Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2013 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) en de Nationale Schuld (IXA).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem
Deze 2e suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2013. De begroting 2013 is de eerste begroting waar de twee begrotingshoofdstukken IXA en IXB zijn samengevoegd.
In paragraaf 2.1 is een overzicht opgenomen van de belangrijkste mutaties (mutaties ≥ € 10 mln. voor artikel 1 t/m 10). Paragraaf 2.2 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Voor de apparaatsuitgaven geldt dat de verplichtingen gelijk worden gesteld aan de kasuitgaven. Een groot deel van de apparaatsuitgaven betreft personele uitgaven. Deze zijn naar hun aard op korte termijn weinig flexibel.
Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een toelichting op de cijfers uit de kolom «mutaties 2e suppletoire begroting» gegeven. De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen) van aard zijn. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften behoeven de technische mutaties niet te worden toegelicht. Ter vergroting van de informatiewaarde is ervoor gekozen een toelichting bij de grote programmamutaties op te nemen. Mutaties in de apparaatsuitgaven worden, voor zover deze betrekking hebben op overheveling van formatieplaatsen binnen de begroting of op overheveling tussen het Ministerie van Financiën en andere departementen, niet nader toegelicht. De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Najaarsnota opgenomen.
De belangrijkste mutaties (≥ € 10 mln.) zijn in onderstaande tabellen samengevat en worden daarna toegelicht. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij het betreffende artikel.
Tabel: overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties (x € 1.000)
Uitgaven |
Artikel |
|
---|---|---|
Stand begroting |
10.926.599 |
|
Stand begroting t/m ISB en NVW |
15.006.609 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
1) Belasting- en invorderingsrente |
– 175.000 |
1 |
2) Apparaatsuitgaven Belastingdienst |
– 17.299 |
1 |
3) IABF |
472.000 |
3 |
4) BTW-compensatiefonds |
– 234.127 |
6 |
5) Apparaat kerndepartement |
– 13.452 |
8 |
6) Overige uitgaven (saldo) |
2.965 |
|
Stand 2e suppletoire begroting 2013 |
15.041.696 |
Toelichting
1) Op grond van de realisatie en het verwachte vermoedelijk beloop over 2013 wordt de raming van de belasting- en invorderingsrente met € 175 mln. bijgesteld, zowel bij de ontvangsten als de uitgaven.
2) De mutatie bij de apparaatsuitgaven Belastingdienst (BD) wordt grotendeels veroorzaakt door onderuitputting bij het programma intensivering toezicht en invordering (– € 20 mln.). De rest is een saldo van een aantal kleine mee- en tegenvallers en overboekingen tussen verschillende ministeries.
3) Alle ontvangsten van de IABF worden gebruikt om de verplichting aan ING versneld af te bouwen. Wegens hogere ontvangsten door beëindiging van de transactie, realisaties en een wijziging van de eurodollarkoers is de raming van de funding fee met € 472 mln. naar boven bijgesteld. Zie kamerbrief AGT/2013/2183N.
4) De mutatie bij het BTW-compensatiefonds wordt veroorzaakt door een bijstelling van de raming op grond van de realisatiecijfers van de Belastingdienst.
5) De mutatie van 13 mln. bij het apparaat van het kerndepartement is het saldo van een opwaartse bijstelling bij de personele uitgaven (+ € 2,1 mln.) en een neerwaartse bijstelling bij de materiële uitgaven (– € 15,5 mln.). Bij de neerwaartse bijstelling is er enerzijds sprake van vertraging naar 2014 bij ICT-projecten met een technische oorzaak, anderzijds wordt vooruitgelopen op het invullen van taakstellingen.
Ontvangsten |
Artikel |
|
---|---|---|
Stand begroting |
126.872.143 |
|
Stand begroting t/m ISB en NVW |
121.639.481 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
1) Belasting- en invorderingsrente |
– 175.000 |
1 |
2) Boedeluitkering IJsland |
77.107 |
2 |
3) Overige ontvangsten FM |
42.332 |
2 |
4) Dividend Staatsdeelnemingen |
334.852 |
3 |
5) Dividend financiële instellingen |
94.400 |
3 |
6) Winstafdracht DNB |
22.523 |
3 |
7) IABF |
472.000 |
3 |
8) Premies EKV |
46.000 |
5 |
9) Schaderestituties EKV |
27.700 |
5 |
10) BTW-compensatiefonds |
– 234.127 |
6 |
11) Overige ontvangsten (saldo) |
– 2.735.084 |
|
Stand 2e suppletoire begroting 2013 |
119.612.184 |
Toelichting
1) Op grond van de realisatie en het verwachte vermoedelijk beloop over 2013 wordt de raming van de belasting- en invorderingsrente met € 175 mln. neerwaarts bijgesteld, zowel bij de ontvangsten als de uitgaven.
2) Uit de boedel van het failliete Landsbanki heeft Nederland de vierde boedeluitkering ontvangen. Het aandeel van de Staat bedraagt ruim € 77 mln.
3) Deze mutatie wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door het ontvangen van het Nederlandse aandeel uit de boedel van de Bank Nederlandse Antillen (BNA) (– € 38,7 mln.).
4) De dividendontvangsten van de staatsdeelnemingen zijn hoger dan geraamd. Deze meevaller wordt voornamelijk veroorzaakt door hoger dan geraamde dividenden bij Gasunie, NS, UCN en Schiphol.
5) In 2013 is er van ABN AMRO in totaal € 400 mln. dividend ontvangen, € 250 mln. als slotdividend over boekjaar 2012 en € 150 mln. als interimdividend over 2013. ASR heeft € 88,4 mln. uitgekeerd als slotdividend over boekjaar 2012. Hierdoor is een meevaller ontstaan van € 94,4 mln.
6) Betreft een bijstelling op basis van de gerealiseerde winstafdracht van DNB.
7) De hogere ontvangsten voor de IABF hebben twee oorzaken: naar aanleiding van een wijziging in de eurodollarkoers en de realisaties van dit jaar zijn de portefeuilleontvangsten en de overige fees bijgesteld. De overeenkomst over de transactie met ING heeft een aantal gevolgen voor de begroting 2013; deze worden in deze tweede suppletoire begroting verwerkt. Zie kamerbrief AGT/2013/2183N.
8) Door een aantal omvangrijke transacties zijn de premieontvangsten in het kader van de Exportkredietverzekering hoger dan verwacht, waardoor de raming voor de premieontvangsten naar boven is bijgesteld.
9) Er hebben bij de Exportkredtieverzekering meer schaderestituties plaatsgevonden dan verwacht, dit wordt veroorzaakt door hogere schaderestituties via de Club van Parijs en door hoger dan geraamde betalingen door private debiteuren.
10) De mutatie bij het BTW-compensatiefonds wordt veroorzaakt door een bijstelling van de raming op grond van de realisatiecijfers van de Belastingdienst.
In de onderstaande tabel worden de mutaties in de netto rentekosten gepresenteerd. Er is een verdeling gemaakt naar achterliggende oorzaak.
2013 |
|
---|---|
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013 |
9.605 |
Stand 1e Suppletoire begroting 2013 |
9.267 |
1. Renteswaps |
– 111 |
2. Bijstelling kassaldo |
0 |
3. Bijstelling rekenrente |
– 94 |
4. Effect van schulduitgifte |
– 54 |
5. Bijstelling rentekosten interne schuldverhoudingen |
7 |
Stand 2e Suppletoire begroting 2013 |
9.015 |
Toelichting
Hieronder worden de verschillende mutaties kort toegelicht. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de afzonderlijke artikelen en de toelichtingen onder de tabellen budgettaire gevolgen van beleid.
1) Renteswaps worden afgesloten om het renterisico van de staatsschuld te sturen. Een renteswap is een overeenkomst tussen twee partijen waarmee gedurende de looptijd van de swap een vaste rente wordt geruild tegen een variabele rente. Als gevolg van verschillen tussen de rente die wordt betaald en de rente die wordt ontvangen, ontstaan netto rentebaten of -lasten. De nieuw afgesloten swaps leiden per saldo tot een meevaller in de rentekosten.
2) Mutaties in de raming van het kassaldo van het lopend jaar worden opgevangen op de geldmarkt (via kortlopende leningen, zoals bijvoorbeeld schatkistpapier). Omdat de korte rekenrente nagenoeg gelijk aan nul is hebben wijzigingen in de raming van het kassaldo geen invloed op de rentekosten voor 2013.
3) Een verandering in de rekenrente leidt tot wijziging van de geraamde rentekosten. De rekenrente zijn na de eerste suppletoire begroting neerwaarts bijgesteld. Dit geeft lagere rentelasten voor het deel van de schuld dat in 2013 nog gefinancierd moet worden.
4) Deze rubriek bevat de effecten van de uitgifte van schuld. De raming van de rentelasten in een lopend jaar bestaat uit rentelasten van al uitgegeven leningen (realisaties) en uit een raming van de rentelasten van leningen die nog uitgegeven gaan worden. In de loop van het jaar wordt een steeds groter deel bepaald door de realisaties. Omdat de gerealiseerde rentetarieven gemiddeld lager zijn geweest dan de geraamde tarieven (gelijk aan de CPB-rekenrentes) is de raming voor de rentelasten neerwaarts bijgesteld.
5) De rentekosten vanwege interne schuldverhoudingen zijn licht gestegen. Dit komt met name doordat het totaal aan uitstaande deposito’s van deelnemers aan schatkistbankieren is gestegen, waardoor het Rijk meer rente betaalt. Tegelijkertijd is de raming van de te ontvangen rente door sociale fondsen licht gestegen, omdat het rekening-courantsaldo van de sociale fondsen meer negatief wordt geraamd. Netto zorgt dit voor iets hogere geraamde rente-uitgaven.
Algemene beleidsdoelstelling: Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering van die wet- en regelgeving zorgen er voor dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst na te komen (compliance). |
Stand begroting |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) NJN 2013 |
Stand NJN 2013 |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
3.244.427 |
3.404.813 |
3.212.514 |
|
Uitgaven (1) + (2) |
3.244.427 |
3.404.813 |
3.212.514 |
|
(1) Programma-uitgaven |
491.714 |
441.714 |
– 175.000 |
266.714 |
Waarvan: |
||||
waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||
Rente |
||||
Belasting- en invorderingsrente |
485.800 |
435.800 |
– 175.000 |
260.800 |
Rentevergoeding depotstelsel |
0 |
|||
Bekostiging |
5.914 |
5.914 |
0 |
5.914 |
Proceskosten |
3.536 |
3.536 |
0 |
3.536 |
Overige programma-uitgaven |
2.378 |
2.378 |
0 |
2.378 |
(2) Apparaatsuitgaven |
2.752.713 |
2.963.099 |
– 17.299 |
2.945.800 |
Personele uitgaven |
2.005.831 |
2.143.944 |
– 17.927 |
2.126.017 |
waarvan: Eigen personeel |
1.889.439 |
1.990.052 |
– 69.939 |
1.920.113 |
waarvan: Inhuur externen |
116.392 |
153.892 |
52.012 |
205.904 |
Materiële uitgaven |
746.882 |
819.155 |
628 |
819.783 |
waarvan: ICT |
170.572 |
200.272 |
25.000 |
225.272 |
waarvan: Bijdrage SSO's |
195.427 |
200.427 |
28.000 |
228.427 |
Ontvangsten (3) + (4) |
119.063.575 |
112.168.454 |
– 2.913.399 |
109.255.055 |
(3) Programma-ontvangsten |
119.043.603 |
112.148.482 |
– 2.916.399 |
109.232.083 |
Waarvan: |
||||
Belastingontvangsten |
118.211.450 |
111.356.329 |
– 2.746.399 |
108.609.930 |
Rente |
||||
Belasting- en invorderingsrente |
497.000 |
447.000 |
– 175.000 |
272.000 |
Boetes en schikkingen |
||||
Ontvangsten boetes en schikkingen |
147.877 |
147.877 |
5.000 |
152.877 |
Bekostiging |
||||
Kosten vervolging |
187.276 |
197.276 |
0 |
197.276 |
(4) Apparaatsontvangsten |
19.972 |
19.972 |
3.000 |
22.972 |
Artikel 1 Belastingen
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Belasting- en invorderingsrente (– € 175 mln.)
De raming van de belasting- en invorderingsrente is zowel aan de uitgaven- als aan de ontvangstenkant met € 175 mln. naar beneden bijgesteld. Deze mutatie ziet voor het grootste deel (c.a. € 150 mln.) op een technische verdeling van een in het verleden gesaldeerde mutatie naar respectievelijk de uitgaven- en ontvangstenkant.
Apparaatsuitgaven (– € 23,3 mln.)
In het regeerakkoord zijn middelen toegekend voor de maatregel intensivering toezicht en invordering. De uitbreiding van de benodigde capaciteit ten behoeve van de intensivering, wordt met een oploop gedurende het jaar gerealiseerd. Hierdoor is in 2013 € 20 mln. minder benodigd.
Het overige bedrag (€ 3,3 mln.) betreft het saldo van een aantal kleine mee- en tegenvallers en overboekingen tussen verschillende ministeries.
Ontvangsten
Belastingontvangsten (– € 2.746,4 mln.)
In de Najaarsnota 2013 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:
Aansluittabel art. 1 |
Stand ontwerpbegroting (NvW) 2013 (1) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting (2) |
Stand 1ste suppletoire begroting (3)=(1+2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
---|---|---|---|---|---|
Totaal belastingontvangsten |
140.240.234 |
– 6.538.609 |
133.701.625 |
– 2.898.716 |
130.802.909 |
–/– Afdracht Gemeentefonds |
17.963.120 |
– 73.855 |
17.889.265 |
56.574 |
17.945.839 |
–/– Afdracht Provinciefonds |
1.138.214 |
389.678 |
1.527.892 |
25.167 |
1.553.059 |
–/– Afdracht BTW-Compensatiefonds |
2.895.357 |
– 1.230 |
2.894.127 |
– 234.127 |
2.660.000 |
–/– Afdracht BES-fonds |
32.093 |
1.919 |
34.012 |
69 |
34.081 |
Belastingontvangsten IX |
118.211.450 |
– 6.855.121 |
111.356.329 |
– 2.746.399 |
108.609.930 |
Belasting- en invorderingsrente (– € 175 mln.)
De raming van de belasting- en invorderingsrente is zowel aan de uitgaven- als aan de ontvangstenkant met € 175 mln. naar beneden bijgesteld. Deze mutatie ziet voor het grootste deel (c.a. € 150 mln.) op een technische verdeling van een in het verleden gesaldeerde mutatie naar respectievelijk de uitgaven- en ontvangstenkant.
Ontvangsten boetes en schikkingen (+ € 5 mln.)
Ten opzichte van de huidige realisatie en het vermoedelijk beloop over 2013 moet de raming met € 5 mln. worden bijgesteld.
Apparaatsontvangsten (+ € 3 mln.)
De apparaatsontvangsten vloeien voort uit werkzaamheden voor derden. De gerealiseerde ontvangsten zijn € 3 mln. hoger dan de huidige raming. Hiertegenover staan hogere apparaatsuitgaven.
Artikel 2 Financiële Markten
Algemene beleidsdoelstelling: Randvoorwaarden te creeren die een integer en stabiel systeem bevorderen en er toe bijdragen dat de activiteiten van financiele instellingen gericht zijn op het leveren van betrouwbare dienstverlening aan burgers en bedrijven met acceptabele en transparante risico's, waarbij de kosten van overmatig risicovol gedrag niet worden afgewenteld op de belastingbetaler |
Stand begroting |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) NJN 2013 |
Stand NJN 2013 |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
59.938 |
60.881 |
– 6.145.197 |
– 6.084.316 |
waarvan garantieverpichtingen |
||||
Garantie kredietfaciliteit AFM |
– 6.147.182 |
– 6.147.182 |
||
Garantieregeling bancaire leningen |
||||
Garantie en waarborg NWB |
||||
Uitgaven |
59.538 |
60.881 |
1.985 |
62.866 |
waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||
Subsidies |
1.353 |
3.068 |
900 |
3.968 |
Geldmuseum |
530 |
1.685 |
0 |
1.685 |
CDFD |
823 |
1.383 |
900 |
2.283 |
Bekostiging |
14.800 |
15.250 |
– 2.235 |
13.015 |
Rechtspraak Financiële Markten |
1.100 |
1.250 |
0 |
1.250 |
Muntcirculatie |
13.385 |
13.385 |
– 1.885 |
11.500 |
Afname munten in circulatie |
0 |
0 |
||
Overig |
315 |
615 |
– 350 |
265 |
Opdrachten |
255 |
1.132 |
150 |
1.282 |
Wijzer in geldzaken |
255 |
1.132 |
150 |
1.282 |
0 |
||||
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s |
43.130 |
41.031 |
3.170 |
44.201 |
Bijdrage toezicht AFM |
25.749 |
17.168 |
3.332 |
20.500 |
Bijdrage toezicht DNB |
17.381 |
23.863 |
– 162 |
23.701 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
||||
Caribean Financial Action Taskforce |
20 |
20 |
0 |
20 |
IASB |
380 |
380 |
0 |
380 |
0 |
||||
Ontvangsten |
176.748 |
169.525 |
122.878 |
292.403 |
Garanties |
169.371 |
161.348 |
3.623 |
164.971 |
feeopbrengsten gar. banc. leningen |
169.371 |
161.348 |
3.623 |
164.971 |
Leningen |
||||
terugontv. voorfinanciering DNB (DGS) |
0 |
77.107 |
77.107 |
|
ontvangsten Ijsland |
||||
Bekostiging |
5.184 |
5.184 |
– 184 |
5.000 |
ontvangsten muntwezen |
5.184 |
5.184 |
– 184 |
5.000 |
toename munten in circulatie |
0 |
|||
0 |
||||
Overig |
2.193 |
2.993 |
42.332 |
45.325 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Garantie bancaire leningen (– € 6,1 mld.)
Als onderdeel van de exit-strategie wordt sinds 1januari 2011 aan banken die onder de garantieregeling leningen hadden uitgegeven de mogelijkheid geboden gegarandeerde leningen terug te kopen. ABN AMRO, NIBC, Achmea, leaseplan en ING hebben vervroegd een deel van hun lening afgelost. Onder andere hierdoor en door aflopende garanties is de garantielening bancaire leningen afgenomen met € 6,1 miljard.
CDFD (+ € 0,9 mln.)
Onderdeel van de post CDFD is de instelling van een Centrale Examenbank (CE) voor het toetsen van vakbekwaamheid van financiële dienstverleners. In de eerste suppletoire begroting was daarvoor € 500.000 gereserveerd. Met het oog op een zorgvuldige invoering per 1 januari 2014 heeft het Ministerie van Financiën de noodzakelijke voorbereidingen getroffen, waaronder aanbestedingen van de examenafnamesoftware en van een basisset met examenvragen. Hierdoor werd duidelijk dat de raming van de totale projectkosten in 2013 moest worden opgehoogd naar ca. € 1,4 mln. Dit brengt een extra reservering met zich mee van € 900.000.
Muntcirculatie (– € 1,9 mln.)
Vanwege een beperkte vraag naar circulatiemunten en bijzondere euromunten zijn de uitgaven voor grondstoffen kleiner dan begroot.
Overig (– € 0,4 mln.)
De post «Overig» betreft de monitoring commissies en de commissie Wijffels. Besloten is de werkzaamheden van de monitoring commissies af te ronden, waardoor de uitgaven dit jaar lager zullen uitvallen dan aanvankelijk was voorzien. De commissie Wijffels heeft haar werkzaamheden inmiddels afgerond. Ook hier vielen de uitgaven lager uit dan begroot
Ontvangsten
Feeopbrengsten garantie bancaire lening (+ € 3,6 mln.)
Door het vervroegd aflossen van de garantie bancaire lening wordt er in 2013 meer fee ontvangen dan geraamd. Voor deze transactie is een closing out fee betaaldaan de staat ter compensatie van de naar beneden bijgestelde meerjarige premie-inkomsten.
Ontvangsten IJsland (+ € 77,1 mln.)
Uit de boedel van het failliete Landsbanki heeft Nederland de vierde uitkering ontvangen. Het aandeel van de Staat in de meest recente uitkering bedraagt ruim € 77 mln. Dit brengt de stand van de totale ontvangst op circa € 811 mln. van het totale in 2008/2009 uitgekeerde bedrag van € 1,428 mld.
Ontvangsten muntwezen (– € 0,2 mln.)
Er zijn minder bijzondere munten afgenomen dan is geraamd.
Overig (+ € 42,3 mln.)
Deze mutatie wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door het ontvangen van het Nederlandse aandeel uit de boedel van de Bank Nederlandse Antillen (BNA). Bij de staatkundige hervormingen (10-10-10) was afgesproken dat Nederland uit de boedel van de BNA (€ 38,7 mln.) zou ontvangen. Het overige deel van de mutatie € 3,6 mln. wordt veroorzaakt door een technische mutatie van «bijdrage toezicht AFM» aan zowel de uitgaven als de ontvangstenkant.
Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek private sector
Algemene beleidsdoelstelling: optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen. In het bijzonder bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en materiële activa van de Staat. |
Stand begroting |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) NJN 2013 |
Stand NJN 2013 |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
336.637 |
14.835.024 |
– 78.989 |
14.756.035 |
waarvan betalingsverplichting: |
||||
Overbruggingskrediet SNS |
1.100.000 |
0 |
1.100.000 |
|
Kapitaalinjectie SNS |
2.700.000 |
0 |
2.700.000 |
|
waarvan garantieverplichting: |
||||
Garantie DNB |
5.700.000 |
0 |
5.700.000 |
|
Garantie SNS |
5.000.000 |
0 |
5.000.000 |
|
Uitgaven |
||||
1.994.237 |
5.715.624 |
471.998 |
6.187.622 |
|
waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||
Vermogensverschaffing |
0 |
3.800.000 |
0 |
3.800.000 |
Kapitaaluitbreiding TenneT |
||||
Uitkering superdividend NS |
||||
Tweede herkapitalisatie ABN AMRO |
||||
Kapitaalstorting couponbetaling MCN |
||||
overbruggingskrediet SNS |
1.100.000 |
0 |
1.100.000 |
|
kapitaalinjectie SNS |
2.700.000 |
0 |
2.700.000 |
|
Bekostiging/bijdrage |
||||
PPS |
||||
Bijdrage aan RWT |
5.019 |
5.310 |
– 52 |
5.258 |
NLFI (voorheen STAK) |
5.019 |
5.310 |
– 52 |
5.258 |
Lening |
1.979.000 |
1.888.000 |
472.000 |
2.360.000 |
Management fee IABF |
31.000 |
29.000 |
– 3.000 |
26.000 |
Funding fee IABF |
1.948.000 |
1.859.000 |
475.000 |
2.334.000 |
Garantie |
5.400 |
6.000 |
– 500 |
5.500 |
Regeling BF |
600 |
600 |
– 500 |
100 |
Dotatie begrotingsreserve TenneT |
4.800 |
4.800 |
0 |
4.800 |
Uitbetalingen garanties en vrijwaringen verkoop deelnemingen |
600 |
0 |
600 |
|
Opdrachten |
4.818 |
16.314 |
550 |
16.864 |
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen |
4.818 |
16.314 |
550 |
16.864 |
Ontvangsten |
5.027.343 |
6.197.126 |
923.994 |
7.121.120 |
Vermogensonttrekking |
||||
Opbrengst onttrekking vermogenstitels |
0 |
|||
Dividend staatsdeelnemingen |
259.322 |
271.122 |
334.852 |
605.974 |
Winstafdracht DNB |
1.139.366 |
1.952.249 |
22.523 |
1.974.772 |
waarvan SMP-Griekenland |
278.000 |
137.000 |
26.852 |
163.852 |
waarvan investeringsportefeuille DNB |
73.000 |
48.000 |
– 4.119 |
43.881 |
Afdrachten Holland Casino |
0 |
0 |
||
Afdrachten Staatsloterij |
96.000 |
88.000 |
0 |
88.000 |
Opbrengst verkoop vermogenstitels |
132.000 |
– 59 |
131.941 |
|
Dividend financiële instellingen |
394.000 |
394.000 |
94.400 |
488.400 |
Havenbedrijf Rotterdam Rijksbijdrage Landwinning |
0 |
295.482 |
0 |
295.482 |
Bijdrage aan RWT |
||||
NLFI (voorheen STAK) |
4.300 |
4.153 |
0 |
4.153 |
Leningen |
||||
Verwachte portefeuille ontvangsten IABF |
1.749.000 |
1.668.000 |
96.000 |
1.764.000 |
Garantie fee IABF |
67.000 |
64.000 |
– 6.000 |
58.000 |
Additionele fee IABF |
43.000 |
41.000 |
– 4.000 |
37.000 |
Additionele garantie fee IABF |
101.000 |
97.000 |
192.000 |
289.000 |
Verhandelbaarheidsfee IABF |
19.000 |
18.000 |
0 |
18.000 |
Afkoop garantiefee IABF |
0 |
0 |
194.000 |
194.000 |
Rente en aflossing div. leningen |
||||
Aflossing kapitaalversterkingen ING, Aegon en SNS Reaal |
750.000 |
750.000 |
0 |
750.000 |
Couponbetaling en/of boetebetaling kapitaal- |
||||
versterking ING, Aegon en SNS Reaal |
375.000 |
375.000 |
0 |
375.000 |
Renteontvangsten Mandatory Convertible Note |
||||
Renteontvangsten SNS krediet |
6.765 |
0 |
6.765 |
|
Garantie |
||||
Regeling BF |
0 |
278 |
278 |
|
Premie-ontvangsten garantie Tennet |
4.800 |
4.800 |
0 |
4.800 |
Premie-inkomsten Capital Relief Instrument |
||||
Premie-inkomsten counter indemnity |
25.555 |
25.555 |
0 |
25.555 |
Opdrachten |
||||
Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen |
10.000 |
0 |
10.000 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Uitgavenmutaties IABF (+ € 472,0 mln.)
Alle ontvangsten van de IABF worden gebruikt om de verplichting aan ING versneld af te bouwen. Wegens hogere ontvangsten door beëindiging van de transactie, realisaties en een wijziging van de eurodollarkoers is de raming van de funding fee met € 472 mln. naar boven bijgesteld. Tevens vindt er een verrekening plaats van door ING vooruitbetaalde fees over de periode na de afwikkeling van de IABF. Deze extra uitgaven van € 20 mln. zijn meegenomen in de raming van de funding fee. Zie voor verdere toelichting de ontvangsten IABF.
Regeling BF (– € 0,5 mln.)
De regeling wordt afgebouwd. In 2013 hebben zich tot op heden geen schades voorgedaan.
Uitvoeringskosten deelnemingen (+ € 0,6 mln.)
De uitvoeringskosten van de staatsdeelnemingen vallen hoger uit dan geraamd. De kosten voor de inhuur van extern advies voor de privatiseringstrajecten zijn hoger dan geraamd.
Ontvangsten
Dividend staatsdeelnemingen (+ € 334,9 mln.)
De dividendontvangsten van de staatsdeelnemingen zijn hoger dan geraamd. Deze meevaller wordt voornamelijk veroorzaakt door hoger dan geraamde dividenden bij Gasunie, NS, UCN en Schiphol.
Winstafdracht DNB (+ € 22,5 mln.)
Betreft een bijstelling op basis van de gerealiseerde winstafdracht van DNB.
Dividend financiële instellingen (+ € 94,4 mln.)
In 2013 is er van ABN AMRO in totaal € 400 mln. dividend ontvangen, € 250 mln. als slotdividend over boekjaar 2012 en € 150 mln. als interimdividend over 2013. ASR heeft € 88,4 mln. uitgekeerd als slotdividend over boekjaar 2012. Hierdoor is een meevaller ontstaan van € 94,4 mln.
Ontvangstenmutaties IABF (+ € 472,0 mln.)
De hogere ontvangsten voor de IABF hebben twee oorzaken:
1) Naar aanleiding van een wijziging in de eurodollarkoers en de realisaties van dit jaar zijn de portefeuille ontvangsten en de overige fees in totaal met € 77 mln. naar boven bijgesteld.
2) De overeenkomst over de beëindiging van de transactie met ING heeft een aantal gevolgen voor de begroting van 2013. In 2013 wordt € 395 mln. aan extra fees ontvangen, dit is inclusief afhandeling van de garantie fees en een extra betaling. (zie ook kamerbrief AGT/2013/2183N)
Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Algemene beleidsdoelstelling: Een bijdrage leveren aan een gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling |
Stand begroting |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) NJN 2013 |
Stand NJN 2013 |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
434.005 |
434.005 |
– 48.141.770 |
– 47.707.765 |
waarvan garantieverplichtingen: |
||||
Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen |
||||
Garantie aan DNB inzake IMF deelname |
||||
Garantie DNB inzake BIS |
113.445 |
113.445 |
113.445 |
|
EIB |
||||
Kredieten EU-betalingsbalanssteun |
||||
EFSF¹ |
0 |
– 48.141.770 |
– 48.141.770 |
|
EFSM |
||||
ESM |
||||
Uitgaven |
2.449.757 |
2.599.757 |
2.599.757 |
|
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||
Deelname aan internationale instellingen |
2.310.716 |
2.460.716 |
2.460.716 |
|
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen |
33.054 |
183.054 |
0 |
183.054 |
EFSF |
||||
ESM |
1.829.440 |
1.829.440 |
0 |
1.829.440 |
EIB |
448.222 |
448.222 |
0 |
448.222 |
Bijdrage uit inkomen Griekse obligaties |
139.041 |
139.041 |
0 |
139.041 |
Uitkering aan Griekenland |
139.041 |
139.041 |
0 |
139.041 |
Ontvangsten |
32.394 |
32.394 |
1.792 |
34.186 |
Deelname aan internationale instellingen |
8.480 |
8.480 |
0 |
8.480 |
Ontvangsten IFI's |
8.480 |
8.480 |
0 |
8.480 |
Lening |
23.914 |
23.914 |
1.792 |
25.706 |
Aflossing lening Griekenland |
||||
Rente ontvangsten lening Griekenland |
23.914 |
23.914 |
1.792 |
25.706 |
Service fee ontvangsten lening Griekenland |
Toelichting
Verplichtingen (– € 48,14 mld.)
Het tijdelijke noodfonds EFSF gaat sinds juli 2013 geen nieuwe leningenprogramma’s meer aan. Hierop is besloten om het garantieplafond neerwaarts bij te stellen tot de benodigde geraamde garanties aan het EFSF voor de huidige programma’s van Ierland, Portugal en Griekenland en de benodigde geraamde garantie voor het aanhouden van de kasreserve van het EFSF
Ontvangsten
Rente ontvangsten lening Griekenland (+ € 1,8 mln.)
Door een hogere rente dan de geraamde CPB rekenrente zijn de ontvangsten op de Griekse lening hoger uitgevallen.
Artikel 5 Exportkrediet- en investeringsverzekering
Algemene beleidsdoelstelling: Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico's die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland, in aanvulling op de markt, en het creëren en handhaven van een gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op dit vlak |
Stand begroting |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) NJN 2013 |
Stand NJN 2013 |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
10.616.386 |
10.616.386 |
0 |
10.616.386 |
waarvan garantieverplichtingen: |
||||
Reguliere EKV |
||||
Investeringsverzekeringen |
||||
MIGA |
||||
Omzetpolissen |
||||
Uitgaven |
113.106 |
113.106 |
0 |
113.106 |
waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||
Exportkredietverzekering |
||||
Schade-uitkering EKV |
100.000 |
100.000 |
0 |
100.000 |
Schade-uitkering investeringsverzekeringen |
500 |
500 |
0 |
500 |
Schade-uitkering MIGA |
||||
Schade-uitkering Omzetpolissen |
||||
Uitgaven Seno-Gom |
||||
Opdrachten |
||||
Kostenvergoeding Atradius DSB |
12.606 |
12.606 |
0 |
12.606 |
Ontvangsten |
128.550 |
142.550 |
73.700 |
216.250 |
Premies EKV |
40.000 |
54.000 |
46.000 |
100.000 |
Premies investeringsverzekeringen |
1.250 |
1.250 |
0 |
1.250 |
Premies omzetpolissen |
||||
Schaderestituties EKV |
52.300 |
52.300 |
27.700 |
80.000 |
Ontvangsten Seno-Gom |
34.500 |
34.500 |
0 |
34.500 |
Overige ontvangsten |
500 |
500 |
0 |
500 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Ontvangsten
Premies EKV (+ € 46 mln.)
Door een aantal omvangrijke transacties zijn de premieontvangsten in het kader van de Exportkredietverzekering hoger dan verwacht, waardoor de raming voor de premieontvangsten naar boven is bijgesteld. Deels is deze raminggebaseerd op transacties die nog in voorbereiding zijn en naar verwachting in 2013 gerealiseerd zullen worden. Er zijn drie relatief grote verzekeringspolissen uitgereikt, waarbij de maximale schadevergoeding € 200 mln. of hoger bedroeg, op debiteuren in Duitsland, Indonesië en Japan. Het gaat om de ICT sector (een innovatieve chipmachine van ASML), de scheepsbouwsector (een technisch hoogwaardig schip van Damen) en de watersector (bagger- en installatiewerkzaamheden door Van Oord en Heerema Marine Contractors voor transport van LNG als alternatief voor kernenergie). Meer specifieke informatie over de afgegeven polissen in 2013, kan worden teruggevonden op de website van Atradius DSB1.
Schaderestituties EKV (+ € 27,7 mln.)
Er hebben meer schaderestituties plaatsgevonden dan verwacht, dit wordt veroorzaakt door hogere schaderestituties via de Club van Parijs en door hoger dan geraamde betalingen door private debiteuren.
Artikel 6 BTW-Compensatiefonds
Gemeenten, provincies en Wgr-plusregio's hebben de mogelijkheid een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De btw speelt hierin geen rol. |
Stand begroting |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) NJN 2013 |
Stand NJN 2013 |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
2.895.357 |
2.894.127 |
2.660.000 |
|
Uitgaven |
2.895.357 |
2.894.127 |
– 234.127 |
2.660.000 |
waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||
Instrument: Btw-compensatieregeling |
||||
w.v. bijdragen aan gemeenten en kaderwetgebieden |
2.561.662 |
2.561.336 |
– 207.118 |
2.354.218 |
w.v. bijdragen aan provincies |
333.695 |
332.791 |
– 27.009 |
305.782 |
Ontvangsten |
2.895.357 |
2.894.127 |
2.660.000 |
Toelichting
Verplichtingen en Uitgaven en Ontvangsten
Bijdrage aan gemeenten en kaderwetgebieden (– € 207,1 mln.)
De raming is bijgesteld op grond van voorlopige realisatiecijfers van de Belastingdienst. De verwachting is dat gemeenten minder zullen declareren dan werd geraamd bij het opstellen van de ontwerpbegroting.
Bijdrage aan provincies (– € 27,0 mln.)
De raming is bijgesteld op grond van voorlopige realisatiecijfers van de Belastingdienst. De verwachting is dat provincies iets minder zullen declareren dan werd geraamd bij het opstellen van de ontwerpbegroting.
Artikel 7 Beheer materiële activa
Een optimaal financieel resultaat bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksbeleidsdoelstellingen. |
Stand begroting |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) NJN 2013 |
Stand NJN 2013 |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
300 |
306 |
606 |
|
Uitgaven |
300 |
306 |
300 |
606 |
waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||
Bekostiging |
||||
Zakelijke lasten |
0 |
0 |
||
Opdrachten |
||||
Onderhoud en beheerskosten RVOB |
0 |
0 |
||
Beheerskosten DRZ |
300 |
306 |
300 |
606 |
Leningen |
||||
Anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling |
0 |
0 |
||
Bijdrage aan baten-lastendienst |
||||
Bijdrage aan RVOB |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
1.800 |
1.800 |
300 |
2.100 |
Bekostiging |
||||
Zakelijke lasten |
0 |
0 |
||
Opdrachten |
||||
Onderhoud en beheerskosten |
||||
Leningen |
||||
Anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling |
||||
Programma-ontvangsten Baten-lastendiensten |
1.800 |
1.800 |
2.100 |
|
Ingebruikgevingen RVOB |
0 |
0 |
||
Vervreemding RVOB |
0 |
0 |
||
Vervreemding DRZ |
1.800 |
1.800 |
300 |
2.100 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Beheerskosten DRZ (+ € 0,3 mln.)
De uitgaven bij Domein Roerende Zaken (DRZ) vallen € 0,3 mln. hoger uit, doordat meer schadevergoeding moest worden uitgekeerd voor door het OM onterecht in beslaggenomen goederen.
Ontvangsten
Vervreemding DRZ (+ € 0,3 mln.)
De ontvangsten bij DRZ zijn € 0,3 mln. hoger door meer opbrengsten uit de verkoop van in beslaggenomen goederen.
Artikel 8 Centraal Apparaat Kerndepartement
Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van Financiën met uitzondering van de Belastingdienst (zie artikel 1) en de baten-lastendiensten DRZ en RVOB. |
Stand begroting |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) NJN 2013 |
Stand NJN 2013 |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
203.021 |
214.776 |
– 13.452 |
201.324 |
Uitgaven |
203.021 |
214.776 |
– 13.452 |
201.324 |
waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||
Personeel Kerndepartement |
135.877 |
132.777 |
2.079 |
134.856 |
Eigen personeel |
130.914 |
128.536 |
690 |
129.226 |
Inhuur externen |
4.517 |
3.795 |
1.527 |
5.322 |
Overig personeel |
446 |
446 |
– 138 |
308 |
Materieel Kerndepartement |
67.144 |
81.999 |
– 15.531 |
66.468 |
waarvan ICT |
13.122 |
15.458 |
– 4.450 |
11.008 |
waarvan bijdrage aan SSO's |
35.517 |
30.657 |
– 1.817 |
28.840 |
waarvan overig materieel |
18.505 |
35.884 |
– 9.264 |
26.620 |
Ontvangsten |
27.346 |
33.505 |
– 2.435 |
31.070 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven (– € 13,5 mln.)
Personeel Kerndepartement (+ € 2,1 mln.)
De verhoging van de personele uitgaven van € 2,1 mln. is het gevolg van de verwerking van de overkomende budgetten van de auditdienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie naar de Auditdienst Rijk in 2013.
Materieel Kerndepartement (– € 15,5 mln.)
Bij de materiële uitgaven zoals ICT en bijdrage aan SSO's is enerzijds sprake van vertraging naar 2014 bij ICT-projecten met technische oorzaak, anderzijds wordt vooruitgelopen op de taakstellingen. Daarnaast zijn zowel de uitgaven als de ontvangsten bij het Bureau Schade Afwikkeling verlaagd vanwege het vertrek uit het Omslagstelsel Rijkswagenpark van het Korps landelijke politiediensten (KLPD) naar de Nationale Politie.
Ontvangsten (– € 2,4 mln.)
Zie onder uitgaven bij materieel kerndepartement.
Artikel 9 Algemeen
Niet in gebruik.
Artikel 10 Nominaal en onvoorzien
Vanuit dit artikel vinden overboekingen van loon- en prijsbijstelling naar de loon- en prijsgevoelige artikelen binnen IXB plaats. Dit artikel is ook bedoeld om eventuele onzekere ontwikkelingen op de begroting op te vangen. |
Stand begroting |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) NJN 2013 |
Stand NJN 2013 |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
5.685 |
3.219 |
682 |
3.901 |
Uitgaven |
5.685 |
3.219 |
682 |
3.901 |
Onvoorzien |
3.152 |
3.219 |
682 |
3.901 |
Loonbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
Prijsbijstelling |
2.533 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Artikel 11 Financiering staatsschuld
In de onderstaande tabel worden de mutaties op artikel 11 Financiering staatsschuld, dat betrekking heeft op de extern gefinancierde schuld, weergegeven. Conform Europese voorschriften (ESR 95) worden inkomsten en uitgaven voor de staatsschuld op transactiebasis begroot en verantwoord.
Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke rentekosten onder acceptabel risico voorde begroting. |
Stand vastgestelde begroting (na NvW, amendementen en ISB) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4=2+3) |
---|---|---|---|---|
Totaal Uitgaven |
42.011 |
40.739 |
– 2.391 |
38.348 |
Totaal Programma-uitgaven |
41.994 |
40.716 |
– 2.390 |
38.326 |
Totaal Rentelasten |
10.190 |
9.884 |
– 264 |
9.620 |
Rentelasten vaste schuld |
9.966 |
9.765 |
– 200 |
9.565 |
Rentelasten vlottende schuld |
224 |
119 |
– 65 |
54 |
Uitgaven voortijdige beëindiging |
0 |
0 |
1 |
1 |
Aflossing vaste schuld |
31.804 |
28.658 |
48 |
28.706 |
Mutatie vlottende schuld |
0 |
2.174 |
– 2.174 |
0 |
Overige kosten schulduitgifte |
17 |
22 |
0 |
22 |
Totaal Ontvangsten |
46.106 |
50.110 |
3.279 |
53.389 |
Totaal Programma-ontvangsten |
46.106 |
50.110 |
3.279 |
53.389 |
Totaal Rentebaten schuld |
113 |
110 |
– 6 |
104 |
Rentebaten vaste schuld |
0 |
0 |
0 |
0 |
Rentebaten vlottende schuld |
113 |
110 |
– 6 |
104 |
Ontvangsten voortijdige beëindiging |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgifte vaste schuld |
45.993 |
50.000 |
0 |
50.000 |
Mutatie vlottende schuld |
0 |
0 |
3.285 |
3.285 |
Toelichting
Verplichtingen en Uitgaven
Aflossing en uitgifte vaste schuld en mutatie vlottende schuld
De vlottende schuld zal naar verwachting toenemen met € 3,3 mld. Bij de eerste suppletoire begroting werd uitgegaan van een afname van € 2,2 mld. De mutatie wordt veroorzaakt door een hoger kastekort en een afname van gestort onderpand.
Bij het afsluiten van swapcontracten is vastgelegd dat tegenpartijen onderpand moeten storten als de swaps voor de Staat een positive marktwaarde hebben. Dit is een éénzijdige verplichting; als de swaps voor de tegenpartij een positieve marktwaarde hebben (en voor de Staat een negatieve marktwaarde) stort de Staat geen onderpand.
Er is minder onderpand gestort omdat de marktwaarde van de swapportefeuille is gedaald. Aangezien onderpand één van de financieringsbronnen van de Nederlandse Staat is, moet meer schuldpapier worden uitgegeven.
De aflossing vaste schuld is bijgesteld omdat een lening vervroegd wordt afgelost. Het betreft een lease contract van een baten-lastendienst die het Agentschap uitvoert.
Rentelasten en rentebaten
De lagere rentetarieven leiden tot lagere rentelasten op de schulden, maar ook tot lagere rentebaten op de (tijdelijke) uitzettingen.
Artikel 12 Kasbeheer
In de onderstaande tabel worden de mutaties op artikel 12 Kasbeheer, dat betrekking heeft op de schuldverhouding tussen de Minister van Financiën en de instellingen die deelnemen aan schatkistbankieren, weergegeven.
Het optimaliseren van het kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist gelieerd. |
Stand vastgestelde begroting (na NvW, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (2+3=4) |
---|---|---|---|---|
Totaal Uitgaven |
8.246 |
9.867 |
– 1.701 |
8.166 |
Totaal Programma-uitgaven |
8.246 |
9.867 |
– 1.701 |
8.166 |
Rentelasten |
56 |
15 |
10 |
25 |
Verstrekte leningen |
1.305 |
1.305 |
193 |
1.498 |
Mutaties in rekening-courant en deposito’s |
6.885 |
8.547 |
– 1.908 |
6.639 |
Uitgaven bij voortijdige beëindiging |
0 |
0 |
3 |
3 |
Totaal Apparaatuitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal Ontvangsten |
1.922 |
2.173 |
24 |
2.197 |
Totaal Programmaontvangsten |
1.922 |
2.173 |
24 |
2.197 |
Rentebaten |
528 |
522 |
3 |
525 |
Ontvangen aflossingen |
1.394 |
1.651 |
– 78 |
1.573 |
Mutaties in rekening-courant en deposito’s |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten bij voortijdige beëindiging |
0 |
0 |
99 |
99 |
Toelichting
Algemeen:
De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit vier onderdelen: rentelasten en rentebaten, mutaties in leningen en aflossingen, mutaties in rekening-courant en deposito’s en uitgaven en ontvangsten bij vroegtijdige beëindiging van leningen.
Rentebaten en Rentelasten
Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan en de renteontvangsten van de deelnemers aan het schatkistbankieren over de aangehouden middelen (in rekening-courant, leningen en deposito’s). De kleine stijging van de rentelasten wordt veroorzaakt doordat er meer middelen in deposito’s worden aangehouden dan ten tijde van de eerste suppletoire begroting. De hogere renteontvangsten worden veroorzaakt doordat de rekening-courantsaldi van de sociale fondsen nu meer negatief worden geraamd. Over deze hogere roodstand in de rekening-courant betalen de sociale fondsen dus meer rente.
Verstrekte leningen en ontvangen aflossingen
In de tweede suppletoire begroting zijn de tot nu afgesloten en afgeloste leningen verwerkt. Het bedrag aan verstrekte leningen is iets hoger dan eerder geraamd. Het bedrag aan aflossingen valt juist wat lager uit.
Mutaties in rekening-courant en deposito’s
Als het saldo dat deelnemers aan schatkistbankieren aanhouden in de vorm van rekening-couranttegoeden en deposito’s stijgt, dan wordt dit geboekt als ontvangst voor het Rijk. Voor 2013 wordt echter een uitgave geraamd, dus dat houdt in dat de saldi op de rekeningen-courant en deposito’s dalen. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de rekening-courant saldi van de sociale fondsen afnemen (meer negatief worden). Ten opzichte van de eerste suppletoire begroting wordt die afname nu nog € 1,2 mld. hoger geraamd. Daar staat tegenover dat in de tweede suppletoire begroting ook de verwachte instroom in de rekening-courant en deposito’s van decentrale overheden is meegenomen. Voor 2013 wordt die instroom geraamd op € 3,1 mld. Het wetsvoorstel dat het meedoen van decentrale overheden aan schatkistbankieren regelt moet nog worden aangenomen door de Eerste Kamer. In de raming wordt er vanuit gegaan dat het wetsvoorstel eind 2013 ingaat, waardoor decentrale overheden nog in 2013 beginnen met het aanhouden van middelen op hun rekening-courant bij het Rijk.
Ontvangsten bij voortijdige beëindiging
Deze mutatie betreft de voortijdige aflossingen van leningen van een baten-lastendienst voor de afkoop van een lease contract.