Voorgesteld 21 november 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er in Nederland ten opzichte van andere landen veel telefoon- en dataverkeer wordt afgeluisterd;
overwegende dat het afluisteren diep ingrijpt op de privacy van burgers;
van mening dat het tappen als opsporingsmiddel in voorkomende gevallen nodig en nuttig kan zijn;
van mening dat er in Nederland sprake is van een zeer hoog aantal taps;
verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat zo terughoudend mogelijk met tappen als opsporingsmiddel wordt omgegaan, waarbij de Aanwijzing opsporingsbevoegdheden zodanig wordt aangepast dat er nadrukkelijker wordt gekeken naar de inzet van alternatieven voor opsporing,
en gaat over tot de orde van de dag.
Recourt