Ontvangen 21 november 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 31 Nationale Politie worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 14.200 (x € 1.000).
II
In artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 20.000 (x € 1.000).
III
In artikel 34 Sanctietoepassing worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 5.800 (x € 1.000).
Het Openbaar Ministerie is een taakstelling opgelegd die in 2018 leidt tot een budgetverlies van in totaal 26%. Indieners zijn van mening dat zo’n forse bezuiniging op het Openbaar Ministerie een serieus risico vormt voor het functioneren van de strafrechtketen en voor het primaire proces bij het Openbaar Ministerie in het bijzonder, ook op langere termijn.
Voor een goed functionerende strafrechtketen is het van essentieel belang dat werkvoorraden en daarmee doorlooptijden komende jaren niet verder toenemen. Indiener stelt voor in 2014 de taakstelling met 20 miljoen euro te verlichten zodat het primaire proces wordt ontlast, ook in geval van schommelingen in de werkvoorraad zodat ook de doorlooptijden niet verder hoeven oplopen.
Dekking voor dit voorstel kan worden gevonden binnen de begroting van Veiligheid en Justitie waarin een intensivering van 40 miljoen op veiligheid is voorzien. Ten behoeve van die dekking wordt in dit amendement artikel 31 met 14,2 miljoen euro verlaagd, en artikel 34 met 5,8 miljoen euro verlaagd.
Berndsen-Jansen