Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 maart 2014
Van 29 tot en met 31 januari heb ik een werkbezoek gebracht aan India.
Bijgevoegd treft u het verslag aan van deze reis en kopieën van de samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van de volksgezondheid en de sportinfrastructuur die ik met mijn respectievelijke Indiase collega’s, de heer Shri Gulam Nabi Azad, minister van Gezondheid en Gezinsaangelegenheden en de heer Shri Jitendra Singh, minister van Sport en Jeugd heb getekend1.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers
Dit werkbezoek had tot doel om de bilaterale contacten met de Indiase collega’s op het gebied van gezondheidszorg en sport te continueren en de eerder afgesproken intenties verder in te vullen en uit te breiden. Meer specifiek ging het om onderstaande.
Gezondheidszorg
a. Het ondertekenen van een samenwerkingsovereenkomst met mijn Indiase Collega van gezondheidszorg en gezinsaangelegenheden. De samenwerkingsovereenkomst is een paraplu raamwerk waardoor het mogelijk is dat partners zoals de Inspectie Gezondheidszorg en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu met hun respectievelijke partners, de Drug Controller General en het Indiase National Centre for Disease Control en de Public Health Foundation kunnen samenwerken.
b. Het continueren van de contacten met het Ministerie van Onderzoek en Wetenschap, dat een samenwerkingsovereenkomst heeft met het Ministerie van Economische Zaken. In dat kader heb ik de lancering bijgewoond van een cohortstudie uit te voeren door het Erasmus MC en het All India Institute of Medical Sciences. De cohortstudie richt zich name op de ziekten van Alzheimer en beroertes.
c. Voorts heb ik bij mijn Indiase collega aandacht gevraagd voor bilaterale en internationale activiteiten op het gebied van antibiotica resistentie.
d. Tot slot heb ik waar mogelijk activiteiten van de sector Life Sciences and Health ondersteund.
Sport
a. Het ondertekenen van een samenwerkingsovereenkomst met mijn Indiase collega van sport.
b. De samenwerkingsovereenkomst biedt partijen mogelijkheden op het gebied van sportinfrastructuur en de ontwikkeling van locale sportfaciliteiten.
Op mijn verzoek is op 29 januari een ronde tafel bijeenkomst gehouden over antimicrobiële resistentie met de heer Keshav Desiraju, Secretary van het Department van Gezondheid en Gezinsaangelegenheden en zijn staf. Doel van deze ronde tafel was om de bilaterale uitwisseling op het gebied van antibiotica resistentie te continueren en India te betrekken in de voorbereiding en uitvoering van een ministeriele bijeenkomst die Nederland, op verzoek van en samen met de WHO, eind juni 2014 zal organiseren om het politiek commitment op een aantal onderwerpen van antibiotica resistentie wereldwijd te versterken. Ik heb gevraagd of India bereid zou zijn het voorzitterschap van die bijeenkomst met mij te delen.
Secretary Keshav Desiraju heeft toegezegd dat als Nederland een dergelijke conferentie zal gaan organiseren India actief zal deelnemen. Tevens heeft hij aangegeven dat India bereid is om in het kader van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en haar vergaderingen actief bilateraal ook met Nederland van gedachten te wisselen over de activiteiten van de WHO.
India heeft in 2011 een nationaal beleid voor antibiotica resistentie ingevoerd. Een werkgroep is ingesteld om een aantal zaken verder te brengen zoals een herziening van de situatie van productie, gebruik en misbruik van antibiotica in India, het invoeren van een surveillance systeem, het initiëren van studie op het gebied van voorschrijfpatronen en het opzetten van een monitoringssysteem en regelgeving voor het gebruik van antibiotica in de humane en veterinaire sector. Dit geheel aan maatregelen zal door de deelstaten in India moet worden geïmplementeerd. Van Indiase zijde werd aangegeven dat implementatie en het toezicht nog volop in ontwikkeling zijn. Vanuit Nederland heb ik aangeboden dat, indien gewenst, kennisuitwisseling op het gebied van surveillance tot de mogelijkheden behoort.
In mijn gesprek met de heer Reddy op 30 januari heb ik hem uitgenodigd naar Nederland te komen. Nederland en India hebben sinds 2008 een MoU voor samenwerking op het vlak van Wetenschap en Technologie. Sinds 2011 is er ook een samenwerkingsovereenkomst tussen het departement van biotechnologie dat onder Minister Reddy’s verantwoordelijkheid valt en het ministerie van Economische Zaken in Nederland. Deze overeenkomst ondersteund zowel gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek, als op innovatiegerichte activiteiten en publiek private samenwerking. Tevens heb ik de heer Reddy bedankt voor de inspanningen vanuit het departement van biotechnologie voor de steun in de samenwerking met Nederland en in dit geval in het bijzonder voor de samenwerking tussen het All India Institute of Medical Sciences en Het Erasmus MC in Rotterdam. Ik heb tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om hem te interesseren voor mogelijke onderzoekssamenwerking op het gebied van antibioticaresistentie en de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Bij een mogelijk volgend bezoek van hem aan Nederland zou daar nader op kunnen worden in gegaan.
Aansluitend aan het gesprek met mijn collega, minister Reddy, vond de lancering van de cohorstudie plaats. Erasmus MC heeft ervaring opgedaan in verschillende landen met cohortsudies. Voor India is het van belang meer te weten te komen over het voorkomen van dementie en beroertes in de Indiase bevolking. Met de snelle economische en sociale ontwikkelingen in India wil men beter kunnen inspelen op vragen in het aanbod van de gezondheidszorg. Bij de presentaties van beide zijden voor de lancering van de cohortstudie werd duidelijk dat resultaten van een dergelijk studie eerst op de lange termijn beschikbaar zullen komen. Voor het Erasmus MC is het belang dat zij onderzoekskansen krijgen bij grote hoeveelheid mensen die India kan bieden en op die wijze zicht krijgt op het voorkomen van bepaalde ziektes in India.
Het gesprek op 30 januari met mijn collega de heer Azad stond in het teken van het ondertekenen van de samenwerkingsovereenkomst tussen hem en mij op het gebied van de gezondheidszorg. Een afschrift van deze overeenkomst is als bijlage bijgevoegd.
De overeenkomst heeft tot doel samenwerking te bevorderen op het gebied van infectieziektenbestrijding, in het bijzonder antibioticaresistentie en op het gebied van medicijnen. De partners aan beide kanten zoals het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en de Inspectie Gezondheidszorg kunnen onder de paraplu van deze overeenkomst hun samenwerking gestalte geven. Voorts biedt deze overeenkomst ook mogelijkheden aan publiek private samenwerking tussen partijen in Nederland en India bijvoorbeeld op het gebied van medische technologie en die gebieden die van belang zijn voor de sector van Life Sciences and Health.
Tevens ben ik ingegaan op het onderwerp van de antibiotica resistentie en de gehouden ronde tafel. Ik heb benadrukt dat internationale samenwerking nodig is voor multisectorale onderwerpen zoals het ontwikkelen van nieuwe business modellen voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen, de relatie humaan en veterinair. Daarnaast heb ik aangegeven dat het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu veel ervaring heeft in surveillance op dit terrein. Ik heb minister Azad gevraagd of India een actieve rol wil spelen op de in Nederland te organiseren bijeenkomst in juni 2014 in het kader van de voorbereiding van het global action plan van de WHO. Minister Azad heeft herhaald dat men graag met Nederland in het kader van de WHO wil samenwerken. Hij zal zich beraden op de rol van India bij de in juni 2014 te organiseren bijeenkomst in Nederland.
Voorts heb ik de Indiase minister uitgenodigd om aan te sluiten bij het «European joint Programming Initiative for research on antibiotic resistance», waar Nederland een actieve rol speelt. Dit verzoek zal men nader overwegen.
In Mumbai heb ik op 31 januari gesproken op een bijeenkomst van de «Indian Netherlands Business Association» over de ontwikkelingen en houdbaarheid van de zorg, met name dat product innovatie gepaard moet gaan met proces innovatie en efficiëntie in de kosten. Amit Mookim, partner van KPMG Health care sector India hield een inleiding over de trends in de gezondheidszorg in India (toegang tot de zorg, eerstelijnszorg, differentiatie in ziekenhuis aanbod, opleidingen en informatietechnologie in de zorg en de marktkansen voor het Nederlands bedrijfsleven. De Nederlandse ambassade in India zal binnenkort een kansenrapport India voor de Life Sciences and Health sector uitbrengen.
Het Hinduja ziekenhuis in Mumbai wordt van belang geacht vanwege de diagnostiek en behandeling van tuberculose patiënten. Dr Camilla Rodrigues met wie ik heb gesproken op vrijdag 31 januari heeft een belangrijke rol gespeeld in het signaleren in India van multiresistente tuberculose en antibiotica resistentie. Het was interessant om uit de eerste hand van haar te vernemen welke activiteiten zij op het gebied van surveillance, preventie, goed gebruik heeft ondernomen in haar netwerk in de regio van Mumbai. Onderkennen van multiresistente is cruciaal in de oplossing ervan. Toegezegd is om contact te leggen tussen de Nederlandse tuberculose vereniging en dit ziekenhuis dat in India als voorloper kan worden gezien van de aanpak ter voorkoming van multiresistente.
In het «Major Dhyan Chand National Stadium in New Delhi» werd op 30 januari een « Indo Dutch Business Meet on sport Infrastructure and Area Development» gehouden waar ik de aftrap heb gegeven. De bijeenkomst werd gezamenlijk georganiseerd door de Indiase «Sport Authority, the India Netherlands Business Association» en de Nederlandse ambassade in New Delhi.
Voor deze bijeenkomst had de FME een bedrijvenmissie naar India georganiseerd op het gebied van sport infrastructuur om tot verdere samenwerking met India te komen. India kent een sportstimuleringsbeleid en daarbij behorend zullen grote aantallen sportfaciliteiten worden gerealiseerd.
Een centraal thema op de bijeenkomst was de presentatie van het concept van Amsterdam Arena met de samenwerkende bedrijven. Vanuit de sport autoriteit in India is de wens naar voren gekomen als eerste het Indira Gandhi National Stadium in New Delhi, een van de grootste stadions in India, aan te passen aan de hedendaagse mogelijkheden voor het benutten van stadions in de stedelijke omgeving. Ook het aanwezige bedrijfsleven (waaronder de grootste multinationals van India, Tata, Reliance en Jindal Steel) gaven aan deze sessie als een «eye opener» te beschouwen. Een eerste overleg over samenwerking met Amsterdam Arena en andere partners heeft door deze bijeenkomst plaatsgevonden en geleid tot het tekenen van twee MoU’s tussen de Amsterdam Arena en Ecofirst (Tata) en Tenon (grootste facility manager van India) waarmee nauwe samenwerking wordt beoogd.
Vrijdagmiddag is als vervolg op deze sessie met deze groep bedrijven en een aantal grote Indiase bedrijven een sessie georganiseerd over de mogelijkheden van sport (infrastructuur)ontwikkeling en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Als gevolg van dit bezoek wordt door een aantal bedrijven uit deze groep nu gewerkt aan een voorstel voor een «Partners for Internationaal Business» subsidie om deze interessante eerste stap concrete opvolging te geven.
Tijdens het bezoek van minister Singh aan Nederland in juni 2013 heeft hij ook de Amsterdam Arena bezocht en was onder de indruk van de faciliteit, het management en de bredere ontwikkeling ingebed in de stedelijke ontwikkelingsplannen. Bij die gelegenheid is ook het initiatief ontstaan om met een sport bedrijvenmissie naar India te gaan. Van Indiase kant is duidelijk gemaakt dat voor een zinvolle samenwerking een overeenkomst tussen de beide nationale overheden nodig is. Daarom is een Memorandum of Understanding voorbereid dat ik op 30 januari heb getekend samen met mijn Indiase collega. Een kopie van deze overeenkomst is bijgevoegd. Deze overeenkomst geeft samenwerkingsmogelijkheden op het gebied van ontwikkeling, onderhoud en gebruik van sportfaciliteiten. Minister Singh bleek in het gesprek met mij veel waarde te hechten aan de samenwerking met Nederland. Ik heb minister Singh uitgenodigd om in Juni 2014 het WK hockey in Nederland bij te wonen.