Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2014
Inleiding
Op verzoek van uw Kamer, gedaan tijdens de regeling van werkzaamheden van 22 januari jl. (Handelingen II 2013/14, nr. 44, Regeling van Werkzaamheden), stuur ik mede namens Staatssecretaris van VWS mijn reactie op het bericht «Kind in de sport blijft vogelvrij».1
Overheid en maatschappij hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om seksueel overschrijdend gedrag in de vrijwilligerssector te voorkomen. Kwetsbare personen – zoals kinderen en mensen met een verstandelijke beperking – moeten in hun vrije tijd veilig kunnen samenkomen, sporten of spelen zonder dat zij het risico lopen misbruikt te worden, in welke vorm dan ook. Ik vind het dan ook zorgwekkend om te lezen dat deze thematiek nog onvoldoende aandacht krijgt bij verschillende sportclubs in het land.
Van sportbond naar lokaal niveau
Om de veiligheid van kwetsbare groepen te bevorderen heb ik de afgelopen jaren samen met de staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport diverse integriteitsinstrumenten ontwikkeld. In 2012 ben ik gestart met de pilot «gratis Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor vrijwilligers». Deze proef had als doel de veiligheid in het vrijwilligerswerk te verhogen door enerzijds te voorkomen dat vrijwilligers met relevante antecedenten in het jeugdvrijwilligerswerk actief zijn, en door anderzijds te stimuleren dat vrijwilligersorganisaties een breder preventie- en integriteitsbeleid voeren.
NOC*NSF was vanaf het begin de grootste deelnemer binnen de pilot. De sportkoepel heeft subsidie ontvangen voor zowel het aanvragen van VOG’s, als communicatie over het project richting de aangesloten sportbonden. Momenteel vraagt één op de vijf sportverenigingen een VOG van de eigen jeugdtrainers.2 NOC*NSF zet alles in het werk om de ruim 28.000 lokale (vaak autonome) sportverenigingen bekend te maken met de mogelijkheid om een gratis VOG aan te vragen. Dit heeft echter tijd nodig. De lopende processen worden nauwlettend door mij gevolgd.
Integriteitsinstrumenten als stimulans voor veiligheid
Uit de evaluatie van de pilot, uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut,3 is gebleken dat de pilot als stimulans voor veiligheid in het vrijwilligerswerk heeft gewerkt.4 In de praktijk vormde de pilot aanleiding tot het agenderen van preventie van seksueel misbruik op de sport- of hobbyclub. De toolkit «In veilige handen» – waarbij vrijwilligersorganisaties onder meer gedragsregels krijgen aangereikt – heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld.5 Uit het onderzoek is tevens gebleken dat enkele VOG-aanvragen binnen de pilot hebben geleid tot een weigering van de VOG aan (aspirant)vrijwilligers met relevante antecedenten. Vanwege dit succes heb ik besloten de pilot uit te bouwen naar een structurele regeling. Nog dit jaar moet het uitbouwen naar de structurele regeling worden afgerond. Vervolgens kunnen zowel vrijwilligers die werken met minderjarigen als vrijwilligers die werken met mensen met een verstandelijke beperking hier gebruik van maken.6
Naast genoemde instrumenten, heb ik vorig jaar de registratielijst voor het tuchtrecht gelanceerd. Ik heb subsidie beschikbaar gesteld voor vertegenwoordigers uit de sport en het brede vrijwilligerswerk. Momenteel wordt in samenwerking met diverse partijen uit het vrijwilligersveld hard gewerkt aan het operationaliseren van de registratielijst.
Eigen verantwoordelijkheid
Met het voortzetten van de regeling heb ik destijds de verwachting uitgesproken dat vrijwilligers in Nederland ook daadwerkelijk een VOG gaan aanvragen. Landelijke en lokale clubs dienen de implementatie van gedragsregels, gecombineerd met de VOG als prioriteit te agenderen. Vrijwilligersorganisaties, ouders en verzorgers zijn immers primair zélf verantwoordelijk voor een veilige sport- en hobbyclub. Met deze reactie aan uw Kamer doen de staatssecretaris van VWS en ik daarom een dringend appèl op clubs, organisaties, bonden, begeleiders, trainers en ouders om het probleem serieus te blijven nemen, en gebruik te maken van de door ons beschikbaar gestelde middelen en instrumenten.
Dit kabinet heeft met de gratis VOG, ontwikkeling van gedragsregels en het opzetten van de registratielijst, een belangrijke bijdrage geleverd. Omdat het aantal VOG-aanvragen in de jeugdsport achterblijft ten opzichte van andere vrijwilligerssectoren,7 heb ik afspraken gemaakt met het NOC*NSF. De sportkoepel moet inzetten op een cultuuromslag, waarbij een VOG voor trainers en begeleiders de standaard wordt. Ik zal het vrijwilligersveld daarnaast blijven stimuleren om ook zelf preventieactiviteiten te ontplooien. Uit recente gesprekken met het NOC*NSF is gebleken dat de sportwereld een juiste weg heeft ingeslagen, en dat zij – zoals gezegd – vooral tijd nodig hebben om preventieactiviteiten op het lokale niveau verder te ontplooien. Vrijwel alle aangesloten bonden beschikken over een vertrouwenscontactpersoon en er bestaat al jarenlang een hulplijn, voor slachtoffers van seksuele intimidatie in de sport. Ik heb vertrouwen in deze ontwikkelingen en trek samen met de sector op, om grensoverschrijdend gedrag aan te pakken en integriteit binnen de sport te waarborgen.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven