Vastgesteld 12 november 2013
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 18 oktober 2013 voorgelegd. Bij brief van 11 november 2013 zijn ze door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Berndsen-Jansen
Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
1
Kunt u uiteenzetten wat uw coördinerende rol ten aanzien van Caribisch Nederland op dit moment inhoudt en daarbij ingaan op zowel de proces- als de inhoudelijke coördinatie? Kunt u ook uiteenzetten op welke wijze u deze rol in 2014 gaat versterken?
Antwoord
Vanuit mijn systeemverantwoordelijkheid voor de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES), zie ik toe op de continuïteit van het rijksbeleid door actieve coördinatie richting de Ministeries en de openbare lichamen. De interdepartementale coördinatie vindt onder voorzitterschap van het Ministerie van BZK plaats. In dit verband onderhoud ik ook de relatie met Caribisch Nederland. Ten slotte breng ik volledigheidshalve onder uw aandacht dat ik op 7 november jl. de kabinetsreactie op het onderzoek «Mogelijkheden voor deregulering en taakverlichting Caribisch Nederland» van het onderzoeksbureau Ideeversa aan uw Kamer heb gezonden (Kamerstuk 33 750 IV, nr. 7). In deze kabinetsreactie ben ik nader in gegaan op mijn coördinerende rol met betrekking tot Caribisch Nederland.
2
Kunt u de Kamer een inschatting geven van de hoeveelheid rijksmiddelen die u voor de uitvoering van de ontwikkelplannen in 2014 en later wil vrijmaken?
Antwoord
De ontwikkelplannen zijn in de week van 28 oktober 2013 besproken met de openbare lichamen tijdens de zogenaamde Caribisch Nederland-week in Den Haag. Het kabinet constateert dat er recent door Ministeries de nodige middelen ter beschikking zijn gesteld voor zaken die in de ontwikkelplannen zijn genoemd. Ik verwijs hiervoor naar de bijlage rijksuitgaven Caribisch Nederland bij de begroting van het BES-fonds 2014. Het kabinet stelt dat het uitgangspunt van de financiële verhoudingen is dat het aan de openbare lichamen is om tot goede prioriteitstelling te komen binnen de eigen middelen c.q. de vrije uitkering. Het kabinet heeft geen ruimte extra middelen ter beschikking te stellen. Hierbij moet worden bedacht dat ten opzichte van de transitie de rijksuitgaven aan Caribisch Nederland fors zijn gestegen (€ 300 miljoen in 2014). De openbare lichamen en het kabinet achten het wenselijk om te onderzoeken hoe aan departementale kant de rijksbrede prioriteitstelling binnen deze budgettaire kaders versterkt kan worden.
3
Maakt de wijze waarop de afzonderlijke eilanden hun belasting innen (bijvoorbeeld de keuze voor een Algemene Bestedingsbelasting – en niet voor een Turn Over Tax – op Saba) ook onderdeel uit van onderzoek?
Antwoord
Dit is momenteel geen onderdeel van onderzoek. Voor Caribisch Nederland geldt met ingang 1 januari 2011 een nieuw fiscaal stelsel. Dat stelsel bestaat enerzijds uit rijksbelastingen en anderzijds uit eilandelijke belastingen. De Belastingdienst/Caribisch Nederland (B/CN) is verantwoordelijk voor de toepassing en uitvoering van het stelsel van rijksbelastingen. Het stelsel van rijksbelastingen is zoveel mogelijk uniform vormgegeven voor alle eilanden van Caribisch Nederland. Dat betekent onder andere dat de algemene bestedingsbelasting, een rijksbelasting, op alle drie de eilanden van Caribisch Nederland van toepassing is. Op grond van Hoofdstuk IV van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba hebben de eilandgebieden de mogelijkheid om (bepaalde) eilandelijke belastingen te heffen. Die keuze is aan de eilandbestuurders. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat B/CN op verzoek van de eilandbesturen in bepaalde gevallen ook betrokken is bij het opleggen en invorderen van eilandelijke belastingen.
4
Kunt u aangeven wat de integrale aanpak van sociaal-economische initiatieven, waarvoor langdurig middelen zijn vrijgemaakt, precies inhoudt?
Antwoord
In het Bestuurlijk Akkoord van 18 april 2010 tussen Bonaire, Sint Eustatius, Saba en Nederland is geconstateerd dat voor het verbeteren van de welvaart op de eilanden het versterken van economische activiteiten, het verbeteren van de werking van de arbeidsmarkt en het vergroten van werkgelegenheid uitermate belangrijk zijn. Daarbij is binnen de sociaaleconomische context sprake van een verbinding tussen beleidsterreinen als arbeidsmarkt, educatie en onderwijs, zorg, sociale woningbouw en wijken en de situatie van jongeren. Dit betekent dat een zo integraal mogelijke aanpak een extra impuls kan geven aan het vergroten van de arbeidsparticipatie en het bevorderen van de maatschappelijke participatie. De inzet om de sociaaleconomische ontwikkeling op de eilanden te bevorderen gebeurt vanuit de Ministeries van SZW, BZK, OCW, VWS en EZ gezamenlijk, met een trekkersrol vanuit de eerstgenoemde. Het gestalte geven van deze integrale aanpak is essentieel voor de verdere ontwikkeling van de eilanden. De eilandbesturen worden (ook financieel) ondersteund bij het vormgeven daarvan, maar zij zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van deze aanpak. De integrale aanpak heeft al geleid tot een gevarieerde «waaier» aan projecten, zoals integrale wijkaanpak, jobprogram horeca, project preventie verslavingszorg, project maatschappelijk werker en projecten kinderopvang.
5
Op welke termijn kan de Kamer de brief inzake sociale achterstanden op de eilanden verwachten?
Antwoord
Het betreft de brief van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar aanleiding van haar werkbezoek Caribisch Nederland afgelopen zomer. Ik verwacht dat uw Kamer deze brief op korte termijnontvangt.
6
Wat is de reden van het feit dat de uitgaven voor «een betrouwbare GBA en betrouwbare reis- en identiteitsdocumenten» tot 2017 sterk oplopen en voor 2018 weer veel lager zijn?
Antwoord
Bij de aangereikte cijfers is rekening gehouden met de beoogde overgang van de drie bevolkingsadministraties «PIVA» van Bonaire, Sint Eustatius en Saba naar de basisregistratie personen (BRP). Ik heb dit beleidsvoornemen met u gedeeld in mijn brief d.d. 23 mei 2013 inzake de modernisering van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Kamerstuk 27 859, nr. 65). De uitgaven lopen in eerste instantie op in verband met de investeringen die moeten worden gedaan om de beoogde overgang te kunnen realiseren. Is de overgang eenmaal gerealiseerd, dan dalen de uitgaven naar het niveau van de structurele kosten. Op 28 oktober 2013 heb ik u een brief gezonden met Kamerstuk 27 859, nr. 68 inzake de Voortgang Basisregistratie Personen. De in deze brief aangegeven aanpassing voor de planning van de ontwikkeling en de afronding van de invoering van de BRP heeft gevolgen voor de planning van de beoogde overgang van de PIVA bevolkingsadministraties naar de BRP. De gevolgen voor de planning moeten nog nader worden uitgewerkt.
7
Wat is de reden van het feit dat de Agentschapsbijdrage RWS in 2014 en 2015 ruim € 10 mln. bedraagt en vervolgens teruggaat tot 0 in 2017?
Antwoord
De agentschapsbijdrage aan RWS betreft de bijdrage voor de uitvoering van de masterplannen luchthavens Caribisch Nederland gericht op het wegwerken van de tekortkomingen ten aanzien van de internationale regelgeving. De verwachting is dat de uitvoering van de masterplannen in 2017 is afgerond.
8
Wat is de reden van het feit dat na 2014 de uitgaven voor het infrastructuurfonds voor de BES-eilanden sterk teruglopen? Wat is er de reden van dat deze in 2018 weer licht stijgen?
Antwoord
Dit budget is met name beschikbaar voor het bestrijden van maritieme incidenten op Caribisch Nederland (aanvaringen, olielozingen). Voor de eerste jaren is het een investeringsimpuls om materieel aan te schaffen om Rijkswaterstaat in staat te stellen deze taak – in samenwerking met de eilanden – adequaat te verrichten. Het zwaartepunt van de investeringen lag op 2013 en 2014. Er hebben budgetverschuivingen plaatsgevonden om de noodzakelijke investeringen op korte termijn mogelijk te maken. Vanaf 2018 blijft de reeks stabiel.
9
Wat is de reden van het feit dat in 2014 € 11,5 mln. wordt uitgegeven aan «Een doelmatige en duurzame energievoorziening BES» en in 2015 € 4,5 mln.?
Antwoord
De Minister van Economische Zaken en de Minister van I&M hebben in 2013 een financiële bijdrage gedaan aan het water- en energiebedrijf Bonaire. Daarnaast wordt gewerkt aan een nieuw regulerend kader van de energievoorziening in Caribisch Nederland. De Tweede Kamer is over de achtergronden hiervan geïnformeerd bij brief van 17 december 2012. Hiervoor is in 2014 € 5 mln. begroot en in 2015 € 4,5 mln. Daarnaast is voor Saba en Sint Eustatius een incidentele subsidies van € 6,5 mln. begroot in 2014. Als gevolg van de staatkundige vernieuwing zien Saba en Sint Eustatius zich genoodzaakt om zelfstandige energiebedrijven op te richten. Deze bedrijven gaan op 1 januari 2014 officieel van start. In lijn met eerdere toezeggingen van de Minister van Economische Zaken worden deze bedrijven in 2014 ondersteund met een subsidie ten behoeve van investeringen in duurzame energie teneinde tot renderende bedrijfsvoering te komen.
10
Waar worden de middelen «Onderzoek en opdrachten: natuurprojecten Caribisch Nederland» de komende jaren aan besteed?
Antwoord
De middelen zijn bestemd om achterstallig onderhoud van de natuur op korte termijn in te halen. De projecten zullen in de periode 2013–2016 uitgevoerd worden. Het openbaar lichaam van de eilanden is op grond van de regeling bijzondere uitkering natuurprojecten gevraagd concrete projecten aan te dragen met de volgende thema’s:
– behoud van koraal, met name door erosiepreventie;
– duurzaam gebruik van de natuur, bijvoorbeeld door toegang tot natuurgebieden te verbeteren en/ of
– de synergie tussen natuur, grondgebruik (landbouw) en toerisme verbeteren.
Begin 2014 zal duidelijk zijn welke concrete projecten uitgevoerd gaan worden.
11
Kunt u toelichten waarom de uitgaven aan «Onderstand» de komende jaren licht stijgen en waarom uitgaven aan «Re-integratie» eerst stijgen om vervolgens weer af te nemen?
Antwoord
Het licht stijgende verloop van de uitgaven aan Onderstand kent verschillende oorzaken, zoals de bevolkingsgroei en de weglek van de AOV-leeftijdsverhoging. Hierdoor stijgt het aantal mensen in de Onderstand en neemt de gemiddelde duur waarop mensen in de Onderstand zitten toe.
In totaal wordt € 1 mln. overgemaakt aan Caribisch Nederland in het kader van een integrale aanpak die onder andere bestaat uit het inkopen van kinderopvangplaatsen. In 2012 is hiervoor al € 150.000 overgemaakt. De resterende € 850.000 wordt overgemaakt in de jaren 2014 t/m 2016 (€ 200.000 in 2014, € 525.000 in 2015 en € 125.000 in 2016). Dit verklaart het verloop van het budget re-integratie Caribisch Nederland in de komende jaren. Zonder deze extra toekenning is het budget re-integratie Caribisch Nederland een constante reeks van € 260.000 per jaar.
12
Wat is er de reden van dat de «Zorgkosten Caribisch Nederland» in 2015 fors stijgen ten opzichte van 2014?
Antwoord
De ramingen van de zorgkosten zijn eind 2012 begin 2013 door het zorgverzekeringskantoor in Caribisch Nederland gemaakt. Deze ramingen worden in US dollars opgesteld omdat de uitgaven in US dollars worden gedaan. De raming in dollars laat een gelijkmatige toename van de uitgaven over de jaren zien. In 2015 is er vanwege een verwachte lagere dollar/eurokoers van 1,25 in plaats van 1,31 in euro’s sprake van een wat grotere toename dan in de andere jaren. Hieronder ziet u dat in tabelvorm nader toegelicht.
De raming van de wisselkoers is van begin 2013 en van het CPB afkomstig.
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
|
---|---|---|---|---|---|
Uitgaven in $ |
109,5 |
113,0 |
116,6 |
120,3 |
124,2 |
wisselkoers |
1,31 |
1,25 |
1,25 |
1,25 |
1,25 |
Uitgaven in € |
83,6 |
90,4 |
93,3 |
96,3 |
99,3 |
13
Waarom is – mede gezien de Obesitas-problematiek op de eilanden – de hoeveelheid middelen die voor «Sport» de komende jaren op de BES-eilanden worden uitgegeven zo laag?
Antwoord
Sport is geen rijkstaak maar een taak van de openbare lichamen. De omvang van de uitgaven die zij doen in het kader van sport zijn niet in dit overzicht opgenomen en mij niet bekend. Wel heb ik besloten om, indien de eilanden aangeven daar behoefte aan te hebben, ook voor hen middelen voor (mede)financiering van Buurtsportcoaches beschikbaar te stellen.
14
Wat is er de reden van dat bij de geraamde belastingontvangsten een negatief saldo van € 0,9 mln. staat onder de kop «Inkomstenbelasting»?
Antwoord
De inkomstenbelasting heeft een negatieve opbrengst omdat er per saldo meer loonbelasting wordt teruggegeven aan belastingplichtigen met aftrekposten dan dat er inkomstenbelasting wordt geheven van belastingplichtigen die inkomsten genieten die niet onder de loonbelasting vallen. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om een geactualiseerd overzicht te verstrekken van de belasting- en premieontvangsten 2014 van Caribisch Nederland. De Miljoenennota 2014 bevat een gedetailleerd overzicht van de raming van alle belasting- en premieontvangsten op kasbasis voor 2014. Het overzicht bevat ook het totaal van de belasting- en premieontvangsten van Caribisch Nederland. In de BES-fonds begroting (Kamerstuk 33 750 H, nr. 2), onderdeel van de Rijksbegroting, is in paragraaf 4.4 een gedetailleerd overzicht opgenomen van de belasting- en premieontvangsten op kasbasis van Caribisch Nederland door deze ontvangsten uit te splitsen over alle in Caribisch Nederland geheven rijksbelastingen en premies.
Abusievelijk is in de desbetreffende paragraaf gedateerde informatie opgenomen. De bedragen die in de tabel in deze paragraaf zijn opgenomen betreffen namelijk de gerealiseerde opbrengsten over het jaar 2012 en niet de geraamde kasopbrengsten voor het jaar 2014. Onderstaand treft u een geactualiseerde tabel aan.
Raming belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland 2014 op kasbasis in miljoenen euro’s
Raming 2014 |
|
---|---|
Algemene bestedingsbelasting |
26,7 |
Opbrengstbelasting |
0,7 |
Accijnzen |
4,7 |
Overdrachtsbelasting |
1,7 |
Loonbelasting en premies volksverzekeringen, waarvan: – Loonbelasting – Premie AOV/AVV – Inkomensafhankelijke werknemers premie zorgverz. – Werkgeverspremies |
67,4 (15,0) (16,3) (0,3) (35,8) |
Teruggave inkomstenbelasting, waarvan: – Inkomstenbelasting – Premie AOV/AVV |
– 1,3 (– 0,6) (– 0,7) |
Vastgoedbelasting |
7,8 |
Kansspelbelasting |
0,5 |
Ontvangsten oude belastingstelsel |
1,0 |
Totaal |
109,3 |
15
Waaruit bestaat het bedrag van € 3,6 mln. «Opbrengsten uit het oude, Nederlands Antilliaanse fiscale stelsel»? Zijn deze ontvangsten structureel of worden deze ieder jaar minder?
Antwoord
Deze ontvangsten zijn niet structureel. Het bedrag van deze ontvangsten daalt sterk van € 3,6 mln. in 2012 naar € 1,0 mln. in 2014. Het betreft opbrengsten uit het oude, Nederlands Antilliaanse belastingstelsel. Deze «na-ijlende» opbrengst kan worden verklaard uit het feit dat veel belastingen (iets) later worden betaald dan het tijdstip of het tijdvak waarop deze belastingen betrekking hebben. Zo worden aanslagen inkomstenbelasting en winstbelasting over het jaar t veelal pas in het jaar t+1 of t+2 opgelegd, zodat de opbrengst die betrekking heeft op jaar t pas in een later jaar wordt ontvangen.
Daarnaast wordt opgemerkt dat deze ontvangsten ook voor een deel samenhangen met de afhandeling van belastingen en belastingaanslagen van oude jaren die nog openstonden onder het Nederlands Antilliaanse stelsel.
16
Bestaan er op de eilanden belastingen waarvan de inningskosten hoger zijn dan de opbrengst? Zo ja, kunt u per eiland aangeven om welke belastingen het gaat en wat de opbrengsten en inningskosten zijn? Als de inningskosten niet bekend zijn, kunt u dan een overzicht geven van de opbrengst van de belastingen per soort per eiland?
Antwoord
Dat is mij niet bekend; evenwel kan ik u melden dat in het in bijlage 4.3 bij de begroting van het BES-fonds opgenomen overzicht van uitgaven ten behoeve van Caribisch Nederland ook de – door B/CN gemaakte – perceptiekosten van het nieuwe fiscale stelsel van Caribisch Nederland zijn opgenomen. Het genoemde bedrag van € 9,502 mln. heeft betrekking op de heffing en inning van het gehele stelsel van rijksbelastingen, inclusief de premies volksverzekeringen en door werkgevers betaalde premies voor werknemersverzekeringen. Dit bedrag is niet uitgesplitst per eiland of per belastingmiddel. In het antwoord op vraag 14 is een geactualiseerd overzicht opgenomen van de opbrengst van de verschillende belastingen voor Caribisch Nederland als geheel.