging in de uitgaven op het onderdeel Carbon Capture and Storage (CSS) (€ 44,2 mln). Dit betreft met name het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD), omdat de finale investeringsbeslissing nog niet genomen is en het voor 2013 geraamde budget voor bevoorschotting derhalve niet benut kan worden.
Doorsluis COVA heffing
De tariefsverhoging van het COVA is later ingegaan. Dit resulteert in lagere opbrengsten en een lagere doorsluis (€ 10 mln).
Voorziening NVWA
Voor de afkoop van huurcontracten van niet langer benodigde huisvesting heeft NVWA een voorziening op de balans getroffen (totaal € 33 mln). Bij de 2e suppletoire begroting 2012 heeft EZ reeds € 10 mln aan deze voorziening bijgedragen. Bij de onderhavige suppletoire begroting 2013 wordt de voorziening door EZ aangevuld met € 8 mln en door VWS met € 10 mln.
Bekostiging Groen Onderwijs
In de brief van de Minister van Financiën aan de Kamer over de begrotingsafspraken 2014 (TK, 33 750 nr. 19) is aangegeven dat voor 2013 extra middelen beschikbaar worden gesteld voor onderwijskwaliteit en innovatie ten bedrage van € 650 mln. Het aandeel voor het Groen Onderwijs hierin bedraagt € 15 mln. Deze middelen worden beschikbaar gesteld voor Wageningen Universiteit (€ 3 mln), HBO-groen (€ 1,4 mln), MBO-groen (€ 4,8 mln) en VMBO-groen (€ 5,8 mln).
Overboeking project Marker Wadden
Voor het project Marker Wadden wordt € 15 mln budget overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M).
Transitie van OPTA naar ACM
De verhoging van de uitgaven houdt met name verband met de budgettaire verwerking van de desaldering (verhoging van zowel uitgaven als ontvangsten) van totaal € 10,4 mln vanuit de door de markt gefinancierde tarieven in verband met de overgang van het personeel van de OPTA naar de Autoriteit Consument en Markt per 1 april 2013.
Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2013 (Najaarsnota)
Art. nr. |
Ontvangsten 2013 |
|
---|---|---|
Stand oorspronkelijke vastgestelde begroting 2013 (na Nota van Wijziging) |
12.823.952 |
|
Stand na 1e suppletoire begroting 2013 |
17.211.648 |
|
Mutaties Miljoenennota 2014 |
705.139 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
High Trust boetetaakstelling |
11 |
– 10.300 |
Innovatiefonds: Innovatiekredieten |
12 |
10.000 |
Ontvangsten Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen |
12 |
17.000 |
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) |
13 |
12.000 |
Doorsluis COVA heffing |
14 |
– 10.000 |
Ontvangstentaakstelling verkoop gronden |
18 |
– 20.000 |
Transitie van OPTA naar ACM |
40 |
10.400 |
Overige mutaties |
Div. |
– 4.626 |
Stand na 2e suppletoire begroting |
17.921.261 |
High Trust boetetaakstelling
Vanwege lagere ontvangsten uit hoofde van het High Trust boetebeleid wordt de raming op dit onderdeel naar beneden bijgesteld. Dit wordt veroorzaakt doordat het College van Beroep voor het bedrijfsleven in een aantal gevallen de in het verleden opgelegde en reeds ontvangen boetes heeft verlaagd. Hierdoor heeft in 2013 een terugbetaling plaatsgevonden van € 6,1 mln, daarnaast verlopen de (hoger) beroepsprocedures en overeengekomen betalingsregelingen trager dan verwacht.
Innovatiefonds: Innovatiekredieten
De terugontvangen middelen op Innovatiekredieten (€ 10 mln) worden opnieuw ingezet voor dit instrument.
Ontvangsten Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
Vanuit de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij wordt € 17 mln ontvangen en ingezet voor Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen.
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
De geraamde onttrekking (€ 12 mln) aan de interne begrotingsreserve voor de Garantie Ondernemingsfinanciering als gevolg van de verwachting dat dit jaar meer schadebetalingen gerealiseerd zullen worden dan geraamd.
Doorsluis COVA heffing
Lagere ontvangsten vanuit de COVA (€ 10 mln). De tariefsverhoging van het COVA is later ingegaan. Dit resulteert in lagere opbrengsten en een lagere doorsluis.
Ontvangstentaakstelling verkoop gronden
Van de geraamde opbrengsten op het onderdeel «Verkoop (natuur)gronden» van € 35 mln die deel uitmaken van het Regeerakkoord 2010, wordt naar verwachting € 20 mln niet in 2013 gerealiseerd. Dit bedrag zal in latere jaren worden ontvangen.
Transitie van OPTA naar ACM
De verhoging van de ontvangsten houdt met name verband met de budgettaire verwerking van de desaldering (verhoging van zowel uitgaven als ontvangsten) van totaal € 10,4 mln vanuit de door de markt gefinancierde tarieven in verband met de overgang van het personeel van de OPTA naar de Autoriteit Consument en Markt per 1 april 2013.
Budgettaire gevolgen van beleid
11 – Goed functionerende economie en markten |
Stand 0orspronkelijk vastgestelde begroting 2013 (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN |
218.334 |
215.887 |
2.530 |
218.417 |
UITGAVEN |
220.068 |
217.611 |
1.477 |
219.088 |
Waarvan juridisch verplicht |
97% |
97% |
||
Subsidies |
1.700 |
1.700 |
– 903 |
797 |
– Digitalisering regionale radio |
1.700 |
1.700 |
– 903 |
797 |
Opdrachten |
12.897 |
8.215 |
415 |
8.630 |
– Onderzoek en Opdrachten |
2.816 |
2.298 |
2.249 |
4.547 |
– PIANOo/TenderNed |
5.851 |
1.912 |
– 384 |
1.528 |
– Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid |
4.230 |
4.005 |
– 1.450 |
2.555 |
Bijdragen aan agentschappen |
11.116 |
13.588 |
1.315 |
14.903 |
– Agentschap Telecom |
11.116 |
11.172 |
– 249 |
10.923 |
– Agentschap DICTU |
2.416 |
1.050 |
3.466 |
|
– Agentschap NL |
514 |
514 |
||
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
190.463 |
189.624 |
886 |
190.510 |
– Metrologie |
14.337 |
14.456 |
504 |
14.960 |
– Raad voor Accreditatie |
213 |
215 |
– 35 |
180 |
– ACM (NMa/OPTA) |
3.135 |
1.327 |
117 |
1.444 |
– CBS |
172.778 |
173.626 |
300 |
173.926 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
3.892 |
4.484 |
– 236 |
4.248 |
– Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) |
1.136 |
1.148 |
– 98 |
1.050 |
– Internationale organisaties |
2.696 |
3.276 |
– 78 |
3.198 |
– Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden |
60 |
60 |
– 60 |
|
ONTVANGSTEN |
52.265 |
3.856.411 |
– 9.308 |
3.847.103 |
– Ontvangsten ACM |
||||
– High Trust |
31.300 |
31.300 |
– 10.300 |
21.000 |
– Diverse ontvangsten |
20.965 |
3.825.111 |
992 |
3.826.103 |
Toelichting op de verplichtingen
De verhoging van de verplichtingen hangt samen met de verhoging van het uitgavenbudget. Het betreft een verhoging voor het onderdeel opdrachten (€ 2,2 mln) als gevolg van een ontvangen bijdrage van de departementen BZK en V&J voor het project Cybersecurity 2013. De uitgavenraming bij het onderdeel opdrachten wordt om dezelfde reden verhoogd.
Toelichting op de ontvangsten
Vanwege lagere ontvangsten uit hoofde van het High Trust boetebeleid wordt de raming op dit onderdeel naar beneden bijgesteld. Dit wordt veroorzaakt doordat het College van Beroep voor het bedrijfsleven in een aantal gevallen de in het verleden opgelegde en reeds ontvangen boetes heeft verlaagd. Hierdoor heeft in 2013 een terugbetaling plaatsgevonden van € 6,1 mln, daarnaast verlopen de (hoger) beroepsprocedures en overeengekomen betalingsregelingen trager dan verwacht.
Budgettaire gevolgen van beleid
12 – Een sterk innovatievermogen |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013 (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN |
607.730 |
745.954 |
147.418 |
893.372 |
UITGAVEN |
795.764 |
818.101 |
77.186 |
895.287 |
Waarvan juridisch verplicht |
92% |
90% |
||
Leningen |
88.996 |
90.496 |
101.105 |
191.605 |
– Innovatiefonds: innovatiekrediet |
65.335 |
65.835 |
9.075 |
74.914 |
– Innovatiefonds: SEED |
23.661 |
15.561 |
30 |
15.591 |
– Innovatiefonds: Fund of funds |
9.100 |
9.100 |
||
– Innovatiefonds: vroege fase/ informal investors/ROM’s |
92.000 |
92.000 |
||
Subsidies |
81.343 |
84.076 |
3.359 |
87.435 |
– Innovatie Prestatie Contracten |
31.498 |
33.198 |
– 14.979 |
18.219 |
– Eurostars |
8.638 |
6.738 |
6.738 |
|
– Lucht- en Ruimtevaart |
17.789 |
16.035 |
2.270 |
18.305 |
– Overig |
23.418 |
28.105 |
16.068 |
44.173 |
Opdrachten |
2.856 |
4.020 |
– 1.634 |
2.386 |
– Onderzoek en opdrachten |
2.856 |
4.020 |
– 1.634 |
2.386 |
Bijdragen aan agentschappen |
72.653 |
73.594 |
– 5.123 |
68.471 |
– Agentschap NL |
72.512 |
73.453 |
– 5.229 |
68.224 |
– Agentschap Telecom |
141 |
141 |
106 |
247 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
136.287 |
140.799 |
14.857 |
155.656 |
– TNO |
136.287 |
140.799 |
14.857 |
155.656 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
413.629 |
425.116 |
– 35.378 |
389.734 |
– Toeslag Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI-toeslag) |
77.100 |
77.100 |
– 44.764 |
32.336 |
– Grote Technologische Instituten (GTI’s) |
40.009 |
40.212 |
14.579 |
54.791 |
– Topsectoren overig |
218.331 |
213.357 |
– 24.040 |
189.317 |
– Syntens |
19.884 |
19.884 |
39 |
19.919 |
– Ruimtevaart (ESA) |
57.058 |
73.495 |
19.348 |
92.843 |
– Overig (inclusief onderzoeksprojecten) |
1.247 |
1.068 |
– 540 |
528 |
ONTVANGSTEN |
45.782 |
47.653 |
36.916 |
84.569 |
– Luchtvaartkredietregeling |
382 |
382 |
1.300 |
1.682 |
– Technische Ontwikkelings- projecten (TOP) |
5.000 |
5.000 |
– 3.800 |
1.200 |
– Rijksoctrooiwet |
31.212 |
31.212 |
31.212 |
|
– Innovatiekredieten |
5.544 |
5.544 |
10.000 |
15.544 |
– Ontvangsten Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen |
17.000 |
17.000 |
||
– Eurostars |
2.056 |
2.056 |
2.056 |
|
– Diverse ontvangsten |
1.588 |
3.459 |
12.416 |
15.875 |
Toelichting op de verplichtingen
De verhoging van de verplichtingen (€ 147,4 mln) hangt met name samen met:
– De terugontvangsten uit de Innovatiekredieten (€ 10 mln) worden opnieuw ingezet voor dit instrument.
– Verhoging van totaal € 92 mln voor «innovatiefonds: vroege fase/informal investors/ROM’s». Voor vroege fase financiering en investeringen van informal investors is € 75 mln beschikbaar gesteld. Dit instrument is bedoeld voor innovatieve startende bedrijven en het bestaande ambitieuze MKB dat wil innoveren en doorgroeien. Hiernaast wordt € 17 mln beschikbaar gesteld aan Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) voor investeringen in jonge innovatieve ondernemingen.
– Ten behoeve van het onderzoeksproject Thermoplastic Affordable Primary Aircracft Structures (Lucht- en Ruimtevaart) draagt EZ € 9,5 mln bij.
– De vaste bijdrage voor Ruimtevaart ten behoeve van ESA-General budget en Kourou (€ 13,5 mln)
– De temporisatie ten behoeve van de Eurekaclusters (Topsectoren overig) ad € 9,1 mln.
Toelichting op de uitgaven
Toelichting op de leningen
De uitgaven op het onderdeel leningen worden verhoogd met € 101 mln. Deze verhoging betreft:
– De terugontvangen Innovatiekredieten (€ 10 mln) die opnieuw worden ingezet voor dit instrument.
– Voor vroege fase financiering en investeringen van informal investors is € 75 mln beschikbaar gesteld. Dit instrument is bedoeld voor innovatieve startende bedrijven en het bestaande ambitieuze MKB dat wil innoveren en doorgroeien. Hiernaast wordt € 17 mln beschikbaar gesteld aan Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen voor investeringen in jonge innovatieve ondernemingen.
Toelichting op de subsidies
De verhoging van de uitgaven voor het onderdeel subsidies (€ 3,4 mln) wordt met name veroorzaakt door:
– De uitfinanciering van reeds aangegane verplichtingen voor Lucht- en Ruimtevaart (€ 1,3 mln).
– De bijdrage aan het onderzoeksproject Thermoplastic Affordable Primary Aircracft Structures (Lucht- en Ruimtevaart € 1 mln).
Toelichting op de bijdragen aan agentschappen
De lagere uitgaven (€ 5,1 mln) hebben met name betrekking op de herverdeling van het bijdragebudget voor Agentschap NL naar beleidsartikel 13.
Toelichting op de bijdragen aan ZBO's/RWT's
De uitgavenraming voor TNO wordt verhoogd met € 14,9 mln vanwege:
– De omzetting van contractonderzoek naar Publiek Private Samenwerking in 2013 is erg bewerkelijk gebleken en daarmee niet meer doelmatig. Daarom wordt vanuit de TKI-toeslag budget overgeboekt (€ 2,6 mln) naar de bijdrage aan TNO om hiermee bij te dragen aan de onderzoekslijnen zoals de Topconsortia voor Kennis en Innovatie deze hebben afgesproken.
– Hiernaast wordt de bevoorschotting aan TNO beperkt versneld (€ 11 mln), zodat TNO begin 2014 over voldoende liquiditeiten kan beschikken.
Toelichting op de bijdragen aan (inter)nationale organisaties
De lagere uitgaven (€ 35,4 mln) worden met name veroorzaakt door:
– Lagere uifinanciering op aangegane verplichtingen voor de Toeslag Topconsortia voor Kennis en Innovatie (€ 44,8 mln). Deze middelen worden met name ingezet voor de MKB Innovatiestimulering Topsectoren (€ 5 mln), invaren van de Technologische Topinstituten bij de TO2-instituten (€ 6 mln), de toegezegde subsidie voor de ombouw productielijn Nedcar (€ 2,6 mln), als dekking voor diverse problematiek op de EZ-begroting (€ 18 mln), ICT-doorbraakprojecten (€ 1,5 mln), werkbudgetten topsectoren (€ 2,7 mln) en de financiering van de TO2 instituten ten behoeve van de onderzoekslijnen zoals de Topconsortia voor Kennis en Innovatie die hebben afgesproken (€ 5 mln) maar zijn in latere jaren alsnog benodigd.
– Hogere uitgaven voor de Grote Technologische Instituten. Dit betreft met name de huisvesting van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (€ 13,5 mln).
– De lagere uitgaven op Topsectoren overig is met name het gevolg van lagere uitfinanciering op eerder aangegane verplichtingen voor oude FES-programma’s (zoals BE-BASIC, COMMIT en TIFN van in totaal € 19,1 mln.
– De vaste bijdrage voor Ruimtevaart ten behoeve van ESA-General budget en Kourou (€ 13,5 mln) en de uitfinanciering van reeds aangegane verplichtingen (€ 5,8 mln).
Toelichting op de ontvangsten
De hogere ontvangsten (€ 36,9 mln) hangen samen met:
– De raming van de ontvangsten op Technische Ontwikkelingsprojecten (TOP) wordt verlaagd (€ 3,8 mln). Deze ontvangsten zijn afhankelijk van het commerciële succes van in het verleden gegeven bijdragen en daardoor lastig in te schatten.
– De terugontvangen middelen op Innovatiekredieten (€ 10 mln) worden opnieuw ingezet voor dit instrument.
– Vanuit de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij wordt € 17 mln ontvangen en ingezet voor Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen.
– De raming van Diverse ontvangsten wordt verhoogd met € 12,4 mln, de belangrijkste reden hiervoor is het terugontvangen van uitvoeringskosten van Agentschap NL inzake de opdracht voor 2012 (€ 9 mln) en het terugontvangen van afgerekende voorschotten op subsidieregelingen (€ 3,4 mln).
Budgettaire gevolgen van beleid
13 – Een excellent ondernemingsklimaat |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013 (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN |
2.591.009 |
2.600.464 |
56.854 |
2.657.318 |
Waarvan garantieverplichtingen |
2.384.011 |
2.384.011 |
2.384.011 |
|
UITGAVEN |
379.101 |
346.591 |
119.663 |
466.254 |
Waarvan juridisch verplicht |
91% |
97% |
||
Garanties |
129.211 |
97.459 |
41.459 |
138.918 |
– BMKB |
65.541 |
65.541 |
29.459 |
95.000 |
– Groeifinancieringsfacilitieit |
9.281 |
9.281 |
9.281 |
|
– Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) |
44.752 |
13.000 |
12.000 |
25.000 |
– Borgstelling Scheepsnieuwbouw |
9.637 |
9.637 |
9.637 |
|
Subsidies |
29.755 |
29.755 |
49.393 |
79.148 |
– Bevorderen ondernemerschap |
1.139 |
1.139 |
7.379 |
8.518 |
– Biobased Economy |
5.710 |
5.210 |
2.316 |
7.526 |
– Uitfinanciering subsidies |
22.906 |
23.406 |
39.698 |
63.104 |
Opdrachten |
25.969 |
25.038 |
1.682 |
26.720 |
– Onderzoek & ontwikkeling |
351 |
351 |
3.800 |
4.151 |
– ICT-beleid |
20.852 |
19.921 |
– 23 |
19.898 |
– Beleidsvoorbereiding en evaluaties |
2.436 |
2.436 |
– 995 |
1.441 |
– Regiegroep Regeldruk/ACTAL |
2.330 |
2.330 |
– 1.100 |
1.230 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
18.922 |
21.084 |
2.231 |
23.315 |
– NBTC |
13.329 |
13.520 |
16 |
13.536 |
– UNWTO |
233 |
233 |
233 |
|
– Bijdragen aan instituten |
5.360 |
7.331 |
2.215 |
9.546 |
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s |
150.577 |
147.229 |
6.777 |
154.006 |
– Kamers van Koophandel / Ondernemerspleinen |
150.577 |
147.229 |
6.777 |
154.006 |
Bijdragen aan agentschappen |
24.667 |
26.026 |
18.121 |
44.147 |
– Agentschap NL |
22.467 |
23.826 |
4.417 |
28.243 |
– Logius |
2.200 |
2.200 |
5.004 |
7.204 |
– DICTU |
8.150 |
8.150 |
||
– Dienst Regelingen |
550 |
550 |
||
ONTVANGSTEN |
92.599 |
60.847 |
8.770 |
69.617 |
– BMKB |
25.230 |
25.230 |
– 3.230 |
22.000 |
– Groeifinancieringsfaciliteit |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
|
– Garantie Ondernemingsfinanciering |
46.000 |
14.248 |
12.000 |
26.248 |
– Borgstelling Scheepsnieuwbouw |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
|
– Joint Strike Fighter |
1.847 |
1.847 |
1.847 |
|
– Diverse ontvangsten |
1.522 |
1.522 |
1.522 |
Toelichting op de verplichtingen
De verhoging van de raming van de verplichtingen met € 56,9 mln bestaat met name uit de toevoeging van een stimuleringspakket op het terrein van kredietverlening aan ondernemers. Dit stimuleringspakket bevat onder meer € 30 mln aanvullende kapitaalverstrekking aan stichting Qredits (Microkrediet), ondersteuning bij de oprichting van een Nederlandse Investeringsinstelling en een Nationale hypotheekinstelling (€ 10 mln) en flankerend beleid en ondersteuning van alternatieve financieringsvormen (€ 5 mln). Daarnaast worden de verplichtingen verhoogd voor de bijdrage in de algemene kosten voor de agentschappen DICTU, Agentschap NL en Dienst Regelingen (€ 10 mln).
Toelichting op de uitgaven
Toelichting op de garanties
De uitgaven voor het onderdeel garanties worden met € 41,5 mln verhoogd.
Dit betreft het bijstellen van de raming van de BMKB (€ 29,5 mln) en Garantie Ondernemersfinanciering (€ 12 mln) als gevolg van naar verwachting hogere schadebetalingen dan oorspronkelijk geraamd.
Toelichting op de subsidies
De hogere uitgaven (€ 49,4 mln) hebben met name betrekking op het toevoegen van het stimuleringspakket (€ 45 mln) zoals toegelicht onder de verplichtingen en de uitfinanciering van reeds aangegane verplichtingen (€ 4,4 mln).
Toelichting op bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
De hogere uitgaven voor de Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen (€ 6,8 mln) hangt samen met de implementatie van Standard Business Reporting die duurder uitvalt dan geraamd (€ 1,3 mln), een bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor bronkopie Nieuw Handelsregister (€ 1,5 mln) en wordt de bevoorschotting beperkt versneld (€ 4 mln), zodat de Kamers van Koophandel begin 2014 over voldoende liquiditeiten kunnen beschikken.
Toelichting op de bijdragen aan agentschappen
Agentschap NL (AgNL)
De bijdrage aan AgNL wordt verhoogd met € 4,4 mln. Dit betreft met name de herverdeling van het budget met artikel 12 voor de bijdrage aan Agentschap NL (€ 2,4 mln) en de bijdrage ten behoeve van de omstelkosten voor het financieel systeem Oracle EBS (E-Business Suite) ad € 2 mln.
Logius
Dit betreft de uitfinanciering op reeds aangegane verplichtingen van agentschap Logius (€ 5 mln).
DICTU
De bijdrage aan DICTU wordt verhoogd met € 8 mln. Het betreft het aandeel van AgNL in de algemene kosten van DICTU (€ 5 mln) en de infrastructuur kosten van DR (€ 3 mln).
Toelichting op de ontvangsten
De hogere ontvangsten (€ 8,8 mln) worden veroorzaakt door:
– Lagere benutting van de regeling BMKB waardoor minder premie ontvangsten (€ 3,2 mln) worden gerealiseerd.
– De geraamde onttrekking (€ 12 mln) aan de interne begrotingsreserve voor de Garantie Ondernemingsfinanciering als gevolg van de verwachting dat dit jaar meer schadebetalingen gerealiseerd zullen worden dan geraamd.
Budgettaire gevolgen van beleid
14 – Een doelmatige en duurzame energievoorziening |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013 (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN |
2.014.164 |
3.470.423 |
25.888 |
3.496.311 |
Waarvan garantieverplichtingen |
43.350 |
43.350 |
||
UITGAVEN |
1.330.815 |
1.307.273 |
– 47.331 |
1.259.942 |
Waarvan juridisch verplicht |
95% |
95% |
||
Subsidies |
1.086.731 |
1.080.813 |
– 44.729 |
1.036.084 |
– Topsectoren Energie (14.3) |
23.848 |
39.894 |
– 3.183 |
36.711 |
– Energie-innovatie (IA) (14.3) |
31.658 |
31.658 |
11.150 |
42.808 |
– Green Deal (14.3) |
25.000 |
23.625 |
– 21.541 |
2.084 |
– MEP (14.3) |
555.000 |
528.000 |
528.000 |
|
– SDE (14.3) |
244.858 |
268.372 |
17.000 |
285.372 |
– SDE+ (14.3) |
100.000 |
79.040 |
79.040 |
|
– CCS (14.3) |
49.400 |
49.400 |
– 44.200 |
5.200 |
– Hoge Flux Reactor (14.3) |
7.250 |
7.250 |
7.250 |
|
– Aanschafsubsidie zonnepanelen (14.3) |
30.000 |
29.332 |
468 |
29.800 |
– Elektrisch rijden (14.3) |
4.123 |
4.123 |
– 1.848 |
2.275 |
– Caribisch Nederland |
4.325 |
4.325 |
||
– Overige subsidies (14.3) |
15.594 |
20.119 |
– 6.900 |
13.219 |
Garanties |
515 |
515 |
||
– Geothermie |
515 |
515 |
||
Opdrachten |
57.980 |
32.919 |
2.056 |
34.975 |
– O&O bodembeheer (14.2) |
296 |
296 |
2.774 |
3.070 |
– Joint implementation (14.3) |
33.651 |
7.214 |
1.741 |
8.955 |
– Straling (14.3) |
9.517 |
11.043 |
718 |
11.761 |
– Pallas (14.3) |
10.100 |
10.100 |
– 2.600 |
7.500 |
– Onderzoek en opdrachten (14.3) |
4.416 |
4.266 |
– 577 |
3.689 |
Bijdragen aan agentschappen |
37.018 |
43.852 |
3.068 |
46.920 |
– Agentschap NL |
36.326 |
39.634 |
381 |
40.015 |
– NVWA |
692 |
694 |
1 |
695 |
– Kernfysische Dienst |
3.524 |
2.686 |
6.210 |
|
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
113.100 |
113.100 |
– 8.800 |
104.300 |
– Doorsluis COVA heffing (14.2) |
111.000 |
111.000 |
– 10.000 |
101.000 |
– TNO bodembeheer (14.2) |
2.100 |
2.100 |
1.200 |
3.300 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
35.986 |
36.589 |
559 |
37.148 |
– ECN/NRG (14.3) |
34.981 |
35.266 |
710 |
35.976 |
– Diverse instituten (14.2) |
1.005 |
1.323 |
– 151 |
1.172 |
ONTVANGSTEN |
12.212.911 |
12.812.911 |
648.386 |
13.461.297 |
– COVA |
111.000 |
111.000 |
– 10.000 |
101.000 |
– SDE+ |
100.000 |
100.000 |
100.000 |
|
– Aardgasbaten |
12.000.000 |
12.600.000 |
650.000 |
13.250.000 |
– Ontvangsten zoutwinning |
1.761 |
1.761 |
612 |
2.373 |
– Diverse ontvangsten |
150 |
150 |
7.774 |
7.924 |
Toelichting op de verplichtingen
De hogere verplichtingen (€ 25,9 mln) houden met name verband met:
– Een lening ten behoeve van het Pallas-project, de voorziene opvolger van de Hoge Flux Reactor te Petten (€ 29,9 mln). De verplichting wordt in 2013 vastgelegd. Daartoe wordt verplichtingenruimte van 2014 naar voren gehaald.
– De verlaging bij Voorjaarsnota 2013 van de kas- en verplichtingenraming van het budget voor «Joint Implementation» met € 26 mln om deze in overeenstemming te brengen met de verwachte financieringsbehoefte voor 2013 dient te worden aangepast. Omdat de verplichtingen al vóór 2013 waren vastgelegd is er in 2013 uit hoofde van deze aanpassing alleen een kaseffect. De verplichtingraming dient ter correctie derhalve met € 26 mln te worden verhoogd.
Toelichting op de uitgaven
Toelichting op de subsidies
De lagere uitgaven (€ 44,7 mln) worden met name veroorzaakt door:
– Een hogere uitgavenraming als gevolg van een groot aantal vertraagde energie innovatie projecten uit het verleden in het kader van de Innovatie Agenda Energie (IA) die naar verwachting dit jaar tot uitbetaling komen (€ 11,2 mln).
– Het bijstellen van de raming van de Green Deal omdat in 2013 € 6,4 mln wordt overgeheveld naar Gemeente- en Provinciefonds (dit veroorzaakt een verlaging van de begrotingsstand) en daarnaast is de verwachting dat de kasuitgaven voor (in het verleden) aangegane verplichtingen lager ligt dan oorspronkelijk geraamd.
– Hogere uitgavenraming voor de SDE. Dit is het saldo van een, per saldo neutrale, kasschuif waarin de raming voor 2013 is verhoogd met € 23 mln en een verlaging van de raming met € 6 mln vanwege een meevaller bij de afrekening in 2013 van de in 2012 geproduceerde energie. Deze meevaller is het gevolg van gunstigere gemiddelde energieprijzen in 2012 dan waar bij het opstellen van de ramingen mee was gerekend.
– Lagere uitgavenraming op het onderdeel Carbon Capture and Storage (CSS) (€ 44,2 mln). Dit betreft met name het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD), omdat de finale investeringsbeslissing nog niet genomen is en het voor 2013 geraamde budget voor bevoorschotting derhalve niet benut kan worden.
– Lagere uitgaven voor overige subsidies, dit betreft name een overboeking (€ 4,3 mln) naar het budget voor Caribisch Nederland voor een financiële bijdrage aan Water en Energiebedrijf Bonaire (WEB). Dit om in de overgangsfase naar een nieuw regulerend kader de noodzakelijke tariefsverhoging voor elektriciteit tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau te beperken.
Toelichting op de bijdragen aan agentschappen
De hogere uitgaven hebben met name betrekking op de bijdrage aan de Kernfysische Dienst (KFD)
(€ 2,7 mln). Voor de uitvoering van nucleaire activiteiten en crisismanagement door de KFD is budget overgeheveld door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) naar het Ministerie van Economische Zaken. Dit betreft de tweede tranche. De eerste tranche is verwerkt bij 1e suppletoire begroting 2013.
Toelichting op de bijdragen aan ZBO's/RWT's
De verhoging van de voorraadheffing van COVA op basis van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012 is later ingegaan dan oorspronkelijk verwacht. Dit resulteert in lagere opbrengsten en een lagere doorsluis van de COVA-heffing (€ 10 mln).
Toelichting op de ontvangsten
De hogere ontvangsten (€ 648,4 mln) houden met name verband met:
– Bijstelling van de raming van de aardgasbaten gebaseerd op het meest recente scenario van het
Centraal Plan Bureau uit de Macro Economische Verkenning (€ 650 mln).
– Lagere ontvangsten vanuit de COVA (€ 10 mln). Zie de toelichting bij de verplichtingen.
– Een afrekening van Agentschap NL uit hoofde van uitvoeringskosten 2012 (€ 7,8 mln).
Budgettaire gevolgen van beleid
16 – Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013 (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN |
650.762 |
706.421 |
54.937 |
761.358 |
Waarvan garantieverplichtingen |
138.000 |
138.000 |
– 3.000 |
135.000 |
UITGAVEN |
529.610 |
584.953 |
90.919 |
675.872 |
Waarvan juridisch verplicht |
87% |
94% |
||
Subsidies |
59.579 |
64.960 |
10.124 |
75.084 |
– Agrarisch ondernemerschap (16.1) |
5.088 |
7.674 |
1.335 |
9.009 |
– Duurzame veehouderij (16.1) |
5.584 |
13.899 |
4.850 |
18.549 |
– Mestbeleid (16.1) |
2.050 |
2.050 |
– 200 |
1.850 |
– Plantaardige productie (16.1) |
16.866 |
15.343 |
2.800 |
18.143 |
– Agrarische innovatie en overig (16.1) |
9.601 |
5.726 |
– 1.626 |
4.100 |
– Visserij (16.1) |
5.991 |
5.991 |
2.800 |
8.791 |
– Dierenwelzijn productiedieren en gezelschapsdieren (16.3) |
2.130 |
2.008 |
365 |
2.373 |
– Apurement (16.5) |
12.269 |
12.269 |
12.269 |
|
Garanties |
12.000 |
12.000 |
15.000 |
27.000 |
– Bijdrage begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit (16.1) |
2.000 |
2.000 |
1.000 |
3.000 |
– Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit (16.1) |
10.000 |
10.000 |
14.000 |
24.000 |
Opdrachten |
147.909 |
152.943 |
609 |
153.552 |
– Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij (16.1) |
24.020 |
28.306 |
– 1.638 |
26.688 |
– Borgen voedselveiligheid- en kwaliteit(16.2) |
8.437 |
8.538 |
– 550 |
7.988 |
– Plant- en diergezondheid (16.3) |
19.492 |
17.385 |
– 2.989 |
14.396 |
– Kennisontwikkeling en innovatie (16.4) |
93.887 |
98.998 |
1.496 |
100.494 |
– Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid (16.5) |
2.073 |
3.646 |
360 |
4.006 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
106.470 |
107.032 |
12.534 |
119.566 |
– Medebewind productschappen (16.5) |
13.501 |
13.501 |
9.584 |
23.085 |
– Dienst Landbouwkundig Onderzoek (16.4) |
91.119 |
91.681 |
2.028 |
93.709 |
– ZonMW/dierproeven |
1.850 |
1.850 |
– 1.850 |
|
– Commissie Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (16.3) |
0 |
0 |
2.772 |
2.772 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
4.200 |
3.800 |
2.000 |
5.800 |
– Diergezondheidsfonds |
4.200 |
3.800 |
2.000 |
5.800 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
7.915 |
8.038 |
– 156 |
7.882 |
– UNEP, FAO en overige contributies |
7.915 |
8.038 |
– 156 |
7.882 |
Bijdragen aan agentschappen |
191.537 |
236.180 |
50.808 |
286.988 |
– NVWA |
94.007 |
119.200 |
24.912 |
144.112 |
– Dienst Regelingen |
84.281 |
102.586 |
11.770 |
114.356 |
– Agentschap NL |
4.010 |
5.796 |
14.062 |
19.858 |
– Dienst Landelijk Gebied |
221 |
222 |
222 |
|
– Rijksrederij |
9.018 |
8.376 |
64 |
8.440 |
ONTVANGSTEN |
291.579 |
296.529 |
41.118 |
337.647 |
– Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij (16.1) |
21.081 |
24.081 |
30.684 |
54.765 |
– Borgen voedselveiligheid- en kwaliteit(16.2) |
430 |
430 |
– 5 |
425 |
– Plant- en diergezondheid (16.3) |
500 |
500 |
1.900 |
2.400 |
– Kennisontwikkeling en innovatie (16.4) |
10.884 |
12.461 |
7.921 |
20.382 |
– Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid (16.5) |
258.684 |
259.057 |
618 |
259.675 |
Toelichting op de verplichtingen
De verhoging van het verplichtingenbudget hangt grotendeels samen met de verhoging van de uitgaven behoudens de onttrekkingen uit de begrotingsreserves. Deze hebben alleen betrekking op de uitgaven.
Toelichting op de uitgaven
Toelichting op de subsidies
De uitgaven voor het onderdeel subsidies worden verhoogd met totaal € 10,1 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door:
– De verhoging op het onderdeel «Duurzame veehouderij» (€ 4,9 mln) houdt voor € 4,5 mln verband met uitfinanciering van de investeringsregeling duurzame stallen, de investeringssregeling luchtwassers en de regeling fijnstofmaatregelen. Hiervan wordt € 3,9 mln gecompenseerd vanuit de begrotingsreserve landbouw.
– De verhoging op het onderdeel «Plantaardige productie» (€ 2,8 mln) ten behoeve van de uitfinanciering van de regeling Marktintroductie Energie Innovaties. Compensatie vindt plaats vanuit de interne begrotingsreserve landbouw
– Hogere uitgaven op het onderdeel «Visserij» (€ 2,8 mln) voor uitgaven op grond van uitfinanciering van projecten in het kader van het Europees Visserijfonds (EVF). Compensatie vindt plaats vanuit de interne begrotingsreserve visserij € 1,5 mln en uit extra inkomsten uit verhuur mosselen oesterpercelen en visaktes ad € 1,3 mln.
Toelichting op de garanties
De garanties worden verhoogd met totaal € 15 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door de verhoging op het onderdeel «Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit» met € 14 mln. Als compensatie voor deze hogere uitgaven wordt een bedrag van € 12,2 mln onttrokken aan de interne begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit. Daarnaast vindt compensatie plaats voor € 1,8 mln uit van banken ontvangen provisies voor agrarische schadeverzekeringen.
Toelichting op de bijdragen aan ZBO's/RWT's
De bijdragen aan ZBO’s/RWT’s worden verhoogd met totaal € 12,5 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door het volgende:
– De verhoging op het onderdeel «Medebewind productschappen» (€ 9,6 mln). Productschappen voeren taken op gebied van marktordening in medebewind uit. Het hiervoor beschikbare uitvoeringsbudget werd vanaf 2013 sterk afgebouwd als gevolg van de tussentijdse evaluatie van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in 2009 (Health Check) om het systeem van marktordening vanaf 2013 af te bouwen. In latere besluiten van de Europese Commissie is de eerder geplande afbouw deels teruggedraaid waardoor de uitvoeringskosten hoger uitvallen dan eerder geraamd op basis van de Health Check.
– De verhoging op onderdeel «Commissie Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden» (€ 2,8 mln) houdt verband met het feit dat de betreffende uitgaven tot nu toe abusievelijk op de categorie «opdrachten» werden geraamd.
Toelichting op de bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
De bijdrage aan de NVWA wordt verhoogd met totaal € 24,9 mln. Voor de afkoop van huurcontracten van niet langer benodigde huisvesting heeft NVWA een voorziening op de balans getroffen. De totaal benodigde voorziening bedraagt € 33 mln. Bij de 2e suppletoire begroting 2012 heeft EZ reeds € 10 mln aan deze voorziening bijgedragen. Bij de onderhavige suppletoire begroting 2013 wordt de voorziening door EZ aangevuld met € 8 mln en door VWS met € 10 mln. De overige verhoging met € 6,9 mln houdt verband met in de loop van 2013 noodzakelijk geworden meerwerk in het opdrachtenpakket.
Dienst Regelingen (DR)
De hogere bijdrage aan DR (€ 11,8 mln) houdt hoofdzakelijk verband met uitvoering- en transitiekosten ten behoeve van de nationale cofinanciering van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GLB/GVB 2014–2020).
Agentschap NL (AgNL)
De hogere bijdrage aan AgNL (€ 14,1 mln) houdt hoofdzakelijk verband met de boekingsystematiek omtrent uitvoeringskosten van de Agrarische Vertegenwoordiging Buitenland. Tot en met het eerste kwartaal 2013 werden deze vanuit artikel 40 (apparaat) betaald. Vanaf het tweede kwartaal worden deze uitgaven op beleidsartikel 16 geboekt.
Toelichting op de ontvangsten
De ontvangsten worden verhoogd met totaal € 41,1 mln. Deze verhoging heeft met name betrekking op de volgende onderdelen:
– De hogere ontvangsten op het onderdeel «Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij» (€ 30,7 mln) hebben voornamelijk betrekking op onttrekking uit de interne begrotingsreserves voor onder meer de uitfinanciering van de investeringsregeling duurzame stallen en de investeringsregeling luchtwassers en ter dekking van de verliesdeclaraties van banken op basis van de borgstellingsfaciliteit.
– De hogere ontvangsten op het onderdeel «Kennisontwikkeling en innovatie» (€ 7,9 mln) komen onder meer voort uit een bijdrage van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van € 6,2 mln voor een onderzoeksproject in Afghanistan. Dit onderzoek heeft als doel landbouwontwikkeling in Afghanistan te bevorderen. Bovendien wordt aan rente en aflossing Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) in 2013 € 1,4 mln meer ontvangen dan oorspronkelijk geraamd.
Budgettaire gevolgen van beleid
17 – Groen onderwijs van hoge kwaliteit |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013 (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN |
777.779 |
798.939 |
67.712 |
866.651 |
UITGAVEN |
776.575 |
797.622 |
16.342 |
813.964 |
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
||
Bekostiging |
700.561 |
718.257 |
20.008 |
738.265 |
– Wageningen Universiteit |
161.521 |
166.256 |
3.364 |
169.620 |
– HBO-groen |
74.074 |
77.480 |
2.185 |
79.665 |
– MBO-groen |
154.706 |
155.437 |
5.700 |
161.137 |
– Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten (VOA) |
11.575 |
12.887 |
1.022 |
13.909 |
– Wachtgelden |
12.987 |
13.772 |
– 36 |
13.736 |
– VMBO-groen |
278.538 |
284.010 |
7.761 |
291.771 |
– Aequor |
7.160 |
8.415 |
12 |
8.427 |
Subsidies |
73.303 |
77.138 |
– 4.525 |
72.613 |
– Groene Kennis Coöperatie |
4.008 |
4.008 |
1.396 |
5.404 |
– School als Kenniscentrum |
30.538 |
30.538 |
– 7.011 |
23.527 |
– Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs |
7.834 |
7.834 |
– 6.065 |
1.769 |
– Aanvullende onderwijssubsidies |
25.641 |
32.012 |
3.166 |
35.178 |
– Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit |
2.382 |
2.382 |
9 |
2.391 |
– Educatie |
2.900 |
364 |
3.980 |
4.344 |
Opdrachten |
2.711 |
2.227 |
859 |
3.086 |
– Kennisverspreidingsprojecten |
2.711 |
2.227 |
859 |
3.086 |
ONTVANGSTEN |
75 |
75 |
3.085 |
3.160 |
Toelichting op de verplichtingen
De verplichtingen worden verhoogd met totaal € 67,7 mln. EZ staat garant voor het in gebreke blijven van de groene onderwijsinstellingen die gebruik maken van de regeling schatkistbankieren. Hiervoor wordt het verplichtingenbudget met € 50 mln verhoogd. Het resterende deel (€ 16,7 mln) hangt grotendeels samen met de begrotingsmutaties op de uitgaven (zie toelichting onder de betreffende uitgavencategorieën).
Toelichting op de uitgaven
Toelichting op de bekostiging
De uitgaven voor de categorie bekostiging worden met € 20 mln naar boven bijgesteld. Dit wordt met name veroorzaakt door het volgende:
– In de brief van de Minister van Financiën aan de Kamer over de begrotingsafspraken 2014 (TK, 33 750 nr 19) is aangegeven dat voor 2014 extra middelen beschikbaar worden gesteld voor onderwijskwaliteit en innovatie ten bedrage van € 650 mln. Het aandeel voor het Groen Onderwijs hierin bedraagt € 15 mln. Deze middelen worden beschikbaar gesteld voor Wageningen Universiteit (€ 3 mln), HBO-groen (€ 1,4 mln), MBO-groen (€ 4,8 mln) en VMBO-groen (€ 5,8 mln). Uitbetaling vindt plaats op basis van de OCW-conforme bekostigingssystematiek.
– Voor MBO-groen vindt een overboeking van middelen plaats van de Regeling stagebox (€ 1,5 mln).
– Bij Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten (VOA) vallen de uitgaven € 1 mln hoger uit door het hoger uitvallen van het aantal bekostigde leerlingen.
– Bij VMBO worden de uitgaven met € 1,5 mln hoger bijgesteld door hoger uitvallen van het aantal bekostigde leerlingen.
Toelichting op de subsidies
De uitgaven voor de categorie subsidies vallen in het totaal € 4,5 mln lager uit. Dit wordt met name veroorzaakt door:
– Een verlaging van de uitgaven voor het onderdeel «School als Kenniscentrum» (€ 7 mln). Dit wordt veroorzaakt doordat een aantal onderwijssubsidies is overgeheveld naar het onderdeel «Aanvullende onderwijssubsidies» (€ 3,2 mln) en «Groene Kennis Coöperatie» (€ 1,4 mln). Voor € 2,4 mln is er sprake van lagere uitgaven in 2013 doordat oorspronkelijk voor 2013 geraamde uitgaven meerjarig via Dienst Regelingen worden besteed.
– Lagere uitgaven op het onderdeel «Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs» (€ 6,1 mln). Met ingang van 2013 wordt deze regeling niet meer opengesteld. De subsidies vallen voortaan onder de instrumenten «Aanvullende onderwijssubsidies», «School als Kenniscentrum», en «Groene Kennis Coöperatie».
– Hogere uitgaven voor het onderdeel «Aanvullende onderwijssubsidies» (€ 3,2 mln). Deze verhoging wordt met name bepaald door een overheveling (€ 4,3 mln) van de post «Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs». Hier staat een daling van € 1,1 mln tegenover als gevolg van vertraging bij enkele onderwijsprojecten.
– De toename van de uitgaven op het onderdeel «Educatie» (€ 4 mln) houdt verband met nabetaling over verplichtingen aangegaan in voorgaande jaren in combinatie met afspraken gemaakt in het kader van het nieuwe programma Duurzaam Door.
Toelichting op de ontvangsten
De hogere ontvangsten (totaal € 3,1 mln) hebben met name betrekking op terugontvangen onderwijssubsidies (€ 2,7 mln).
Budgettaire gevolgen van beleid
18 – Natuur en regio |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013 (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN |
452.969 |
652.136 |
– 298.195 |
353.941 |
Waarvan garantieverplichtingen |
50.509 |
50.509 |
– 50.509 |
|
UITGAVEN |
690.625 |
485.080 |
– 41.679 |
443.401 |
Waarvan juridisch verplicht |
98% |
99% |
||
Subsidies |
99.283 |
122.947 |
– 18.341 |
104.606 |
– Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1) |
87.273 |
94.937 |
– 20.782 |
74.155 |
– Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2) |
5.817 |
5.817 |
14.087 |
19.904 |
– Behouden van de (inter–) nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3) |
6.193 |
22.193 |
– 11.646 |
10.547 |
Leningen |
36.400 |
34.250 |
– 2.800 |
31.450 |
– Behouden van de (inter–) nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3) |
36.400 |
34.250 |
– 2.800 |
31.450 |
Opdrachten |
40.576 |
116.024 |
– 79.294 |
36.730 |
– Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1) |
750 |
668 |
– 270 |
398 |
– Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2) |
28.994 |
95.550 |
– 77.700 |
17.850 |
– Behouden van de (inter–) nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3) |
10.832 |
19.806 |
– 1.324 |
18.482 |
Bijdragen aan mede-overheden |
363.459 |
41.579 |
38.467 |
80.046 |
– Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1) |
12.149 |
12.149 |
– 2.149 |
10.000 |
– Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2) |
41.097 |
21.930 |
48.116 |
70.046 |
– Behouden van de (inter–) nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3) |
7.500 |
– 7.500 |
||
– Te decentraliseren (18.4) |
310.213 |
|||
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
36.681 |
37.289 |
28 |
37.317 |
– Behouden van de (inter–) nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3) |
36.681 |
37.289 |
28 |
37.317 |
Bijdragen aan (inter)natio-nale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3) |
888 |
1.045 |
– 20 |
1.025 |
– Overige contributies |
888 |
1.045 |
– 20 |
1.025 |
Bijdragen aan agentschappen |
113.338 |
131.946 |
20.281 |
152.227 |
– Dienst Landelijk Gebied |
71.207 |
75.149 |
17.893 |
93.042 |
– Dienst Regelingen |
33.250 |
47.435 |
1.498 |
48.933 |
– Agentschap NL |
1.036 |
1.472 |
288 |
1.760 |
– Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit |
7.845 |
7.890 |
602 |
8.492 |
ONTVANGSTEN |
113.714 |
122.195 |
– 31.863 |
90.332 |
– Landinrichtingsrente |
42.161 |
42.161 |
42.161 |
|
– Bijdragen van derden |
19.773 |
40.913 |
– 14.665 |
26.248 |
– EU-bijdragen |
2.096 |
2.096 |
2.096 |
|
– Jachtakten |
1.031 |
1.031 |
1.031 |
|
– Synergiegelden |
12.659 |
|||
– Verkoop gronden |
35.000 |
35.000 |
– 20.000 |
15.000 |
– Overige |
994 |
994 |
2.802 |
3.796 |
Toelichting op de verplichtingen
De lagere verplichtingen (totaal € 298,1 mln) houden naast de uitgavenmutaties verband met het volgende. Het verplichtingenbudget op het onderdeel Investeringsbudget Landelijk Gebied van
€ 230,2 mln wordt afgeboekt aangezien verplichtingenbudgetten geen deel uitmaken van de decentralisatie die bij Voorjaarsnota 2013 is verwerkt. In verband met de decentralisatie van het natuurbeleid naar de Provincies worden, onder garantie van het Rijk, geen nieuwe leningen meer aangegaan voor grondaankopen in het kader van de EHS. Bovendien wordt de Regeling subsidies particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties (PNB-regeling) per 1 januari 2014 ingetrokken. Derhalve wordt het bedrag aan garantieverplichtingen van € 50,5 mln dat verband houdt met deze leningen voor 2013 afgeboekt.
Toelichting op de uitgaven
Toelichting op de subsidies
De lagere uitgaven op de categorie «subsidies» van totaal € 18,3 mln worden veroorzaakt door:
– De verlaging op het onderdeel «Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren» (€ 20,8 mln) houdt voor € 12,2 mln verband met de decentralisatie van de resterende middelen voor het Nota Ruimte project Westelijke Dordtse Oever. Op grond hiervan wordt € 12,2 mln overgeheveld naar de begroting van het Gemeentefonds. Tevens is in ditzelfde kader € 2,8 mln overgeheveld vanuit de categorie «Bijdrage medeoverheden». Tenslotte wordt dit onderdeel in 2013 met € 9 mln verlaagd teneinde budgetten op dit begrotingsonderdeel meerjarig in lijn te brengen met verwachtte uitgaven (betreft reeds bij ontwerpbegroting verwerkte mutatie).
– De verhoging op het onderdeel «Wederzijds versterken van ecologie en economie» (€ 14,1 mln) komt voort uit het feit dat EZ de de PNB-regeling intrekt, en ter alternatieve financiering van haar verplichtingen in het project Grensmaas een overeenkomst met Natuurmonumenten sluit. Met deze overeenkomst worden de EZ verplichtingen in dit project versneld afgerond waardoor de betrokkenheid van EZ in dit project definitief wordt beëindigd. Dekking vindt plaats binnen artikel 18. Natuurmonumenten en consortiumpartners verplichten zich met deze regeling tot volledige uitvoering van het project Grensmaas.
– De verlaging op het onderdeel «Behouden van de (inter–)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur» (€ 11,6 mln) houdt grotendeels verband met de overboeking van het budget (€ 15 mln) voor het project Marker Wadden naar de begroting van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M). De doelstellingen en bijdragen van de verschillende deelnemers van dit project zijn vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst met Natuurmonumenten en het Ministerie van I&M. Anderzijds wordt dit onderdeel verhoogd met € 2,5 mln als gevolg van correcties op declaraties van subsidiebetalingen uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) periode 2001–2012.
Toelichting op de opdrachten
De uitgaven op de categorie «opdrachten» worden met € 79,3 mln naar beneden bijgesteld. Dit wordt met name veroorzaakt door de verlaging op het onderdeel «Wederzijds versterken van ecologie en economie» (€ 77,7 mln). De beschikbare middelen voor het natuurprogramma Westerschelde ad € 67 mln stonden in de begroting ten onrechte geraamd op de categorie «opdrachten» en worden thans overgeheveld naar de categorie «bijdrage aan medeoverheden». Tevens wordt dit onderdeel in 2013 met € 4 mln verlaagd teneinde budgetten op dit begrotingsonderdeel meerjarig in lijn te brengen met verwachtte uitgaven (betreft reeds bij ontwerpbegroting verwerkte mutatie). Daarnaast wordt dit onderdeel om begrotingstechnische redenen met € 4,5 mln verlaagd ten gunste van artikelonderdeel 18.3. Resterende mutaties houden verband met de financiering van de versnelde afwikkeling van het project Grensmaas en de hiertoe gesloten overeenkomst met natuurmonumenten.
Toelichting op de bijdrage aan de mede-overheden
Het onderdeel «bijdragen aan mede-overheden wordt verhoogd met € 38,5 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door:
– De verhoging van het onderdeel «Wederzijds versterken van ecologie en economie» (€ 48,1 mln). De beschikbare middelen voor het natuurprogramma Westerschelde ad € 67 mln stonden in de begroting ten onrechte geraamd op de categorie «opdrachten» en worden thans overgeheveld naar de categorie «bijdrage medeoverheden». Hierop vindt een verlaging plaats van € 7 mln ten gunste van volgende jaren om de beschikbaarheid van middelen in lijn te brengen met de vertraagde uitvoering. Tevens wordt het budget voor Programmatische Aanpak Stikstof met € 10,7 mln verlaagd. Hiervan komt € 6 mln ten gunste van het programmabudget voor Natura 2000 omdat in 2012 vertraging is ontstaan in de implementatie van beheersplannen Natura 2000, deze vinden plaats in 2013. De resterende verlaging van € 4,7 mln dient als compensatie voor de versnelde afwikkeling van het project Grensmaas, genoemd onder de categorie «subsidies».
– De verlaging op het onderdeel «Behouden van de (inter–)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur» (€ 7,5 mln). In het begrotingsakkoord voor 2013 is € 200 mln extra beschikbaar gesteld voor Natuur. Hiervan is € 7,5 mln bestemd voor Natuurtaken op Bonaire, Saba en St. Eustatius, voor een periode van vier jaar. De middelen zijn echter in 2013 in één keer ter beschikking gesteld, maar leiden in 2013 niet tot uitgaven.
Toelichting op de bijdrage aan agentschappen
Dienst Landelijk Gebied (DLG)
De DLG zal worden opgesplitst waarbij in 2015 400 fte’s naar de provincies zullen overgaan. Hierdoor wordt de bijdrage aan DLG in 2013 met € 15 mln verhoogd ten behoeve van een reorganisatievoorziening. Voorts worden vanuit de provincies middelen ontvangen voor de uitvoering van werkzaamheden door DLG in het kader van het Plattelands Ontwikkelings Plan (POP). Dit leidt tot extra ontvangsten en een verhoging van de bijdrage aan DLG met € 1,3 mln. De resterende verhoging van € 1,6 mln houdt voornamelijk verband met de uitvoering van beheersplannen in het kader van Natura 2000.
Dienst Regelingen (DR)
De hogere bijdrage aan DR (€ 1,5 mln) heeft betrekking op het behandelen van beroeps- en bezwaarschriften samenhangend met Natura 2000.
Agentschap NL (AgNL)
De hogere bijdrage aan AgNL (€ 0,3 mln) hangt voornamelijk samen met ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van het Platform Biodiversiteit, Ecosystemen & Economie.
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
De hogere bijdrage aan de NVWA (€ 0,6 mln) houdt verband met extra opdrachten met betrekking tot de eliminatie van exoten.
Toelichting op de ontvangsten
De ontvangsten worden verlaagd met totaal € 31,9 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door:
– De bijdrage 2013 van het Ministerie van I&M voor het Investeringsbudget Landelijk Gebied wordt ontvangen via een budgetoverheveling. Hierdoor komen de geraamde ontvangsten op het onderdeel «Bijdragen aan derden» voor 2013 (€ 14,7 mln) te vervallen.
– Van de geraamde opbrengsten op het onderdeel «Verkoop (natuur)gronden» van € 35 mln die deel uitmaken van het Regeerakkoord 2010, wordt naar verwachting € 20 mln niet in 2013 gerealiseerd. Dit bedrag zal in latere jaren worden ontvangen.
40 – Apparaat |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013 (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN |
398.788 |
418.375 |
5.167 |
423.542 |
UITGAVEN |
398.870 |
418.457 |
5.167 |
423.624 |
|
||||
Personele uitgaven kerndepartement |
226.153 |
234.698 |
– 16.899 |
217.799 |
– waarvan eigen personeel |
173.678 |
181.743 |
– 11.407 |
170.336 |
– waarvan externe inhuur |
16.500 |
16.608 |
– 5.100 |
11.508 |
Materiële uitgaven kerndepartement |
105.869 |
114.193 |
9.803 |
123.996 |
– waarvan ICT |
5.600 |
450 |
7.600 |
8.050 |
– waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU) |
40.225 |
40.188 |
40.188 |
|
– waarvan SSO DICTU |
21.408 |
34.537 |
4.975 |
39.512 |
Personele uitgaven buitendiensten |
47.743 |
48.867 |
9.702 |
58.569 |
– waarvan eigen personeel |
44.000 |
45.124 |
8.841 |
53.965 |
– waarvan externe inhuur |
2.690 |
2.690 |
861 |
3.551 |
Materiële uitgaven buitendiensten |
19.105 |
20.699 |
2.561 |
23.260 |
– waarvan ICT |
3.315 |
3.315 |
480 |
3.795 |
– waarvan bijdrage aan SSO’s |
4.147 |
4.147 |
4.147 |
|
ONTVANGSTEN |
15.027 |
15.027 |
12.509 |
27.536 |
Toelichting op de personele uitgaven kerndepartement
De lagere uitgaven op dit onderdeel (€ 16,9 mln) worden onder meer verklaard door de overheveling van € 11,4 mln voor het personeel van de agrarische vertegenwoordiging buitenland naar het Agentschap NL (AgNL) op beleidsartikel 16. Daarnaast is het uitvoeringsbudget van € 3 mln voor de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) overgeheveld naar het onderdeel materiële uitgaven. Voor € 2,5 mln is budget overgeheveld voor uitvoerende werkzaamheden op het terrein van stroomlijning van de ICT van het kerndepartement.
Toelichting op de materiële uitgaven kerndepartement
De hogere uitgaven (€ 9,8 mln) houden onder andere verband met de overheveling van € 4,9 mln ICT uitvoeringsbudget vanuit beleidsartikel 13 (onderdeel «Regeldruk en ICT») naar het uitvoerend agentschap DICTU, de overheveling van € 3 mln uitvoeringsbudget voor de HGIS, € 0,6 mln aan uitgaven voor het ICT-project «visserij registratiesysteem» (VIRIS) € 1,5 mln voor de uitbesteding van het project Krypton en € 2,8 mln voor ICT-maatregelen op het terrein van ICT-infrastructuur en «incompliancy ICT». Daarnaast is het uitgavenbudget verlaagd met de overheveling van € 2,6 mln voor de materiële kosten van de agrarische vertegenwoordiging buitenland naar AgNL op beleidsartikel 16.
Toelichting op de personele uitgaven buitendiensten
De verhoging van de uitgaven op dit onderdeel (€ 9,7 mln) houdt met name verband met de budgettaire verwerking van de desaldering (verhoging van zowel uitgaven als ontvangsten) van € 8,7 mln vanuit de door de markt gefinancierde tarieven in verband met de overgang van het personeel van de OPTA naar de Autoriteit Consument en Markt per 1 april 2013. Daarnaast worden additionele werkzaamheden voor het CPB van € 0,9 mln door externe opdrachtgevers gefinancierd.
Toelichting op de materiële uitgaven buitendiensten
De hogere uitgavenraming van € 2,6 mln houdt onder meer verband met de budgettaire verwerking van desaldering van € 1,7 mln vanuit de door de markt gefinancierde tarieven in verband met de overgang van de materiële kosten van de OPTA naar de Autoriteit Consument en Markt per 1 april 2013. Daarnaast worden additionele werkzaamheden van het CPB in het kader van het project «toekomst van de zorg» en van SODM voor mijnbouwkundig onderzoek voor € 0,7 mln door tweeden gefinancierd.
Toelichting op de ontvangsten
De hogere ontvangsten houden met name verband met de € 10,4 mln ontvangsten vanuit het door de markt gefinancierde deel van de uitgaven in verband met de overgang van het personeel en materieel van de OPTA naar de Autoriteit Consument en Markt (ACM) per 1 april 2013. Daarnaast zijn desalderingen bij de ontvangsten en uitgaven van € 1,6 mln verwerkt voor het CPB en het VIRIS project (zie hiervoor de toelichtingen onder de uitgaven).
41 – Nominaal en Onvoorzien |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013 (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN |
29.773 |
14.416 |
– 14.416 |
|
UITGAVEN |
29.773 |
14.416 |
– 14.416 |
|
41.10 Prijsbijstelling |
29.523 |
9.174 |
– 9.174 |
|
41.20 Loonbijstelling |
4.992 |
– 4.992 |
||
41.30 Onvoorzien |
250 |
250 |
– 250 |
Toelichting op de prijsbijstelling
Bij 2e suppletoire begroting 2013 wordt het restant van de prijsbijstellingstranche 2012 definitief verdeeld over de relevante onderdelen.
Toelichting op de loonbijstelling
Bij 2e suppletoire begroting 2013 is de bij de 1e suppletoire begroting 2013 toegekende loonbijstellingstranche ten behoeve van sociale lasten verdeeld over de relevante onderdelen.
Suppletoire begroting 2013 (Najaarsnota)
Omschrijving |
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1)+(2)+(3) |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+of–)1e suppletoire begroting |
Mutaties (+of–)2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
|
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
174.379 |
– 30.699 |
14.503 |
158.183 |
Omzet overige departementen |
37.988 |
39.248 |
77.236 |
|
Omzet derden |
3.593 |
3.593 |
||
Rentebaten |
0 |
0 |
||
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
||
Bijzondere baten |
0 |
0 |
||
Totaal baten |
215.960 |
8.549 |
14.503 |
239.012 |
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
||||
Personele kosten |
132.217 |
5.129 |
300 |
137.646 |
– Waarvan eigen personeel |
100.512 |
300 |
100.812 |
|
– Waarvan externe inhuur |
26.669 |
5.129 |
31.798 |
|
Materiële kosten |
80.713 |
3.420 |
14.203 |
98.336 |
– Waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
||
– Waarvan bijdrage aan SSO’s |
18.671 |
1.325 |
19.996 |
|
Rentelasten |
0 |
0 |
||
Afschrijvingskosten |
||||
Materieel |
3.030 |
3.030 |
||
– Waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
||
Immaterieel |
0 |
0 |
||
Overige kosten |
||||
– dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
||
– bijzondere lasten |
0 |
0 |
||
Totaal lasten |
215.960 |
8.549 |
14.503 |
239.012 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
De toename van de omzet moederdepartement betreft met name een aanvullende opdracht voor het beheer van het landbouwradennetwerk ad € 14 mln. Deze opdracht vloeit voort uit het besluit van de Bestuursraad EZ om te komen tot één thuisbasis voor alle EZ-attachés op de post en deze onder te brengen bij AgNL. Deze mutatie leidt tot extra personele kosten (€ 0,3 mln) en materiële kosten (€ 13,7 mln), waarvan € 13,4 mln betrekking heeft op directe materiële kosten ten behoeve van het beheer van het landbouwradennetwerk.
Kasstroomoverzicht
Omschrijving |
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (1)+(2)+(3) |
|
---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2013 |
60.134 |
60.134 |
||
2. |
Totaal operationele kasstroom |
2.835 |
2.835 |
||
Totaal investeringen (-/–) |
– 2.440 |
– 2.440 |
|||
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
|||
3. |
Totaal investeringkasstroom |
– 2.440 |
– 2.440 |
||
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/–) |
0 |
0 |
|||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
0 |
0 |
|||
Aflossingen op leningen (-/–) |
0 |
0 |
|||
Beroep op leenfaciliteit (+) |
0 |
0 |
|||
4. |
Totaal financieringskasstroom |
0 |
0 |
||
5. |
Rekening-courant RHB 31 december 2013 (=1+2+3+4) |
60.529 |
60.529 |
Toelichting
Er zijn geen wijzigingen in het kasstroomoverzicht in 2013.
Suppletoire begroting 2013 (Najaarsnota)
Omschrijving |
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1)+(2)+(3) |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+of–)1e suppletoire begroting |
Mutaties (+of–)2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
|
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
13.593 |
– 1.343 |
12.250 |
|
Omzet overige departementen |
11 |
39 |
50 |
|
Omzet derden |
19.052 |
48 |
19.100 |
|
Rentebaten |
16 |
9 |
25 |
|
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
||
Bijzondere baten |
135 |
140 |
275 |
|
Totaal baten |
32.807 |
0 |
– 1.107 |
31.700 |
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
||||
personele kosten |
18.936 |
– 896 |
18.040 |
|
– Waarvan eigen personeel |
18.485 |
– 1.295 |
17.190 |
|
– Waarvan externe inhuur |
451 |
399 |
850 |
|
materiële kosten |
11.721 |
– 1.000 |
329 |
11.050 |
– Waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
||
– Waarvan bijdrage aan SSO’s (regulier werkzaamheden) |
2.074 |
2.086 |
4.160 |
|
Rentelasten |
42 |
3 |
45 |
|
Afschrijvingskosten materieel |
1.979 |
– 359 |
1.621 |
|
– Waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
||
Afschrijvingskosten immaterieel |
0 |
150 |
150 |
|
Overige kosten |
75 |
75 |
||
– dotaties voorzieningen |
75 |
75 |
||
– bijzondere lasten |
0 |
0 |
||
Totaal lasten |
32.753 |
– 1.000 |
– 773 |
30.981 |
|
||||
Saldo van baten en lasten |
54 |
1.000 |
– 334 |
719 |
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
Agentschap Telecom heeft de baten op vooral de Omzet moederdepartement naar beneden moeten bijstellen. Bij de begroting van het agentschap is het een uitgangspunt dat er naast de reguliere offerte opdrachten, zijnde de offertes Beleidsvoorbereiding- en evaluatie (Directoraat-Generaal Energie, Telecom en Mededinging), Toezichtstaken (SG/EZ) en Ruimtevaart (DGB&I), vanuit de projectenportefeuilles één of meerdere verdeel en/of veilingprojecten moeten worden uitgevoerd. De omzet die daarmee gepaard gaat blijft in dit jaar sterk achter bij de oorspronkelijke ramingen.
Lasten
Personele kosten
Agentschap Telecom heeft in 2013 als gevolg van openstaande vacatures een onderbezetting op personeel. De prognose op de personele kosten is met € 0,9 mln naar beneden bijgesteld.
Materiële kosten
De prognose voor materiële kosten is met € 0,3 mln naar boven bijgesteld. De verwachting is dat voor een aantal ICT-projecten de fase van uitvoering in tegenstelling tot eerdere verwachtingen toch nog dit jaar gaat starten. Daarnaast is de geraamde bijdrage aan SSO’s verhoogd ten opzichte van de ontwerpbegroting. Dit betreft een herschikking van kosten binnen de totale materiële kosten en een geringe stijging van de totale materiële kosten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten materiële activa worden in totaal met € 0,2 mln naar beneden bijgesteld als gevolg van vertragingen bij de aanbestedingsprocedure voor de aanschaf van auto’s. De verwachting nu is dat deze aanschaf in december plaatsvindt.
Kasstroomoverzicht
Omschrijving |
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (1)+(2)+(3) |
|
---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2013 |
6.523 |
3.866 |
10.389 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
2.108 |
1.000 |
– 543 |
2.565 |
Totaal investeringen (-/–) |
– 3.250 |
1.500 |
250 |
– 1.500 |
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
|||
3. |
Totaal investeringkasstroom |
– 3.250 |
1.500 |
250 |
– 1.500 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/–) |
0 |
345 |
345 |
||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
469 |
– 469 |
0 |
||
Aflossingen op leningen (-/–) |
– 436 |
– 436 |
|||
Beroep op leenfaciliteit (+) |
0 |
0 |
|||
4. |
Totaal financieringskasstroom |
33 |
– 814 |
– 781 |
|
5. |
Rekening-courant RHB 31 december 2013 (=1+2+3+4) |
5.414 |
6.366 |
– 1.107 |
10.673 |
Toelichting
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal.
Investeringskasstroom
De prognose op de investeringen is naar beneden bijgesteld tot € 1,5 mln. De verwachting is dat de aanschaf van auto’s, een investering van € 0,9 mln, in december plaatsvindt.
Financieringskasstroom
De oorspronkelijk vastgestelde begroting gaat uit van een negatief resultaat baten en lasten over het voorgaande boekjaar die in het lopende boekjaar met het moederdepartement zou worden verrekend (€ 0,469 mln). Het kasstroom overzicht is nu aangepast aan de resultaatsbestemming zoals opgenomen in de jaarrekening 2012 van Agentschap Telecom (€ 0,345 mln).
Suppletoire begroting 2013 (Najaarsnota)
Omschrijving |
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1)+(2)+(3) |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+of–)1e suppletoire begroting |
Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
|
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
135.608 |
20.692 |
4.615 |
160.915 |
Omzet overige departementen |
376 |
4.024 |
4.400 |
|
Omzet derden |
0 |
0 |
||
Rentebaten |
0 |
0 |
||
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
||
Bijzondere baten |
0 |
0 |
||
135.984 |
24.716 |
4.615 |
165.315 |
|
Totaal baten |
||||
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
||||
Personele kosten |
54.948 |
10.152 |
65.100 |
|
– Waarvan eigen personeel |
19.899 |
13.801 |
33.700 |
|
– Waarvan externe inhuur |
1.800 |
0 |
0 |
|
materiële kosten |
66.077 |
17.173 |
3.175 |
86.425 |
– Waarvan apparaat ICT |
35.600 |
17.043 |
3.026 |
55.669 |
– Waarvan bijdrage aan SSO’s |
3.650 |
– 149 |
0 |
3.501 |
Rentelasten |
1.000 |
– 300 |
700 |
|
Afschrijvingskosten |
||||
materieel |
8.518 |
– 1.318 |
1.440 |
8.640 |
– Waarvan apparaat ICT |
8.518 |
0 |
||
immaterieel |
5.442 |
– 842 |
4.600 |
|
Overige kosten |
||||
– dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
||
– bijzondere lasten |
0 |
0 |
||
Totaal lasten |
135.984 |
24.716 |
4.615 |
165.465 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
0 |
– 150 |
Toelichting
De stijging van de post apparaat ICT bestaat uit kosten die zijn gemaakt door DICTU om te blijven voldoen aan de richtlijn informatiebeveiliging rijksdienst (BIR) en om te kunnen blijven voldoen aan de ISO27001-certificering. Tenslotte betreft de stijging kosten die zijn gemaakt voor het vergroten van de (digitale) weerbaarheid. Voor 2014 en verder zullen de financiële middelen die hiervoor noodzakelijk zijn worden verdisconteerd in de tarieven van DICTU.
Ten opzichte van de begroting 2013 stijgen de afschrijvingskosten met € 1,4 mln. DICTU heeft gedurende 2013 extra investeringen moeten doen op het gebied van Windows, Storage en de Firewallomgeving, die € 1,1 mln extra afschrijvingskosten tot gevolg hebben. De overige € 0,3 mln heeft betrekking op afschrijvingskosten inzake reparatie van incompliancy Microsoftlicenties.
De genoemde extra kosten zijn in rekening gebracht bij het moederdepartement en leiden tot een stijging van de omzet moederdepartement met in totaal € 4,6 mln.
Door bovenstaande mutaties komt het saldo van baten en lasten in 2014 licht negatief uit.
Kasstroomoverzicht
Omschrijving |
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (1)+(2)+(3) |
|
---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (-of+) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2013 |
0 |
0 |
||
2. |
Totaal operationele kasstroom |
10.387 |
10.387 |
||
– /– totaal investeringen |
– 10.387 |
– 10.387 |
|||
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen |
|||||
3. |
Totaal investeringkasstroom |
– 10.387 |
– 10.387 |
||
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/–) |
|||||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
|||||
Aflossingen op leningen (-/–) |
– 10.387 |
– 10.387 |
|||
Beroep op leenfaciliteit (+) |
10.387 |
10.387 |
|||
4. |
Totaal financieringskasstroom |
0 |
0 |
||
5. |
Rekening-courant RHB 31 december 2013 (=1+2+3+4) |
0 |
0 |
Toelichting
Er zijn geen wijzigingen in het kasstroomoverzicht in 2013.
Suppletoire begroting 2013 (Najaarsnota)
Omschrijving |
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1)+(2)+(3) |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
|
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
71.428 |
3.943 |
2.007 |
77.378 |
Bijzondere bijdrage moederdepartement |
0 |
15.000 |
15.000 |
|
Omzet overige departementen |
11.876 |
– 5.599 |
6.277 |
|
Omzet derden |
11.876 |
– 219 |
11.657 |
|
Rentebaten |
50 |
– 16 |
34 |
|
Vrijval voorzieningen |
0 |
|||
Bijzondere baten |
0 |
|||
Totaal baten |
95.230 |
3.943 |
11.173 |
110.346 |
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
||||
Personele kosten |
61.700 |
2.672 |
2.721 |
67.093 |
– Waarvan eigen personeel |
61.200 |
2.672 |
2.421 |
66.293 |
– Waarvan externe inhuur |
500 |
300 |
800 |
|
materiële kosten |
29.360 |
1.271 |
– 3.859 |
26.772 |
– Waarvan apparaat ICT |
50 |
50 |
||
– Waarvan bijdrage aan SSO’s |
8.330 |
8.330 |
||
Rentelasten |
170 |
– 8 |
162 |
|
Afschrijvingskosten |
||||
materieel |
1.000 |
– 117 |
883 |
|
– Waarvan apparaat ICT |
0 |
|||
immaterieel |
500 |
– 64 |
436 |
|
Overige kosten |
||||
– dotaties voorzieningen |
0 |
15.000 |
15.000 |
|
– bijzondere lasten |
0 |
|||
Totaal lasten |
92.730 |
3.943 |
13.673 |
110.346 |
Saldo van baten en lasten |
2.500 |
0 |
– 2.500 |
0 |
Toelichting
DLG verwacht 2013 met een sluitende exploitatie af te sluiten. De prognose van de baten liggen ongeveer op het niveau van de begroting. Wel doen zich enkele verschuivingen voor tussen de verschillende omzetcategorieën. Bij de lasten vindt er een verschuiving plaatsvindt tussen de personele en materiële kosten.
Baten
Omzet moederdepartement
Ten opzichte van de begroting is er sprake van een verhoging van de bijdrage van EZ aan DLG met circa € 6 mln. Van deze € 6 mln was er al € 4 mln bij de 1e suppletoire opgenomen. In 2013 zijn de opdrachten van het moederdepartement door EZ met circa € 6,6 mln uitgebreid. Het merendeel van deze opdrachten zit in het opstellen van beheerplannen voor de Flora- en Faunawet en Natura2000. De uitbreiding is ook gericht op het verkennen van nieuwe terreinen variërend van het tot waarde brengen van biomassa, landelijke inpassing van windmolenparken, tot het ondersteunen bij schadeafhandelingen als gevolg van de gaswinning in Groningen.
Per 16 oktober zal het Betaal Orgaan van DLG, in het kader van één Betaal Orgaan Nederland, overgaan naar Dienst Regelingen. De bijdrage van EZ aan DLG is hiervoor met circa € 0,6 mln naar beneden bijgesteld.
Bijzondere bijdrage moederdepartement
Bij 2e suppletoire begroting 2013 is er op artikel 18 ten gunste van de bijdrage aan DLG € 15 mln gereserveerd voor kosten in verband met de opsplitsing van DLG.
Omzet overige departementen
De omzet voor de overige departementen is naar verwachting lager dan begroot. Dit komt omdat de departementen terughoudend zijn met het verstrekken van opdrachten.
Omzet derden
De bijdrage derden is naar verwachting lager dan begroot. Dit komt omdat vooral provincies terughoudend zijn met het verstrekken van opdrachten.
Rentebaten
Door de lage rente standen verwacht DLG maximaal € 34.000 aan rentebaten te realiseren.
Lasten
Personele kosten
De krimp in 2013 verloopt minder hard dan idealiter zou moeten. De personele kosten komen daarom naar verwachting hoger uit dan begroot. DLG vangt deze kosten zelf op in de kostenstructuur.
Materiële kosten
DLG verwacht dat de materiële kosten lager zullen zijn dan begroot. Zo heeft DLG bijvoorbeeld de kosten op huisvesting met circa € 1 mln weten te reduceren ten opzichte van 2012.
Rentelasten
Door een vervroegde aflossing verwacht DLG € 8.000 minder aan rentelasten te hebben op de lopende leningen dan begroot.
Afschrijvingskosten
Door het afstoten van materiële activa en een kleine afwaardering op immateriële activa komen de afschrijvingskosten over 2013 lager uit dan begroot.
Dotaties voorzieningen
De bijzondere bijdrage van het moederdepartement van € 15 mln voor kosten in verband met de opsplitsing van DLG is in de raming opgenomen als dotatie aan de reorganisatievoorziening. De controle van de jaarrekening 2013 door de accountant kan er echter toe leiden dat het bedrag op een andere wijze moet worden verantwoord.
Saldo van baten en lasten
Afgezien van de € 15 mln in verband met de opsplitsing van DLG die in de baten en lasten is opgenomen, zullen de baten over 2013 naar verwachting ongeveer hetzelfde zijn als begroot, maar zullen de lasten naar verwachting hoger uitkomen. Hierdoor is de prognose dat het begrote positieve saldo van baten en lasten niet meer gerealiseerd zal worden. DLG verwacht wel 2013 met een sluitende exploitatie af te sluiten.
Kasstroomoverzicht
Omschrijving |
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (1)+(2)+(3) |
|
---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2013 |
10.383 |
14.410 |
24.793 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
1.500 |
– 1.000 |
829 |
1.329 |
Totaal investeringen (-/–) |
2.140 |
– 1.263 |
877 |
||
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
|||
3. |
Totaal investeringkasstroom |
– 2.140 |
1.263 |
– 877 |
|
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/–) |
0 |
0 |
|||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
0 |
15.000 |
15.000 |
||
Aflossingen op leningen (-/–) |
1.505 |
1.190 |
2.695 |
||
Beroep op leenfaciliteit (+) |
2.140 |
– 2.140 |
0 |
||
4. |
Totaal financieringskasstroom |
635 |
11.670 |
12.305 |
|
5. |
Rekening-courant RHB 31 december 2013 (=1+2+3+4) |
10.378 |
– 1.000 |
28.172 |
37.550 |
Toelichting
Het vooraf opgenomen saldo Rekening-courant RHB per 1 januari 2013 wijkt af van het werkelijke banksaldo. De operationele kasstroom is naar beneden bijgesteld omdat de afschrijvingskosten afnemen. De investeringen komen naar verwachting lager uit dan begroot en er wordt daarom geen beroep gedaan op de leenfaciliteit. Hiernaast zijn er enkele leningen vervroegd afgelost. De eenmalige storting door het moederdepartement betreft de € 15 mln voor kosten in verband met de opsplitsing van DLG.
Suppletoire begroting 2013 (Najaarsnota)
Omschrijving |
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1)+(2)+(3) |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
|
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
127.531 |
22.490 |
13.818 |
163.839 |
Omzet overige departementen |
2.100 |
2.100 |
||
Omzet derden |
15.000 |
– 5.041 |
9.959 |
|
Rentebaten |
10 |
– 7 |
7 |
10 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
||
Bijzondere baten |
0 |
0 |
||
Totaal baten |
144.641 |
17.442 |
13.825 |
175.908 |
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
||||
Personele kosten |
71.012 |
17.924 |
1.875 |
90.811 |
– Waarvan eigen personeel |
63.590 |
5.451 |
69.041 |
|
– Waarvan externe inhuur |
7.422 |
12.473 |
1.875 |
21.770 |
Materiële kosten |
60.104 |
6 |
11.733 |
71.843 |
– Waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
||
– Waarvan bijdrage aan SSO’s |
39.631 |
6.450 |
46.081 |
|
Rentelasten |
589 |
– 389 |
200 |
|
Afschrijvingskosten |
||||
Materieel |
446 |
40 |
486 |
|
– Waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
||
Immaterieel |
12.490 |
– 488 |
566 |
12.568 |
Overige kosten |
||||
– dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
||
– bijzondere lasten |
0 |
0 |
||
Totaal lasten |
144.641 |
17.442 |
13.825 |
175.908 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Baten
Omzet moederdepartement
De hogere omzet moederdepartement van € 13,8 mln hangt met name samen met de bijstelling voor de transitiekosten van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), ad € 14,0 mln Aangezien de definitieve besluitvorming over het nieuwe GLB pas later in 2013 tot stand kwam, was dit nog niet in de eerdere ramingen meegenomen. Daarnaast heeft een bijstelling plaatsgevonden in verband met de overkomst van betaalorgaantaken van DLG naar DR (€ 0,7 mln). Daarnaast is sprake van enkele mutaties zoals loonbijstelling en opdrachtenmutaties van per saldo – € 0,9 mln.
Lasten
Personele- en materiële kosten
De hogere kosten voor personeel en materieel, ad € 13,6 mln, houden onder meer verband met de uitvoeringskosten voor het nieuwe GLB en de overige aanvullende opdrachten. Hierdoor waren meer fte noodzakelijk, inclusief materiële kosten.
Rentelasten
De rentelasten nemen met circa € 0,4 mln af. Dit is enerzijds het gevolg van een lagere afroep van de leenfaciliteit in de afgelopen jaren. Anderzijds is sprake van een lager rentepercentage voor nieuw afgeroepen leningen, dan waar in de begroting mee is gerekend.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten voor 2013 vallen hoger uit dan eerder werd aangenomen. Dit wordt veroorzaakt doordat voor een aantal ICT-projecten de activering eerder in het jaar heeft plaatsgevonden.
Kasstroomoverzicht
Omschrijving |
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (1)+(2)+(3) |
|
---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2013 |
6.263 |
10.151 |
16.414 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
12.936 |
118 |
13.054 |
|
Totaal investeringen (-/–) |
– 11.500 |
1.500 |
– 10.000 |
||
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
|||
3. |
Totaal investeringkasstroom |
– 11.500 |
1.500 |
– 10.000 |
|
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/–) |
0 |
0 |
|||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
0 |
0 |
|||
Aflossingen op leningen (-/–) |
– 10.234 |
2.159 |
– 8.075 |
||
Beroep op leenfaciliteit (+) |
8.500 |
1.300 |
9.800 |
||
4. |
Totaal financieringskasstroom |
– 1.734 |
3.459 |
1.725 |
|
5. |
Rekening-courant RHB 31 december 2013 (=1+2+3+4) |
5.965 |
15.228 |
21.193 |
Toelichting
De stand liquide middelen was per 1 januari 2013 € 10,2 mln hoger dan begroot. Dit werd veroorzaakt door een terugloop in de kortlopende vorderingen en een toename van de kortlopende schulden in 2012.
In de begroting is rekening gehouden met een saldo van baten en lasten van € 0 en een bedrag aan afschrijvingen van € 12,9 mln. Voor de balansposten (exclusief de (im)materiële vaste activa) zijn geen mutaties voorzien. Vanwege de hogere afschrijvingskosten in 2013 neemt de operationele kasstroom navenant toe.
Op basis van het investeringsplan vallen de investeringen in 2013 € 1,5 mln lager uit dan eerder begroot.
Door een lagere afroep van de leenfaciliteit zijn de aflossingen op leningen € 2,2 mln lager. De beoogde investeringen worden nagenoeg volledig gefinancierd door een beroep op de leenfaciliteit. Met deze mutaties stijgt de liquide middelenstand ultimo 2013 naar € 21,2 mln.
Suppletoire begroting 2013 (Najaarsnota)
Omschrijving |
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1)+(2)+(3) |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
|
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
95.106 |
25.972 |
10.432 |
131.510 |
Omzet overige departementen |
66.837 |
5.014 |
2.247 |
74.098 |
Omzet DGF |
500 |
500 |
||
Omzet derden |
61.500 |
– 4.900 |
800 |
57.400 |
Rentebaten |
0 |
107 |
– 107 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
63 |
63 |
|
Bijzondere baten |
0 |
0 |
||
Overige baten |
4.000 |
500 |
– 1.500 |
3.000 |
Totaal baten |
227.943 |
26.693 |
11.935 |
266.571 |
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
||||
personele kosten |
149.674 |
25.096 |
6.012 |
180.782 |
– waarvan eigen personeel |
140.814 |
22.806 |
2.492 |
166.112 |
– waarvan externe inhuur |
8.860 |
2.290 |
3.520 |
14.670 |
materiële kosten |
66.019 |
2.933 |
5.102 |
74.054 |
– waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
||
– waarvan bijdrage aan SSO’s |
31.787 |
4.879 |
36.666 |
|
Rentelasten |
750 |
– 286 |
464 |
|
Afschrijvingskosten |
||||
materieel |
5.214 |
– 238 |
153 |
5.129 |
– waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
||
immaterieel |
5.786 |
– 1.098 |
124 |
4.812 |
Overige kosten |
||||
– dotaties voorzieningen |
500 |
500 |
||
– bijzondere lasten |
0 |
0 |
||
Totaal lasten |
227.943 |
26.693 |
11.106 |
265.742 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
829 |
829 |
Baten
Omzet moederdepartement
In 2013 is de omzet moederdepartement € 10,4 mln hoger dan begroot:
– Bij Najaarsnota is het opdrachtenpakket 2013 voor € 8,8 mln in overeenstemming gebracht met het werkpakket 2013. Hierbij is € 6,8 mln toegevoegd aan begroting NVWA ten behoeve van aanvullende opdrachten (Implementatie en uitvoering bestuurlijke boetes in het kader van de wet dieren, kosten werving, opleiding en inwerken dierenartsen in verband met de uitbreiding van het toezicht op levend vee transporten in geval Quality system Livestock Logisticks (QLL) een deel van dat toezicht niet meer kan waarmaken en aanvullend budget voor bestrijding exoten) en € 2 mln in verband met uitstel herziening retributiestelsel.
– Balansmutaties als gevolg van realisatie onderhanden werk 2012 ad € 0,4 mln en reservering afschrijvingslasten Client ad € 1,2 mln.
Omzet overige departementen
De bijdrage van VWS is € 2,2 mln toegenomen als gevolg van:
– Aanvullende opdrachten van € 1,3 mln, zoals de bestrijding van de tijgermug en het project openbaarmaking van inspectiegegevens;
– Loon- en prijsbijstelling € 0,9 mln.
Opbrengsten derden
De opbrengsten derden dalen met € 0,8 mln minder snel dan aanvankelijk geprognosticeerd. Dit komt omdat er meer toezicht is verricht dan begroot. In de begroting was rekening gehouden met een afname van het toezicht door de effecten van het programma Vereenvoudiging Regeldruk Vleesketen. Deze effecten zijn in 2013 minder groot dan verwacht, omdat het programma Vereenvoudiging Regeldruk is vertraagd.
Overige baten
Uit de verkopen van opleidingen door de inspectieacademie NVWA blijkt dat de opbrengsten niet realistisch zijn ingeschat. Het aantal EU projecten veroorzaakt eveneens een daling.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten stijgen met € 6 mln. De stijging van de opbrengsten door toename van het opdrachtenpakket en meer werkzaamheden voor derden is gepaard gegaan met een grotere inzet. Daarnaast laten de sociale lasten een stijging zien. De harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden heeft geleid tot een grotere additionele kostenpost dan verwacht. Door deze drie factoren stijgen de ambtelijke personeelskosten met € 2,5 mln.
De personele lasten zijn voorts € 3,5 mln hoger door extra inhuur, noodzakelijk voor:
– de hier boven geschetste extra opdrachten en meer werk voor derden in het primaire proces;
– extra inzet nodig in het kader van bestuurlijke boetes wet dieren (opleiding en uitvoering) van eigen dierenartsen en practitioners;
– juridische inhuur ter afhandeling van een stijgend aantal WOB verzoeken;
– tijdelijke specialistische ondersteuning bij verbetering van de bedrijfsvoering.
Materiële kosten
De materiële kosten zijn € 5,1 mln hoger dan begroot doordat de uitvoering van aanvullende opdrachten tot hogere kosten leidt.
Bij najaarsnota is gebleken dat van de geraamde ICT kosten € 4,9 mln extra gelabeld kan worden als bijdragen aan SSO’s.
Rentelasten
Door de dalende rentepercentages bij het Ministerie van Financiën zijn de kosten voor de financiering van investeringen lager.
Kasstroomoverzicht
Omschrijving |
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (1)+(2)+(3) |
|
---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2013 |
24.331 |
14.766 |
39.097 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
– 3.492 |
6.358 |
7.645 |
10.511 |
Totaal investeringen (-/–) |
– 11.010 |
– 4.068 |
– 15.078 |
||
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
|||
3. |
Totaal investeringkasstroom |
– 11.010 |
– 4.068 |
– 15.078 |
|
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/–) |
0 |
0 |
|||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
0 |
18.000 |
18.000 |
||
Aflossingen op leningen |
– 11.130 |
518 |
– 10.612 |
||
(-/–) |
|||||
Beroep op leenfaciliteit (+) |
11.010 |
4.068 |
15.078 |
||
4. |
Totaal financieringskasstroom |
– 120 |
4.586 |
18.000 |
22.466 |
5. |
Rekening-courant RHB 31 december 2013 (=1+2+3+4) |
9.709 |
21.642 |
25.627 |
56.996 |
Toelichting
Operationele kasstroom
De verhoging van de operationele kasstroom met € 25,6 mln wordt enerzijds veroorzaakt door balansmutaties waaronder de betaling van € 8 mln door EZ en € 10 mln door VWS op een vordering op EZ als gevolg van de vorming van een voorziening in 2012. Deze voorziening is bestemd voor de afkoop van huurcontracten van niet langer benodigde huisvesting. Daarnaast is door EZ voor € 8,8 mln en door VWS voor € 2,2 mln aan aanvullende opdrachten verstrekt.