Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2014
In mijn brief van 31 januari 2014 aan uw Kamer1 heb ik aangegeven dat ik mij nog zou beraden of ik cassatie instel tegen de uitspraak van het Gerechtshof in het door EVT aangespannen spoedappèl en heb ik toegezegd u van ontwikkelingen in het Waddendossier op de hoogte te houden. Met deze brief geef ik invulling aan die toezegging.
Inmiddels hebben constructieve eerste gesprekken plaatsgevonden met alle partijen, dus zowel met de betrokken gemeenten als met de rederijen EVT en TSM, om te verkennen welke andere mogelijkheden er nog zijn om de continuïteit van de veerverbindingen te garanderen. Deze gesprekken zullen de komende tijd met de nodige voortvarendheid worden voortgezet.
Alle gesprekken hebben een vertrouwelijk karakter, om zo in alle rust verschillende oplossingsrichtingen te kunnen uitwerken. Daarmee is er een zo groot mogelijke kans dat op korte termijn duidelijkheid komt over een mogelijke oplossing. Ik zal u informeren als die duidelijkheid er is.
Tot slot kan ik u melden dat ik heb besloten geen cassatie in te stellen tegen de uitspraak het Gerechtshof van 30 januari 2014, omdat ik de inspanningen nu wil richten op het vinden van een oplossing met betrokken partijen en minder op het nastreven van het juridisch gelijk.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld