Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2014
De Vaste Commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft mij tijdens het Algemeen Overleg over het MIRT op woensdag 18 juni jl. gevraagd het verschil in kosten inzichtelijk te maken tussen de noord-variant en de variant midden-noord voor de nieuwe sluis bij Eefde. In deze brief geef ik antwoord op deze vraag.
Ten behoeve van de uitwerking en vastlegging van de voorkeursbeslissing in het Projectplan Waterwet en bestemmingsplan is een nadere en meer gedetailleerde analyse opgesteld van de verschillen in raming tussen de twee locaties. Hieruit blijkt dat het verschil in geraamde kosten € 13 miljoen bedraagt.
De volgende onderdelen zijn het meest kostenbepalend:
1. Gemaal
Bij het alternatief midden-noord moet het zogenoemde «nieuwe gemaal» (uit 1965) worden verwijderd. De noodzakelijke pompcapaciteit is niet realiseerbaar in het er naast gelegen monumentale pompgebouw (uit 1933). Daarom is het bij een keuze voor variant midden-noord nodig om een nieuw gemaal, inclusief gebouw te bouwen. Dit veroorzaakt het grootste verschil in kosten tussen beide varianten.
2. Voorhavens IJsselzijde en Kanaalzijde
– Bij het alternatief midden-noord moeten aan de IJsselzijde een kade en afmeervoorzieningen aan zowel de noord- als aan de zuidzijde van het kanaal worden gerealiseerd (bij de noord-variant kunnen de voorzieningen aan de zuidzijde behouden blijven).
– Bij het alternatief midden-noord kunnen aan de Kanaalzijde de bestaande kade en afmeervoorzieningen aan de noordzijde behouden blijven. Bij het alternatief noord moeten zowel aan de noordzijde als aan de zuidzijde aanpassingen gedaan worden, omdat de huidige damwand aan de zuidzijde niet geschikt is voor de maatgevende scheepvaart.
Per saldo is de raming van het aanpassen van de voorhavens bij de midden-noord variant echter hoger.
Overige kosten
Daarnaast moeten bij de variant midden-noord nog de volgende meerkosten worden gemaakt:
Het huidige KLPD-gebouw moet worden gesloopt. Om het middeneiland toegankelijk te houden moet de afrit naar het middeneiland bij het alternatief midden-noord worden verplaatst. Tot slot moet een bestaande bunker op het middeneiland worden verwijderd, omdat op deze plaats de nieuwe sluis komt.
Bij de noord-variant worden kosten gemaakt voor het onteigenen van 3 woningen en voor het nemen van mitigerende en compenserende maatregelen zoals het aanplanten van bomen en het verplaatsen van de roekenkolonie. Verder zijn er meerkosten omdat er meer grondwerk noodzakelijk is ten behoeve van het aanpassen van de primaire waterkering. Ten slotte zijn de kosten hoger voor waterbodembescherming omdat de bestaande wacht- en opstelplaatsen aan de noordkant van de Kanaalzijde moeten worden aangepast.
In beide varianten is de raming van de kosten van de aanleg van de steigers voor de recreatievaart even hoog. Dat geldt ook voor geraamde kosten van het nieuwe bediengebouw en behoud van de voorsluis.
Na optelling van alle onderdelen zijn de kosten van de midden-noord variant € 13 mln. hoger.
Latere oplevering bij variant midden-noord
In het Algemeen Overleg heb ik aangegeven dat bij heroverweging de oplevering van een midden-noord variant drie jaar later zal zijn dan de huidige afgesproken voorkeursvariant noord. Er is qua extra voorbereiding dan namelijk ongeveer 1,5 jaar nodig voor de uitwerking van een volledig referentieontwerp en het opstellen van een Projectplan Waterwet dat de inspraakprocedure moet doorlopen.
Voor de uitvoering van de variant midden-noord moet ook ongeveer 1,5 jaar extra gerekend worden. Zo moet onder andere het bestaande «nieuwe» gemaal gesloopt worden. Om dit te kunnen doen is eerst een ander gemaal nodig dat de functie van het bestaande gemaal kan overnemen.
De nieuwe procedure en het langer in stand houden van de projectorganisatie brengen daarnaast ook extra kosten met zich mee. Deze kosten zijn nog niet meegenomen in het berekende kostenverschil van € 13 mln.
Overigens geldt voor beide varianten dat ze dezelfde functionaliteit hebben. Indien gerealiseerd biedt iedere variant afzonderlijk, een toekomstvaste oplossing voor de wachttijdenproblematiek, een hogere betrouwbaarheid doordat in twee richtingen tegelijk kan worden geschut en bij calamiteiten de andere sluis nog beschikbaar is.
Zoals ik ook in het Algemeen Overleg MIRT heb aangegeven, heeft het wegens de hogere kosten van de midden-noord variant en de vertraging van 3 jaar, uitdrukkelijk niet mijn voorkeur om in dit stadium mijn eerdere, met steun van de regio genomen voorkeursbeslissing voor variant noord alsnog te heroverwegen.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus