Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2014
Hierbij informeer ik u over een beslissing die ik heb genomen over het uitbreiden van ligplaatsvoorzieningen langs het Nederlandse vaarwegennetwerk, namelijk voor de Overnachtingshaven Lobith, onderdeel van MIRT-project Toekomstvisie Waal.
Voor dit deelproject heb ik een voorkeursbeslissing genomen, namelijk om de bestaande overnachtingshaven Tuindorp bij Tolkamer te moderniseren en een nieuwe overnachtingshaven aan te leggen nabij Lobith. Met deze beslissing investeer ik een bedrag van € 119,4 miljoen in de uitbreiding van de ligplaatscapaciteit langs het vaarwegennet voor de binnenvaart.
Zoals ik in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte heb aangegeven (Kamerstuk 32 660, nr. 50), zijn de investeringen van mijn ministerie gericht op het verbeteren van de bereikbaarheid van de main-, brain- en greenports en de belangrijke achterlandverbindingen. Ligplaatsen spelen een belangrijke rol bij de optimale benutting van deze verbindingen. De maximale vaartijden van schepen zijn vastgelegd in de Binnenvaartwet. Om aan deze wet te kunnen voldoen zijn voldoende ligplaatsen
nodig.
Juist langs de hoofdtransportas Waal, tussen Tiel en de Duitse grens is er sprake van een aanzienlijk tekort aan overnachtingsplaatsen. Zonder aanvullende plaatsen kan een deel van de vloot zijn vaartijd niet optimaal gebruiken of kiest er – soms uit economisch oogpunt noodgedwongen – voor om de voorschriften te negeren en te lang door te varen, met alle risico's van oververmoeidheid tot gevolg. Daarmee is een overnachtingshaven bij Lobith uit het oogpunt van zowel bereikbaarheid als veiligheid van dwingend openbaar belang.
De beslissing waarover ik u in deze brief informeer, lost – tezamen met reeds in uitvoering zijnde ligplaatsprojecten – belangrijke ligplaatsknelpunten op in het hoofdvaarwegennet en geeft zodoende een impuls aan de bereikbaarheid van Nederland over het water.
Voorkeursbeslissing Overnachtingshaven Lobith
Vanwege het belang van een goede regionale inpassing van de uitbreiding van de ligplaatscapaciteit heb ik in 2012 opdracht gegeven aan de Gedeputeerde Staten van Gelderland om samen met de Gemeente Rijnwaarden en Rijkswaterstaat Oost-Nederland een geschikte locatie te vinden voor een nieuwe overnachtingshaven.
Op 20 december 2012 heb ik een intentieovereenkomst (IOK) ondertekend met de dagelijks besturen van de provincie Gelderland en de gemeente Rijnwaarden om te komen tot een locatiekeuze.
Afweging voorkeurslocatie
Uit onderzoek naar de ligplaatsbehoefte op de Waal is gebleken, dat er sprake is van een tekort van circa 70 overnachtingsplaatsen rond Lobith. Als oplossing is daarom gezocht naar een locatie waar 70 schepen veilig buiten de vaargeul kunnen overnachten in een overnachtingshaven.
In deze fase van de planuitwerking zijn drie locaties onderzocht: Oude Waal, Bijland en Beijenwaard, allen gelegen in de gemeente Rijnwaarden. Binnen deze locaties zijn 11 alternatieven uitgewerkt.
Uit de studie blijkt, dat op alle locaties negatieve effecten op beschermde natuurwaarden niet uit te sluiten zijn. Daarom zijn voor het aanleggen van de overnachtingshaven de Alternatieven, de Dwingende redenen van groot openbaar belang en Compenserende maatregelen (ADC-criteria) op grond van de Natuurbeschermingswet inzichtelijk gemaakt. De compenserende maatregelen zullen in de planuitwerkingsfase verder worden uitgewerkt.
Van de 11 alternatieven bleken er drie kansrijk te zijn voor de realisatie van circa 70 ligplaatsen:
– een nieuwe haven in de Bijlandse plas;
– een nieuwe haven in de Beijenwaard, in het buitendijkse gebied;
– een combinatie van het moderniseren van de bestaande overnachtingshaven Tuindorp met een nieuwe (kleine) haven in de Beijenwaard, in het buitendijkse gebied.
Op basis van deze informatie heb ik, met instemming van de samenwerkende partijen, als voorkeur gekozen voor de locatie Beijenwaard buitendijks in combinatie met het moderniseren van de bestaande haven bij Tuindorp. Deze combinatie biedt mogelijkheden voor een goede ruimtelijke inpassing. Bovendien past het behouden van Tuindorp in het overheidsstreven naar duurzaam en zuinig ruimtegebruik. Daarnaast veroorzaakt het moderniseren van Tuindorp geen significant negatieve effecten op de beschermde natuurwaarden.
Voor dit project is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van publiek-private samenwerking, in de vorm van een DBFM-financieringsconstructie. Het onderzoek geeft echter aan, dat DBFM weinig meerwaarde oplevert; de meerwaarde ten opzichte van de referentie «Engineering & Construct» (E&C) is gemiddeld 0,25% netto contant met een bandbreedte van – 0,6% tot + 1,1%. Bovendien kleven er risico's en nadelen aan de contractvorm DBFM, die kostenverhogend kunnen werken en het proces kunnen vertragen. Daarom heb ik besloten om voor de verdere planuitwerking uit te gaan van de «standaard» contractvorm (E&C).
Bestuurlijke overeenkomst
Om de voorkeursbeslissing vast te leggen en vervolg te geven aan het project, heb ik een bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst (SOK) afgesloten met de Provincie Gelderland en de Gemeente Rijnwaarden. In deze SOK is de voorkeursbeslissing gezamenlijk vastgelegd en worden afspraken gemaakt over het uitwerken van de voorkeurslocatie in een provinciaal inpassingsplan met bijbehorende plan- en projectMER en plandragende vergunningen.
Tevens wordt er vastgelegd, onderzoek te doen naar de mogelijkheden om lokale en regionale wensen, opgaven of ambities mee te koppelen. Het ondertekenen van de SOK is een logische vervolgstap in het proces, dat zal leiden tot de realisatie van voldoende ligplaatsen voor de binnenscheepvaart bij Lobith. Met de gemeente Rijnwaarden en Provincie Gelderland bekijk ik de mogelijkheden voor een snelle uitvoering van de modernisering van Tuindorp.
Planning
De planning voor dit project is als volgt:
– Nadere detaillering en planuitwerking: tot en met medio 2016
– Projectbeslissing (MIRT3): medio 2016
– Start uitvoering: verwachte start 2018
– Oplevering: 2019.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus