Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 4 november 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Nationale Politie in het realisatieplan een vertraging van de personele reorganisatie als potentieel afbreukrisico heeft geïdentificeerd, evenals het risico dat de inhoudelijke veranderopgave te groot blijkt te zijn;
constaterende dat voor beide gevallen is voorzien in diverse maatregelen, namelijk de korpsleiding treedt in overleg met andere belanghebbenden, er vindt een herprioritering plaats en er worden keuzes ter besluitvorming voorgelegd;
constaterende dat de Inspectie Veiligheid en Justitie aangeeft dat de vertraging van de personele reorganisatie en de daaruit voortvloeiende onzekerheid tot interne gerichtheid leiden, en dat dit een risico voor het op peil houden van de politieprestaties vormt;
roept de regering op, het tempo van de inhoudelijke veranderagenda en de personele reorganisatie te heroverwegen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Berndsen-Jansen