Kamerstuk 33750-VI-100

Evaluatie van een drietal versnellingsinstrumenten uit de Awb

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014

Gepubliceerd: 15 januari 2014
Indiener(s): Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-VI-100.html
ID: 33750-VI-100

Nr. 100 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 januari 2014

Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bied ik u hierbij aan het rapport «Evaluatie van een drietal versnellingsinstrumenten uit de Awb». Dit evaluatierapport is opgesteld door een onderzoeksteam van de Universiteit Utrecht en Twynstra Gudde Adviseurs en Managers1.

Doelstelling van het onderzoek was om een drietal versnellingsinstrumenten uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te evalueren: de dwangsom bij niet tijdig beslissen, beroep bij niet tijdig beslissen en de positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen (lex silencio positivo). Deze evaluatie vloeit mede voort uit daartoe strekkende toezeggingen bij de parlementaire behandeling van de wetgeving die ten grondslag lag aan de genoemde instrumenten.

De onderzoekers concluderen dat het bestaan van de versnellingsinstrumenten bijdraagt aan de bewustwording binnen de overheid van het belang van tijdige besluitvorming. De dwangsom en de lex silencio positivo hebben een (vrij sterke) preventieve werking. Bij het beroep bij niet tijdig beslissen is de preventieve werking gering, maar dit instrument is wel effectief in concrete gevallen.

Hoewel de versnellingsinstrumenten in de praktijk niet heel vaak daadwerkelijk blijken te worden toegepast, menen wij dat de conclusie gerechtvaardigd is dat zij, ook vanwege de preventieve werking, een nuttige functie vervullen om de tijdigheid van besluitvorming binnen de overheid te bevorderen.

Met de onderzoekers zijn wij van oordeel dat de verdere verbetering van tijdigheid van de besluitvorming vooral moet worden gezocht in organisatorische verbeteringen en een informele aanpak van dreigende termijnoverschrijding door tijdig met de betrokken burger of het betrokken bedrijf in contact te treden. Wij wijzen erop dat deze informele aanpak ook centraal staat in het project «Prettig contact met de overheid», dat beoogt bestuursorganen te stimuleren om door middel van persoonlijk contact onnodige juridisering tegen te gaan.

Wij onderschrijven de conclusie van de onderzoekers dat de ongewenste neveneffecten versnellingsinstrumenten niet van dien aard zijn dat zij afschaffing van de instrumenten rechtvaardigen maar dat deze wel de aandacht verdienen. Bij de lex silencio positivo betekent dit dat steeds goed de algemene belangen of belangen van derden in het oog moeten worden gehouden en moet worden bezien of burgers en bedrijven uit de voeten kunnen met een eventuele fictieve vergunning. Dit zal van geval tot geval moeten worden bezien.

Wat betreft de dwangsom bij niet tijdig beslissen komt uit het rapport naar voren dat misbruik van dat instrument op grote schaal voorkomt in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur. Zoals bekend baart dit ook het kabinet zorgen. Hierop zal nader worden ingegaan in de aan de Tweede Kamer toe te zenden brief over deze problematiek, waarmee uitvoering wordt gegeven aan de op 3 december 2013 door de Tweede Kamer aangenomen motie-Fokke/Taverne (Kamerstuk 33 750 VII, nr. 22), ingediend bij de behandeling van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten