Ontvangen 13 november 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Het in artikel XIX, onderdeel G, opgenomen artikel 84b van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 vervalt.
II
Artikel XXXVII wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel g, vervalt.
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. In afwijking van het eerste lid treden de artikelen XIX, onderdelen E, F en G, XXVIII en XXVII, onderdeel B, onder 1, in werking met ingang van 1 januari 2015.
Als gevolg van dit amendement wordt invoering van het in het Belastingplan 2014 voorziene alternatief voor de vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting voor oldtimers uitgesteld van 1 januari 2014 tot 1 januari 2015. Als gevolg van dit uitstel kan artikel 84b dat betrekking heeft op de overgangsregeling in 2014 vervallen. Het uitstel tot 1 januari 2015 gaat gepaard met een budgettaire derving van € 123 miljoen in 2014 en jaarlijks € 1 mln daarna, totdat in 2029 een structureel niveau wordt bereikt.
Indiener is van oordeel dat een oldtimerregeling weloverwogen en goed gefundeerd moet worden ingevoerd. Er zijn op dit moment nog veel zaken onvoldoende duidelijk als het gaat om de vraag hoe vervuilend oldtimers zijn, hoeveel ermee gereden wordt, de financiële opbrengsten van deze maatregel, en of een en ander juridisch wel houdbaar is. Basis voor de regeling is onder meer een «quickscan» van het Planbureau voor de Leefomgeving. Nader onderzoek is wenselijk om tot een betrouwbaarder oordeel te komen over de meest effectieve aanpak. Indiener is van oordeel dat het verstandig is, de regeling één jaar uit te stellen, teneinde meer zekerheid te hebben dat wij een regeling gaan invoeren die vooral gaat bereiken waar zij voor bedoeld is: optimaal behoud van automobiel cultureel erfgoed, en een gunstig effect voor het milieu.
Klein