Nr. 22 AMENDEMENT VAN DE LEDEN OMTZIGT EN KNOPS

In dit wetsvoorstel doet zich een bijzondere discontinuïteit voor. Indien de bijtelling van de eigen woningwaarde op dit moment hoger is dan de aftrek van de hypotheekrente, dan is er geen bijtelling en geen aftrek. Dit is de zogenaamde wet-Hillen.

In het voorliggende wetsvoorstel kan iets vreemds gebeuren. De aftrek van de hypotheekrenteaftrek gebeurt tegen een lager percentage dan de bijtelling van de eigen woningwaarde. Dan kan de belastingplichtige te maken krijgen met een netto meer bijtelling dan aftrek, ook als aftrek lager is dan de bijtelling.

Om de belastingplichtige niet te belasten met de precieze berekeningen wanneer hij wel of geen aangifte hoeft te doen, zorgt dit amendement ervoor dat indien de afgetrokken rente lager is dan de bijtelling, de netto bijtelling altijd nul is, zoals nu bij wet al zo is. Dit amendement beperkt de groep belastingplichtigen die te maken kan krijgen met de tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning. Aangezien de tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning hierdoor ten opzichte van het wetsvoorstel structureel niet € 770 miljoen, maar € 750 miljoen oplevert, is er een bedrag van € 20 miljoen minder beschikbaar voor de verlenging van de derde schijf in de loon- en inkomstenbelasting. Deze aanpassing is in dit amendement ook opgenomen. Per saldo heeft dit amendement daardoor geen budgettaire gevolgen.

De wijziging van de inkomensbestanddelen waarop de tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning van toepassing wordt, wordt bewerkstelligd door de in het wetsvoorstel in artikel 3.2, onderdeel A, opgenomen wijziging van de artikelen 2.10 en 2.10a van de Wet IB 2001 aan te passen (onderdeel I van dit amendement). Op grond van het wetsvoorstel komen alle belastingplichtigen die kosten met betrekking tot een eigen woning in aftrek brengen in de vierde schijf van de inkomstenbelasting in aanraking met de correctie ten gevolge van de tariefsaanpassing. De belastingplichtigen die geen eigenwoningschuld (meer) hebben krijgen op grond van het wetsvoorstel dus niet te maken met de tariefsaanpassing. Door dit amendement worden daaraan de belastingplichtigen met een geringe eigenwoningschuld als bedoeld in artikel 3.123a van de Wet IB 2001 toegevoegd. De tariefsaanpassing is door deze wijziging uitsluitend van toepassing indien geen aftrek op de voet van artikel 3.123a van de Wet IB 2001 is genoten. Daardoor zijn alle belastingplichtigen die gebruik maken van deze zogenoemde Hillen-regeling uitgezonderd van de belastingcorrectie in verband met de tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning.

Ten gevolge van de beperking van de groep belastingplichtigen die te maken kan krijgen met de tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning, is de structurele opbrengst van de tariefsaanpassing niet € 770 miljoen, maar € 750 miljoen. Deze derving van structureel € 20 miljoen wordt opgevangen door dat bedrag in mindering te brengen op het voor de terugsluis beschikbare bedrag voor de verlenging van de derde schijf van de loon- en inkomstenbelasting. Dit gebeurt door verlaging van de bedragen in de onderdelen II tot en met XXV van dit amendement.