Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 mei 2014
Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de agenda en inzet voor de OESO ministeriële bijeenkomst die op 6 en 7 mei in Parijs plaatsvindt. Vorig jaar heb ik als coördinerend bewindspersoon voor de OESO uw Kamer toegezegd dat u over de agenda en inzet van Nederland geïnformeerd zult worden door de bewindspersoon die de betreffende OESO ministeriële vergadering bijwoont. Aangezien het werkterrein van de OESO breed is, ligt deelname niet vast en bepaalt de agenda van de vergadering of en zo ja welke Nederlandse bewindspersoon zal deelnemen. Dit jaar zal er geen Nederlands bewindspersoon aan de ministeriële bijeenkomst deelnemen. Gegeven de algemene economische thema’s en de handelsthema’s die dit jaar staan geagendeerd informeer ik mede namens de Minister van Economische Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
De OESO is een intergouvernementele organisatie van ontwikkelde landen die activiteiten ontplooit op economisch, sociaal en institutioneel terrein. De kern van het OESO-werk is de verzameling en analyse van gegevens – onder andere door middel van Peer Reviews – die resulteren in aanbevelingen van OESO-comités aan overheden over het te voeren beleid. Doel daarbij is het bevorderen van economisch en sociaal welzijn wereldwijd.
De Ministerial Council Meeting (MCM) van de OESO is de jaarlijkse ministeriële bijeenkomst van de OESO. Tijdens deze bijeenkomst wordt richting gegeven aan de werkzaamheden van de OESO door de belangrijkste onderwerpen waaraan de OESO werkt op politiek niveau te bespreken. De agenda van de MCM verschilt per jaar, maar over het algemeen staan de volgende onderwerpen centraal: stimuleren van groei en werkgelegenheid, inclusieve groei, innovatie, handel, ontwikkeling en samenwerking met niet-OESO-leden. Eventuele besluitvorming tijdens de ministeriële bijeenkomst wordt zoveel mogelijk voorbereid in de Raad, die elke twee weken bijeenkomt. Voor de jaarlijkse ministeriële bijeenkomst worden behalve de OESO-leden ook de key partners van de OESO uitgenodigd.1 Aan het eind van de bijeenkomst wordt een slotverklaring aangenomen.
De ministeriële bijeenkomst van de OESO 2014 vindt plaats op 6 en 7 mei en wordt voorgezeten door Japan. Het thema van dit jaar is «Resilient Economies and Inclusive Societies – empowering people for jobs and growth».
De agenda voor de ministeriële bijeenkomst ziet er dit jaar als volgt uit:
• Economic Outlook
• New Approaches to Economic Challenges
• Resilient Economies and Inclusive societies: empowering people for the achievement of sustainable, balanced and inclusive growth
• Management Issues
• Partnerships for Global Resilience and Development as Empowerment
• Strengthening the Multilateral Trade System – Global value chains
Economic Outlook
In de Economic Outlook zijn de macro-economische ramingen van de OESO opgenomen, die tweemaal per jaar uitkomen. De ramingen bieden inzicht in de macro-economische ontwikkelingen in de wereld. Dit document bevat ook ramingen van de economische groei en overheidsfinanciën in Nederland. De Economic Outlook wordt pas bij aanvang van de MCM gepubliceerd.
New Approaches to Economic Challenges
De SG OESO Angel Gurría zal deze sessie openen met een presentatie over de strategische oriëntaties van de OESO voor het jaar 2014. Kort gezegd zal de OESO doorgaan met het ondersteunen van lidstaten en partnerlanden in het aanpakken van de vier belangrijke erfenissen van de mondiale financiële crisis, zoals geformuleerd door de OESO: lage groei, hoge werkloosheid, afnemend vertrouwend en stijgende ongelijkheid. Daarnaast zal de OESO zijn analytisch kader verder verbeteren en de onderlinge verbanden, afruilen en synergieën van beleidsmaatregelen beter in de aanbevelingen te integreren. Dit was tevens de motivatie achter de lancering van het project New Approaches to Economic Challenges (NAEC) tijdens de MCM 2012.
NAEC behelst een OESO-brede reflectie op de oorzaken en lessen van de crisis, met als doel het analytisch kader en het beleidsadvies aan de lidstaten te verbeteren. Brede welvaart als het doel van beleid neemt een centrale plaats binnen NAEC in. Ook besteedt NAEC veel aandacht aan de toenemende complexiteit en internationale verwevenheid van economieën en de positie van de financiële sector in de reële economie. Tijdens de MCM 2014 zullen de voorlopige bevindingen van NAEC voor het eerst worden gepresenteerd. Het rapport geeft aanbevelingen op vier hoofdlijnen om de veerkracht van economieën te verbeteren: (i) het vergroten van de macro-economische stabiliteit, (ii) het verschuiven naar meer inclusieve groei, (iii) het aanpakken van lange termijn uitdagingen en (iv) het verbeteren van beleidscoördinatie.
NAEC is een belangrijk project dat verschillende essentiële vragen van deze tijd adresseert. NAEC kan echter pas toegevoegde waarde bieden als het echt tot nieuwe benaderingen zal leiden. Nederland is van mening dat het huidige rapport aanzienlijk kan worden verbeterd als er meer aandacht zou worden besteed aan de analyse in het algemeen en in het bijzonder de analyse van dwarsverbanden. Om tot nieuwe benaderingen te komen, is het bestuderen van de dwarsverbanden tussen de verschillende onderwerpen en benaderingswijzen van belang. Brede welvaart en gedragseconomie zijn onderwerpen die zich bij uitstek voor een dergelijke cross-over benadering lenen en zouden daarom serieuze aandacht moeten krijgen binnen NAEC.
De OESO heeft ook gewerkt aan een wereldwijde standaard voor automatische informatie-uitwisseling voor belastingdoeleinden. Dat heeft geresulteerd in de ontwikkeling van de Common Reporting Standard en het Model Competent Authority Agreement. Het toelichtende commentaar bij dit standaard wordt naar verwachting in juni afgerond. Dit standaard is door de G20 bekrachtigd. Nederland behoort tot de groep van meer dan 43 landen die vooroploopt waar het gaat om de implementatie van het genoemde standaard. Tijdens deze sessie worden landen gevraagd een verklaring te aanvaarden met betrekking tot de implementatie van de standaard voor automatische uitwisseling van gegevens voor belastingdoeleinden. Nederland zal deze verklaring steunen.
Resilient Economies and Inclusive Societies: Empowering people for the achievement of sustainable, balanced and inclusive growth.
Het eerste deel van deze sessie bouwt voort op de aanbevelingen die volgen uit het NAEC rapport. Daarbij wordt ingegaan op drie dimensies van veerkracht, namelijk veerkrachtige economieën, veerkrachtige samenlevingen en veerkrachtige instituties. De relatie tussen economische groei en welvaart en op mogelijk beleid om de economie en samenleving veerkrachtiger te maken staan daarin centraal. Het gaat hierbij om het aanpakken van de hoge werkloosheid, het herstellen van vertrouwen, het ondersteunen van innovatiegedreven groei en het benutten van menselijk kapitaal.
In het tweede deel van de sessie wordt besproken hoe milieuvriendelijke duurzame groei bevorderd kan worden. Er zal daarbij onder andere worden ingegaan op de synergie en afruilen tussen groei, gelijkheid en duurzaamheid bij het realiseren van groene groei. Daarnaast zal worden ingegaan op een mogelijke beleidsmix die op een geloofwaardige wijze de benodigde verandering tot stand kan brengen om de doelstelling om de gemiddelde mondiale temperatuurstijging tot 2° C te beperken te behalen. Tot slot zal worden verkend hoe, tegen de achtergrond van geopolitieke, milieu-, maatschappelijke en economische onzekerheden, effectief risicomanagement en risicofinancieringsbeleid kunnen bijdragen aan het nationale concurrentievermogen.
Nederland verwelkomt dat de OESO haar focus heeft verschoven van het vergroten van economische groei alleen naar het verbeteren van brede welvaart. De OESO besteedt in dit licht steeds meer aandacht aan het verminderen van ongelijkheid. Nederland waardeert het dat de OESO significante stappen zet om het empirisch inzicht in de effecten van structurele hervormingen op zowel economische groei als gelijkheid te vergroten. Nederland zal daarbij aangeven dat het van belang is om de relatie tussen gelijkheid en het totale welvaartsniveau, welke afhangt van de landenspecifieke situatie, in ogenschouw te nemen.
De OESO wijst terecht op het belang van arbeidsmarkthervormingen die leiden tot een lager niveau van structurele werkloosheid. Hierbij worden zaken als loonvorming en ontslagbescherming genoemd. Het kabinet implementeert op dit moment enkele belangwekkende hervormingen op de arbeidsmarkt, zoals de Wet Werk en Zekerheid, de Participatiewet en de herziening van de kindregelingen.
Onderwijs van goede kwaliteit draagt bij aan het concurrerend vermogen van een economie en aan de brede welvaart van een land. Nederland erkent het toenemende belang van goed onderwijs. In Nederland heeft de overheid samen met bedrijven human capital agenda's opgesteld om de ontwikkelingen van vraag en aanbod van goedgeschoolde arbeidskrachten in kaart te brengen. Daarnaast is het Nationaal Techniekpact 2020 gesloten om de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt in de technieksector te verbeteren. Bovendien zijn het Centra voor Innovatief Vakmanschap en Centre's of Expertise geactiveerd met het oog op uitwisseling van kennis met bedrijven.
Tot slot benadrukt Nederland het belang van wereldwijde betrokkenheid om de opwarming van de aarde effectief aan te kunnen pakken. Nederland moedigt de OESO aan om haar waardevolle onderzoek naar de vormgeving van effectief klimaatbeleid voort te zetten. Nederland is van mening dat naast effectiviteit ook kosteneffectiviteit in ogenschouw moet worden genomen bij het ontwerpen van klimaatbeleid en het kiezen van reductiedoelstellingen. Emissiehandel heeft het potentieel om wereldwijd de hoeksteen van het klimaatbeleid in landen te worden.
Management Issues
Dit agendapunt, het enige moment van de OESO Ministeriële bijeenkomst dat de OESO-leden onder elkaar zijn, wordt gebruikt om OESO-interne zaken te bespreken. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om de toetreding van nieuwe leden tot de OESO of het oplossen van eventuele inhoudelijke geschilpunten. De onderwerpen die dit jaar besproken zullen worden, zijn op het moment van schrijven van deze brief nog niet bekend. Mogelijkerwijs komen de relatie van de OESO met Rusland en Oekraïne aan de orde en de hoofdlijnen van het Werkprogramma en de begroting van de OESO voor 2015–2016.
Partnerships for Global Resilience and Development as Empowerment
Hier wordt de samenwerking van de OESO met niet-OESO leden en de OESO Ontwikkelingsstrategie besproken. De OESO werkt op verschillende wijzen samen met niet-OESO-leden. Sinds 2007 werkt de OESO aan nauwere samenwerking met een aantal opkomende landen die als «key partners» worden beschouwd. Het gaat om Brazilië, China, India, Indonesië en Zuid-Afrika. Inzet van de OESO is de «key partners» zo effectief mogelijk bij het OESO-werk te betrekken, in het bijzonder bij de juridische instrumenten van de OESO. Verder kent de OESO regionale programma’s. Reeds lopende regionale programma’s zijn het Eurasia Competitiveness Programme, het MENA Initiatief en het South-East Europe Investment Compact. Dit jaar zal tijdens de ministeriële bijeenkomst het «South-East Asia Regional Programma» worden gelanceerd. Dit programma is het afgelopen jaar uitgewerkt nadat het tijdens de vorige MCM werd goedgekeurd. Het bouwt voort op de samenwerking die sinds 2007 met die regio loopt. Daarnaast keurden Ministers vorig jaar een raamwerk voor landenprogramma’s goed. Landenprogramma’s zijn bedoeld voor een klein aantal landen die in hun hervormingen gebruik willen maken van de kennis van de OESO. Tot slot is de OESO Ontwikkelingsstrategie die in 2012 werd aangenomen ook een instrument om de samenwerking tussen OESO-leden en niet-OESO leden, voornamelijk met ontwikkelingslanden, te versterken.
De OESO Ontwikkelingsstrategie is echter breder dan dat. Doel van de strategie is ervoor te zorgen dat OESO-breed optimaal aan armoedebestrijding en duurzame inclusieve groei wordt bijgedragen. Dit moet worden bereikt door inzet op de bevordering van beleidscoherentie voor ontwikkeling, horizontale samenwerking tussen verschillende OESO Comités en de integratie van relevante ervaringen van ontwikkelingslanden, waaronder opkomende economieën, in het werk van de OESO. Voorbeelden van onderwerpen die aandacht krijgen in het kader van de OESO Ontwikkelingsstrategie zijn «belastingen en ontwikkeling», de aansluiting van ontwikkelingslanden op mondiale waardeketens en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Nederland steunt in beginsel de samenwerking van de OESO met niet-OESO-leden. Deze samenwerking is van belang voor een waardevolle rol van de OESO in de internationale architectuur. Het is wenselijk dat OESO-standaarden ook draagvlak krijgen buiten de OESO-gemeenschap. Wel vindt Nederland het van belang dat de OESO doelmatig en efficiënt te werk gaat en zich richt op onderwerpen die zowel voor de OESO-leden als de niet-OESO-leden meerwaarde hebben. Voor de OESO Ontwikkelingsstrategie geldt voorts dat Nederland inzet op duidelijke activiteiten met doelstellingen en mijlpalen en monitoring van vooruitgang daarop. Daarbij moet de OESO zich richten op werkterreinen waarop het een duidelijke meerwaarde heeft ten opzichte van andere internationale organisaties.
Strengthening the multilateral trade system – global value chains
Bij deze sessie wordt besproken wat de OESO kan doen om het multilaterale handelssysteem te versterken. Men gaat hierbij in op de rol die mondiale waardeketens spelen in de wereldhandel en hoe (ontwikkelings)landen en bedrijven aansluiting kunnen vinden op deze ketens. Speciale aandacht is er voor de diensten en de nieuwe Service Trade Restrictiveness Index die de OESO zal lanceren. Hierdoor is er meer zicht op handelsbelemmeringen in de dienstensector. Verder zal de OESO het belang van een open en transparant investeringsklimaat benadrukken voor economisch herstel. Het OESO policy framework for investment moet een aantrekkelijk investeringsklimaat bevorderen. Tot slot wordt stilgestaan bij de rol van maatschappelijk verantwoord ondernemen in de mondiale waardeketens en de groeiende rol van staatsbedrijven in de wereldhandel.
Nederland pleit voor een open multilateraal handelssysteem. Nederland hecht daarom veel waarde aan het werk van de OESO om de mondiale waardeketens inzichtelijk te maken. Diensten spelen een belangrijke rol in het functioneren van mondiale waardeketens en het is van belang om te weten waar nog handelsbarrières zijn en om deze op te lossen. De Service Trade Restrictiveness Index is dan ook een waardevolle toevoeging. Daarnaast pleit Nederland voor een open en transparant investeringsklimaat, en volgt daarom met belastingstelling de voortgang rond het OESO policy framework for investment. Nederland kijkt uit naar de bevindingen van de OESO over de rol van staatsbedrijven in de wereldhandel. Tot slot onderschrijft Nederland het belang van MVO in de keten en roept Nederland op tot steun en samenwerking via de OESO, voornamelijk in de textiel- en energiesector.
De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans