Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2014
Bij brief van 10 februari 2014 heb ik u toegezegd uw Kamer te informeren over de stand van zaken met betrekking tot betaaltermijnen. Ik zal, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, achtereenvolgens ingaan op de stand van zaken voor wat betreft de gerealiseerde betaaltermijnen bij de rijksoverheid en de lokale overheden en op de acties die gericht zijn op het (verder) verbeteren van de betaaltermijnen van de overheid. Vanwege het effect van betaaltermijnen op de financiële positie van ondernemingen hecht het kabinet aan tijdige betalingen door overheden. Met deze brief geef ik uitvoering aan de motie Ziengs en Schouten (Kamerstuk 33 750 XIII, nr. 31).
Rijksoverheid
De rijksoverheid heeft in 2013 gemiddeld over alle departementen 92,4% van de ingediende facturen binnen 30 dagen betaald. Deze score is gelijk aan het resultaat over 2012.
Percentage facturen betaald binnen 30 dagen |
2013 |
2012 |
2011 |
---|---|---|---|
Algemene Zaken |
92,4% |
90,0% |
93,5% |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
91,0% |
91,0% |
91,0% |
Buitenlandse Zaken |
92,6% |
92,6% |
93,4% |
Defensie |
85,9% |
92,2% |
90,2% |
Economische Zaken |
92,4% |
93,4% |
83,3% |
Financiën |
97,1% |
95,7% |
95,4% |
Infrastructuur en Milieu |
96,0% |
96,0% |
95,4% |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
96,8% |
93,9% |
88,8% |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
97,4% |
97,4% |
91,1% |
Veiligheid en Justitie |
82,0% |
84,0% |
83,6% |
Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
92,3% |
90,1% |
95,2% |
Bij een drietal departementen is over het geheel of door onderdelen van de organisatie niet voldaan aan de doelstelling om minstens 90% van de rekeningen tijdig te betalen. Van deze departementen of onderdelen wordt onderstaand toegelicht wat de oorzaak is van de onvoldoende score, en welke maatregelen genomen worden om deze te verbeteren.
Defensie
Na de oprichting van het betaalkantoor is het percentage tijdige betalingen initieel gedaald naar 76% in juli 2013. Deze dip was voorzien en aangekondigd; sinds juli is er een gestaag opwaartse trend te zien. In december 2013 kwam het gemiddelde uit op 89% en in de laatste week was dit gestegen tot 89,8%.
De belangrijkste oorzaken van vertraging waren het grote aantal vacatures bij het betaalkantoor en de vele systeemstoringen. Verder moesten er, als gevolg van reorganisaties binnen Defensie, ook processen opnieuw worden ingeregeld.
De volgende maatregelen zijn genomen om het financieel beheer «in control» te houden. Er is een multidisciplinair team geformeerd om de problemen aan te pakken. De klanten zijn door middel van training en voorlichting op de hoogte gebracht van de nieuwe processen en werkwijzen. Er zijn coördinatieteams ingezet die gericht problemen bij de verschillende klanten oppakken. Bij het betaalkantoor wordt een instrumentarium op basis van indicatoren ingericht om afwijkingen in de financiële processen tijdig te detecteren en herstellen. Er wordt een CRM (customer relations management) systeem geïmplementeerd dat gaat fungeren als monitoringsysteem en kennisbank. De belangrijkste risico’s worden continu in kaart gebracht en daarop worden beheersingsmaatregelen ingericht.
Economische Zaken (EZ)
In 2013 is gemiddeld 92% tijdig betaald, waarbij wordt aangetekend dat niet bekend is of de Autoriteit Consument en Markt (ACM) over april tot en met december 2013 facturen tijdig betaald heeft, vanwege implementatieproblemen met het elektronische betaalsysteem. Bij Dienst ICT Uitvoering (DICTU) is over 2013 slechts 63% tijdig betaald vanwege de invoering van een nieuw betaalsysteem. DICTU werkt aan het verbeteren van het financiële beheer; voor dit doel is in 2013 een nieuw financieel systeem ingevoerd waarbij de nodige aanloopproblemen overwonnen moeten worden. De binnen 30 dagen gerealiseerde betalingen in de eerste vier maanden van 2014 zijn 53% in januari, 85% in februari, 77% in maart en 88% in april.
Veiligheid en Justitie (V&J)
De oorzaak van het niet halen van de doelstelling ligt in de (gefaseerde) implementatie van een nieuw financieel en inkoopsysteem in 2012 en 2013 bij de verschillende V&J-organisaties. Door aanloopproblemen en onbekendheid met het nieuwe systeem is met name in het eerste kwartaal een verslechtering van het betaalgedrag opgetreden (70% op tijd). Door het realiseren van verbeteringen, ervaring opdoen met het nieuwe systeem en het inzetten van extra capaciteit op het wegwerken van achterstanden is het betaalgedrag in de loop van 2013 gestaag verbeterd. In het laatste kwartaal is 89,3% van de facturen op tijd betaald.
Gelet op de reeds gerealiseerde verbeteringen, een beperkte werkvoorraad nog te betalen facturen en de trendmatige stijging van het percentage tijdig betaalde facturen in de laatste maanden van 2013 is aannemelijk dat V&J in 2014 aan de rijksbrede norm zal voldoen.
De resultaten van 2013 bevestigen het beeld uit 2011 en 2012, dat de rijksoverheid over het geheel genomen erin slaagt om facturen voor meer dan 90% binnen 30 dagen te betalen. Voor zover departementen of dienstonderdelen deze norm niet halen, is dat tijdelijk, en doorgaans het gevolg van het invoeren van een nieuw systeem voor het (digitaal) verwerken van betalingsverkeer. Nadat de invoeringsperikelen achter de rug zijn, dragen deze systemen juist bij aan een goede en snelle afwikkeling van betalingen.
De rijksoverheid blijft toezien op de gerealiseerde betaaltermijnen en zal de Kamer daarover jaarlijks informeren via de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk.
Lokale overheden
In opdracht van MKB-Nederland heeft Dun & Bradstreet (D&B) in de afgelopen jaren een overzicht opgesteld van de betaaltermijnen van Nederlandse gemeenten. D&B concludeert dat in 2013 77% van de facturen door gemeenten op tijd is betaald, dat is marginaal hoger dan in 2012 toen de score 75% was. Opvallend zijn de grote verschillen tussen gemeenten.
De gemeenten in Limburg hebben bijvoorbeeld al in 2011 uit onvrede met de gerealiseerde betaaltermijnen een gericht advies ingewonnen1 om hierin verbetering aan te brengen. Deze inspanning is succesvol geweest, hetgeen ook blijkt uit de door D&B gemeten resultaten, waarbij in de top 10 van snelle betalers nu 6 gemeenten uit deze provincie staan.
Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de best en slechtst presterende gemeenten uit het D&B-onderzoek, alsmede een top 3 van de 36 grote gemeenten.
beste 10 gemeenten |
||||
---|---|---|---|---|
rang1 |
gemeente |
provincie |
grootte |
% op tijd |
1 |
Nederweert |
Li |
middel |
98% |
2 |
Schinnen |
Li |
klein |
98% |
3 |
Urk |
Fl |
middel |
96% |
4 |
Appingedam |
Gr |
klein |
95% |
5 |
Mook en Middelaar |
Li |
klein |
93% |
6 |
Voerendaal |
Li |
klein |
93% |
7 |
Laarbeek |
NB |
middel |
92% |
8 |
Horst aan de Maas |
Li |
middel |
92% |
9 |
Echt-Susteren |
Li |
middel |
92% |
10 |
Vlagtwedde |
Gr |
middel |
92% |
Voor de bepaling van de rangorde speelt naast het «percentage op tijd» ook de gemiddelde overschrijding van de betalingstermijn een rol.
beste G36 gemeenten |
||||
---|---|---|---|---|
rang |
gemeente |
provincie |
grootte |
% op tijd |
64 |
Sittard-Geleen |
Li |
groot |
82% |
141 |
Hengelo |
Ov |
groot |
78% |
160 |
Emmen |
Dr |
groot |
72% |
slechtste 10 gemeenten |
||||
---|---|---|---|---|
rang |
Gemeente |
provincie |
grootte |
% op tijd |
327 |
Duiven |
Ge |
middel |
59% |
328 |
Wijk bij Duurstede |
Ut |
middel |
68% |
329 |
Kaag en Braassem |
ZH |
middel |
60% |
330 |
Borne |
Ov |
middel |
63% |
331 |
Waalre |
NB |
middel |
66% |
332 |
Borger-Odoorn |
Dr |
middel |
60% |
333 |
Veere |
Ze |
middel |
61% |
334 |
Utrecht |
Ut |
groot |
61% |
335 |
Enschede |
Ov |
groot |
62% |
336 |
Rotterdam |
ZH |
groot |
47% |
Naar aanleiding van de motie van de leden Schouten en Ziengs (Kamerstuk 33 750 XIII, nr. 31) ben ik in samenspraak met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in overleg getreden met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het belang van tijdige betaling van facturen voor de lokale en nationale economie wordt door de VNG en haar leden, de Nederlandse gemeenten, ten volle erkend. De VNG geeft aan het door D&B geschetste beeld niet te herkennen.
Ter vergelijking heeft de VNG de resultaten aangeboden van metingen van de drie volgens D&B slechtst presterende gemeenten (Rotterdam, Enschede en Utrecht). Hierbij is onder andere gekeken naar alle facturen, in plaats van een steekproef. Op eigen initiatief streeft Enschede naar een betaaltermijn van 15 dagen, dit is de helft van de wettelijk toegestane termijn. De gemiddelde gerealiseerde betaaltermijn van Enschede in 2013 was 17,8 kalenderdagen. Utrecht meet de betaaltermijn, net als de rijksoverheid, in het percentage rekeningen dat binnen 30 dagen is betaald en komt tot een score van 94,6% over de afgelopen twee jaren. De gemeente Rotterdam heeft de noodzakelijke investeringen en invoering van een adequaat betaalsysteem met succes afgerond en herkent zich evenmin in de cijfers uit het D&B-onderzoek.
In overleg met D&B is vastgesteld dat de verschillen tussen de gemeten resultaten van de gemeenten en van D&B kunnen zijn opgetreden door een verschil in de opzet van de metingen. Het onderzoek van D&B is gebaseerd op een steekproef van betalingen (120.000 facturen tussen bedrijven en de 403 Nederlandse gemeenten over een periode van 12 maanden, geautomatiseerd aangeleverd uit facturatiesystemen door bedrijven die zaken doen met gemeenten). Verder meet het D&B-onderzoek het aantal dagen vertraging na de overeengekomen betalingstermijn. Bij een betalingstermijn van 14 dagen, zoals sommige gemeenten hanteren, kan er met bijvoorbeeld 7 dagen vertraging toch binnen 30 dagen zijn betaald (na 14+7=21 dagen). Ook wordt in de berekening van D&B een weging toegepast op basis van de hoogte van het factuurbedrag. Hierdoor heeft een vertraging van een zeer hoge factuur een relatief grote impact op de score. Tenslotte is het in de gegevens van D&B niet altijd bekend als een factuur (al dan niet terecht) betwist is. D&B geeft aan dat op basis van hun kennis en ervaring niet waarschijnlijk is dat deze verschillen een significante invloed zouden kunnen hebben op de algemene conclusies, maar dat ze wel impact kunnen hebben op de scores van individuele gemeenten.
Monitor betaaltermijnen
Het bovenstaande laat zien dat er op dit moment onvoldoende eenduidige en gestructureerde informatie beschikbaar is over het betaalgedrag van gemeenten. Daarom zullen de Ministeries van EZ en BZK samen met de VNG en het Kwaliteitsinstituut van de Nederlandse Gemeenten (KING) een openbare «monitor gemeentelijke betaaltermijnen» opzetten voor het inzichtelijk maken van de gerealiseerde gemeentelijke betaaltermijnen. Hiervoor wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van gegevens die ontleend kunnen worden aan bestaande toezicht- en monitorarrangementen. U wordt hierover voor eind oktober nader geïnformeerd.
Ik heb als doelstelling om vanaf 2015 op een kostenefficiënte manier structureel en openbaar inzicht te bieden in het betaalgedrag van de overheden. Daarom zullen de betaaltermijnen van de gemeenten en de ministeries gezamenlijk in beeld worden gebracht.
Ombudsman
De Nationale Ombudsman heeft in december 2013 en januari 2014 een meldpunt opengesteld voor ondernemers om meldingen te doen over het betaalgedrag van overheden. Onder meer naar aanleiding van wat uit het meldpunt naar voren is gekomen, heeft de Nationale Ombudsman besloten een enquête te laten uitzetten onder departementen en alle bij de Nationale Ombudsman aangesloten gemeenten3. Het doel van deze enquête is om te komen tot een inhoudelijke analyse van de achterliggende oorzaken van niet-tijdig betalen.
Medio juni 2014 heeft de Ombudsman een rondetafelbijeenkomst gehouden met de betrokken partijen om op basis van de verzamelde informatie te komen tot aanbevelingen om het betaalgedrag in de praktijk te verbeteren. Het onderzoek van de Nationale Ombudsman wordt naar verwachting begin juli 2014 afgerond. De Nationale Ombudsman zal over de bevindingen een rapportage publiceren.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp