Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 maart 2014
Overeenkomstig art 4 lid 2 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten dient het College financieel toezicht (Cft) eens per half jaar schriftelijk verantwoording af te leggen over zijn werkzaamheden door tussenkomst van mij aan de raad van Ministers van het Koninkrijk (RMR), de besturen, de beide kamers der Staten-Generaal en beide Staten.
De bijgevoegde rapportage1 is op 7 maart jongstleden behandeld in de RMR. De rapportage beslaat de periode juli 2013 tot en met december 2013.
Positieve ontwikkelingen
In de halfjaarrapportage besteedt het Cft aandacht aan de positieve ontwikkelingen op het gebied van de overheidsfinanciën van Curacao in 2013. Curacao heeft in 2013 de overheidsfinanciën verder op orde gebracht met het doorvoeren van diverse besparingen en inkomensverhogende maatregelen. De compensatie van begrotingstekorten uit voorgaande jaren zijn via overschotten begrotingstechnisch in de jaren 2013 tot 2015 gecompenseerd. Ook heeft Curacao diverse initiatieven om het financieel beheer op orde te brengen geïnitieerd. Het herstel van het meerjarig evenwicht op de begroting heeft er toe geleid dat Curacao in september 2013, na toetsing door het Cft, weer een geldlening van ANG 60 mln. kon aangaan om nodige kapitaalinvesteringen te kunnen doen.
Sint Maarten heeft de tweede helft van 2013 noodgedwongen veel tijd gestoken in het tot stand brengen van zowel een vastgestelde begroting 2013 als 2014. In beide gevallen kon een aanwijzing door de Rijksministerraad op het laatste moment door Sint Maarten worden voorkomen.
Aandachtspunten en aanbevelingen
Hoewel een positieve ontwikkeling naar houdbare overheidsfinanciën door beide landen is ingezet, plaatst het Cft ook nog enkele kritische kanttekeningen die zeker nog aandacht vragen.
De uitdaging voor Curacao voor 2014 en verder ligt in het daadwerkelijk realiseren van de meerjarige besparingen om de overheidsfinanciën structureel op orde te brengen. Het Cft maakt zich daarnaast voor Curacao ernstig zorgen over financiële positie van overheidsentiteiten, waarvan een aantal inmiddels in (grote) financiële problemen verkeert. Gezien de (financiële) omvang van deze organisaties zijn de risico’s voor de overheidsfinanciën groot. Het Cft beveelt dan ook aan komend jaar te gebruiken om plannen van aanpak te ontwikkelen om deze entiteiten weer (financieel) gezond te maken.
Het Cft heeft grote zorgen over de liquiditeitspositie van Sint Maarten. Deze is afgelopen jaren sterk verslechterd doordat o.a. kapitaalinvesteringen werden voorgefinancierd uit kasgeld (liquide middelen). In 2013 heeft Sint Maarten ook liquiditeitproblemen gekend, waardoor betalingsachterstanden aan pensioenfonds en fonds sociale en ziektekostenverzekering zijn opgelopen. Ook de vermogenspositie van Sint Maarten is nog altijd negatief. Het Cft beveelt aan dat Sint Maarten een plan van aanpak opstelt om de liquiditeitspositie op korte en lange termijn te verbeteren.
Het financieel beheer blijft voor beide landen een punt van aandacht, wat onder andere blijkt uit de te late vaststelling van de jaarrekeningen 2010 (Curaçao) en 2010/2011 (Sint Maarten) en de afkeurende verklaringen van de SOAB en Algemene Rekenkamers bij die jaarrekeningen. In beide landen wordt reeds gewerkt aan het verbeteren van dit beheer, maar vooral Sint Maarten heeft hiervoor slechts beperkte capaciteit beschikbaar.
De bovenstaande aandachtspunten en bijbehorende aanbevelingen uit de rapportage van het Cft onderschrijf ik en zijn ook benadrukt door de RMR.
Begroting 2014 Curacao en Sint Maarten
Het Cft heeft de vastgestelde begrotingen 2014 van beide landen beoordeeld. De begrotingen 2014 voldoen voor beide landen aan de normen van de Rijkswet financieel toezicht Curacao en Sint Maarten. Wel maakt het Cft voor beide landen een voorbehoud op de kapitaaldienst.
Het positieve advies van het Cft betekent in beginsel dat de landen in 2014 leningen aan kunnen gaan ten behoeve van kapitaalinvesteringen. Deze investeringen zijn voor beide landen economisch gezien positief. Nederland heeft, conform de Rijkswet financieel toezicht Curacao en Sint Maarten, een (verplichte) lopende inschrijving op de geldleningen door deze landen. De leningsverzoeken worden door het voorbehoud dat het Cft heeft gemaakt op de kapitaaldienst eerst nog separaat door het Cft getoetst wanneer een land deze indient. Pas bij een positief advies door het Cft kan het land een beroep doen op de lopende inschrijving van Nederland.
Aanwijzing Curacao 2012
Op 13 juli 2012 heeft de Rijksministerraad ingestemd met het geven van een aanwijzing aan Curaçao die strekt tot aanpassing van de begroting 2012 en het vergroten van de beheersbaarheid van de publieke uitgaven. Dit om de begroting in overeenstemming te brengen met de normen uit de Rijkswet Financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten. De raad van Ministers van Curaçao heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Raad van State. De aanwijzing is in het besluit van de Raad van State van 2 november 2012 op dit beroep in essentie overeind gebleven.
Het Cft heeft in een brief van 26 februari 2014 aan de RMR geconcludeerd dat:
1. aan alle onderdelen van de aanwijzing door het bestuur van Curaçao is voldaan;
2. het bestuur van Curaçao derhalve de opdracht van de Rijksministerraad uit 2012 heeft afgerond en zich kan richten op de uitvoering van de begroting 2014 en de maatregelen met meerjarige effecten;
3. het Cft deze uitvoering uit hoofde van een evenwichtige begroting zal blijven monitoren.
De RMR heeft de conclusies van het Cft overgenomen en gaat er van uit dat het bestuur van Curacao de ingezette lijn zal bestendigen, de financiële functie van het land verder zal versterken, en dat daarbij het financieel evenwicht voor nu en later gewaarborgd wordt.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk