Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2013
Tijdens het notaoverleg op 6 november jl. heeft de vaste commissie voor Defensie mij om een nadere uitleg verzocht over de systematiek van gastvliegers. Dit zijn vliegers die hun basisvaardigheden en theoretische kennis van jachtvliegtuigoperaties onderhouden, maar inmiddels een niet-operationele functie bezetten. Met een zeer beperkt aantal vlieguren kunnen zij hun vliegbevoegdheid op het toestel behouden. Desgevraagd ga ik in deze brief ook in op de vliegtoelage.
Huidige situatie
Op dit moment zijn er bij Defensie ongeveer 50 gastvliegers op de F-16. Dit aantal zal iets afnemen in de periode tot 2019. Zij krijgen maximaal 43 vlieguren per jaar toegewezen. Het gemiddelde aantal werkelijk gevlogen uren per gastvlieger ligt echter lager. In 2013 zullen van de 12.800 vlieguren op de F-16 naar verwachting 1.250 uren door gastvliegers worden gevlogen, circa 10 procent dus.
Toekomstige situatie
Met de introductie van de F-35 zullen alleen nog vliegers die tijdelijk een niet-operationele functie bekleden vlieguren maken als gastvlieger. Daardoor zal het aantal vlieguren voor gastvliegers verder afnemen. Het uitgangspunt is zoveel mogelijk vlieguren beschikbaar te stellen voor het combat ready houden van operationele vliegers. Defensie verwacht dat maximaal 336 van de 6.720 F-35 vlieguren zullen worden aangewend voor gastvliegers. Dat is 5 procent.
Voor alle duidelijkheid, en zoals eerder onder meer toegelicht tijdens de technische briefing, in de berekeningen voor de inzet van de F-35 zijn alle categorieën vlieguren reeds meegenomen.
Vliegtoelage
De vliegtoelage is vastgelegd in de Inkomstenregeling militairen1, hoofdstuk 3. Een luchtvarende komt in aanmerking voor een vliegtoelage in verband met de functie die in een luchtvaartuig wordt bekleed.
Een luchtvarende kan aanspraak maken op de vliegtoelage op grond van drie redenen:
1. de luchtvarende vervult een functie bij een vliegende eenheid met het doel inzetbaar te zijn als lid van een vliegtuigbemanning, of
2. de luchtvarende vervult een functie waarvoor het noodzakelijk is de vaardigheden als lid van een vliegtuigbemanning te onderhouden, of
3. de luchtvarende is door de commandant van het desbetreffende operationeel commando opgedragen de vaardigheden als lid van een vliegtuigbemanning te onderhouden.
De aanspraak op de vliegtoelage vervalt als de luchtvarende niet meer aan een van deze drie voorwaarden voldoet. Afhankelijk van het aantal jaren dat een operationele of gastvlieger tot op dat moment een vliegtoelage heeft genoten, neemt die stapsgewijs af tot een minimum van 25 procent.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert