Kamerstuk 33750-XII-64

Uitvoering moties van het lid Dik-Faber over emmissie-eisen voor ultrafijnstof voor bromfietsen en over het verscherpen van de controle op voertuigeisen voor bromfietsen

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2014

Gepubliceerd: 19 december 2013
Indiener(s): Wilma Mansveld (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-XII-64.html
ID: 33750-XII-64

Nr. 64 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2013

Tijdens de behandeling in uw Kamer van de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn de moties nr. 45 en 461 aangenomen inzake de uitlaatgassen van bromfietsen. Onderstaand geef ik aan op welke wijze de regering uitvoering geeft aan die moties.

Motie 45

In motie 45 wordt de regering verzocht zich in de EU sterk te maken voor een ultrafijnstofnorm voor bromfietsen, die zo spoedig mogelijk doch uiterlijk in 2017 in werking moet treden.

Ik onderschrijf de intentie van de motie. De letterlijke uitvoering ervan is problematisch, zoals ik ook tijdens het debat reeds heb aangegeven. Een dergelijke norm voor ultrafijnstof zou opgenomen moeten worden in verordening (EU) Nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers. De Europese Commissie heeft het alleenrecht op het doen van voorstellen voor EU wetgeving. Voor de aanpassing van de verordening ben ik dus afhankelijk van een initiatief van de Commissie.

Alvorens de Europese Commissie een voorstel doet staat zij voor de technische uitdaging om te komen tot een meetbare norm die aansluit bij het doel waarvoor die bedoeld is. Daarna dient zij een onderzoek te doen naar de technische haalbaarheid en de kosten van de voor te stellen wetgeving, afgezet tegen de in geld uitgedrukte maatschappelijke voordelen. Ik verwacht dat, inclusief de besluitvorming door Raad en Europees Parlement, een norm in 2017 voor ultrafijnstof voor brommers vrijwel onhaalbaar is.

Aanvullend op bovenstaande denk ik dat ook zonder een expliciete norm voor ultrafijnstof de bromfiets vanaf 2017 per saldo geen hogere uitstoot van ultrafijnstof zal hebben dan de huidige benzine- en dieselauto’s.

De verwachting is namelijk dat de Euro 4 normen voor bromfietsen, die in 2017 van kracht zullen worden, het einde zullen betekenen voor de tweetaktmotoren, zodat ook de uitstoot van zowel fijn stof als ultrafijnstof sterk zal dalen.

Motie 46

Motie 46 spreekt uit dat de regering zich moet inzetten voor een beter toezicht op de kwaliteit van de geleverde bromfietsen, zodat die niet alleen op papier maar ook in de werkelijkheid aan de wettelijke eisen voldoen.

Deze motie verwoordt uitstekend de bedoelingen van de regering. Daarom heb ik al tijdens het debat aangegeven dat ik de motie aanmerk als ondersteuning van mijn beleid.

Ter uitvoering van dat beleid vindt op het moment overleg plaats tussen en met de met het toezicht belaste instanties RDW en ILT. Daarbij wordt onderzocht of hun toezicht onderling wel voldoende is afgestemd. Ook onderzoeken ze of zij over de voor dit toezicht benodigde bevoegdheden beschikken, ook in relatie tot de extra mogelijkheden voor toezicht die de nieuwe Europese verordening daarvoor biedt.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld