Voorgesteld 3 juli 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering voor goederenroutering Oost-Nederland de voorkeur heeft voor de variant Kopmaken Deventer, maar besluitvorming over de tweede fase MER uitstelt tot 2020;
overwegende dat de regio een grote voorkeur heeft voor de variant Noordtak, maar het meenemen van een Noordtak als volwaardige variant in de tweede fase MER kan betekenen dat een deel van de eerste fase MER overgedaan moet worden;
verzoekt de regering, de beschikbare tijd de komende jaren goed te benutten en samen met de regio te onderzoeken of de Noordtak door optimalisatie en een financiële bijdrage van de regio haalbaar is en op basis van de uitkomsten van dit onderzoek en overleg tijdig te beslissen over het aanpassen van de eerste fase MER zodat de Noordtak in de tweede fase MER alsnog volwaardig kan worden meegenomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber