Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 januari 2014
Deze brief is een reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 30 december 2013, om informatie over de situatie in Turkije en om daarbij verschillende punten te betrekken.
Op 17 december jl. vond in Turkije een arrestatiegolf plaats waarbij een aantal hooggeplaatste zakenlieden werd opgepakt op verdenking van fraude, verduistering en corruptie. Onder de verdachten zijn onder meer de ceo van staatsbank HALK, de burgemeester van een stadsdeel van Istanbul en drie zonen van (toenmalige) Ministers. Premier Erdoğan sprak in reactie op de gebeurtenissen van «duistere krachten uit het buitenland» die uit zouden zijn op zijn val en die van zijn regering. Ook beschuldigde hij de Amerikaanse regering van inmenging in binnenlandse aangelegenheden: de Amerikaanse ambassadeur zou in een bijeenkomst op 17 december «een aantal» EU-landen tegen de Turkse regering hebben opgezet. Zowel de VS als de EU hebben dit stellig ontkend, inclusief het bestaan van een dergelijke bijeenkomst.
Veelal wordt aangenomen dat premier Erdoğan met de verwijzing naar «duistere buitenlandse krachten» doelde op de zogeheten Gülenbeweging, een in Turkije invloedrijke groepering van de in de VS gevestigde moslimgeleerde Fetullah Gülen. Veel commentatoren gaan ervan uit dat deze anticorruptiezaak een teken is van een confrontatie tussen de partij van premier Erdoğan, de AKP, en de Gülenbeweging, voormalige bondgenoten in de strijd om o.m. de invloed van het leger in te perken.
Vrijwel direct na het bekend worden van genoemde arrestatiegolf begon de regering vanaf 18 december met het overplaatsen of ontslaan van functionarissen uit het politie- en justitieapparaat. De meeste van de betrokkenen zijn direct of indirect betrokken bij de genoemde onderzoeken naar corruptie. Intussen zijn al meer dan 1.000 politiefunctionarissen en openbare aanklagers overgeplaatst of ontslagen. Formeel op grond van overtreding van een eind vorige week in alle haast aangenomen bindende gedragscode die voorschrijft dat elke ambtenaar die werkt voor politie of justitie en kennis heeft van een voorgenomen of lopende strafzaak dit onmiddellijk moet melden aan zijn of haar superieur.
President Gül verklaarde op 24 december dat corruptiezaken aan het licht komen en niet verborgen zullen worden. Volgens Gül zijn er in Turkije veel hervormingen doorgevoerd die ervoor zorgen dat corruptie aan het licht komt. Hij voegde eraan toe dat onafhankelijke rechtbanken zich dan over die zaken buigen.
Op 25 december traden vervolgens de drie Ministers af van wie de zonen waren opgepakt. Het ging om de Ministers van Binnenlandse Zaken, Güler, Cağlayan van Economische Zaken en Bayraktar van Volkshuisvesting. Premier Erdoğan kondigde vervolgens een herschikking aan van zijn kabinet, waarbij in totaal tien Ministers werden vervangen, onder wie de Minister voor EU-zaken, Bağis.
Intussen had het Hoge College van Rechters en Openbare Aanklagers verklaard dat het bovengenoemde gedragscode in strijd achtte met de rechtsstaat en de grondwet, namelijk met het beginsel van scheiding der machten en dat van de strikte onafhankelijkheid van rechtspraak. Hierop gaf de nieuwe Minister van Justitie, Bozdağ, op 27 december aan dat het Hoge College niet de bevoegdheid heeft dergelijke verklaringen af te leggen. Diezelfde dag verklaarde de Turkse Raad van State deze gedragscode strijdig met de grondwet, op basis van klachten hierover van een aantal vervangen politiefunctionarissen. In het weekend van 28 en 29 december nam Minister Bozdağ een besluit op basis waarvan het Hoge College van Rechters en Openbare Aanklagers uitspraken als over de gedragscode niet langer mocht doen. Verder werd dat weekend een verbod uitgevaardigd voor journalisten om politiebureau’s te betreden of op andere manieren contact te hebben met politie en justitie.
Europees Commissaris Füle, verantwoordelijk voor EU-uitbreiding, heeft verklaard de ontwikkelingen in Turkije met groeiende zorg te volgen. Hij heeft er bij Turkije op aangedrongen dat het, als kandidaatlidstaat van de EU die gecommitteerd is aan de politieke criteria voor toetreding, inclusief de rechtsstaat, alle noodzakelijke maatregelen neemt om zeker te stellen dat onderzoek naar malversaties transparant en onafhankelijk gebeurt. Hij heeft de noodzaak onderstreept van garanties op de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van onderzoeken van justitie naar malversaties en corruptie. Hij heeft ook zijn zorgen geuit over het ontslag van een groot aantal politiefunctionarissen en openbare aanklagers. Verder heeft Commissaris Füle zijn zorgen geuit over de ontwikkeling van de rechtsstaat in Turkije, net als mw. Oomen, Turkije-rapporteur van het Europees Parlement, vooral waar het de scheiding van de machten betreft door de genoemde gedragscode, die de onafhankelijkheid van het justitiële systeem lijkt aan te tasten. In een reactie op Commissaris Füle verklaarde de nieuwe Turkse Minister voor EU-zaken, Çavuşoğlu, onder andere dat Turkije gecommitteerd is aan zijn verplichtingen op grond van het EU-acquis en de principes van de rechtsstaat.
Nederland onderschrijft de zorgen en de oproep van Commissaris Füle aan Turkije. De recente gebeurtenissen weerspiegelen de grote uitdagingen die resteren op het gebied van de rechtsstatelijkheid. Als kandidaatlidstaat heeft Turkije belangrijke hervormingen doorgevoerd op het gebied van democratie en rechtsstaat. Maar het is duidelijk dat die hervormingen nog lang niet zijn afgerond, en het is nu eens te meer duidelijk dat Turkije nog flinke stappen te zetten heeft. Zoals al gesteld in de kabinetsappreciatie van het uitbreidingspakket 2013 vindt het kabinet dat het antwoord op deze ontwikkelingen niet moet worden gezocht in verwijdering of disengagement.
Over de verenigbaarheid van de maatregelen van de Turkse regering met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) zal de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa zich mogelijk binnenkort uitspreken, in het verlengde van de zorgen die hij eerder heeft geuit over de mensenrechtensituatie en rechtsstaat in Turkije.
In Turkije hebben de ontwikkelingen onder meer ertoe geleid dat een groep van meer dan 100 voormalige parlementariërs en Ministers, ook uit AKP-kringen, zijn bezorgdheid heeft geuit over de ontwikkeling van de rechtsstaat en democratie in Turkije.
De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans