Voorgesteld 21 november 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de minister van Veiligheid en Justitie zelf oordeelt over substantiële schikkingen ter voorkoming van verdere strafvervolging, zoals recentelijk in de Libor-affaire;
overwegende dat deze substantiële schikkingen aan de hoogste rechtsstatelijke eisen moeten voldoen omwille van het behoud van het publieke vertrouwen in de rechtvaardigheid van de strafrechtspleging;
overwegende dat de beoordelingscriteria uitdrukkelijk moeten worden geformuleerd zodat niet het idee wordt gevoed dat strafzaken onder omstandigheden kunnen worden afgekocht;
verzoekt de regering om, criteria voor de beoordeling van substantiële schikkingen in de Aanwijzing hoge transacties en bijzondere transacties op te nemen en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Tongeren
De Wit
Schouw
Segers