Vastgesteld 31 oktober 2013
De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
|
I. |
Algemeen |
1 |
|
II. |
Aanleiding en Achtergrond |
2 |
|
III |
Uitvoering en handhaving |
3 |
|
IV |
Evaluatiebepaling |
3 |
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennis genomen van de wijziging van de Scheepvaartverkeerswet. Deze leden hebben nog de behoefte tot het stellen van een aantal vragen.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van het voornemen de scheepvaartverkeerswet aan te passen om daarmee de boetecategorie voor het afwijken van de verplichte vaarroute ten noorden van het Waddengebied te verhogen van de 3e naar de 4e categorie.
De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van de Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet ter verhoging van de boetecategorie voor overtredingen van internationale scheepvaartroutes en ter uitbreiding van loodsplichtig vaarwater in verband met de ingebruikneming van Maasvlakte 2.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel dat strekt tot wijziging van artikel 31, achtste lid, van de Scheepvaartverkeerswet (Svw), waardoor een verhoging plaatsvindt van de boetecategorie voor schepen die afwijken van verplichte internationale vaarroutes, zoals de vaarroute voor tankers boven het Waddengebied, en uitbreiding van de loodsplichtige scheepsvaartwegen in verband met de ingebruikneming van de Maasvlakte 2.
Boetecategorie
De leden van de VVD-fractie hebben twijfels bij het verhogen van boetes, omdat de oorzaak voor het afwijken van de route eerder lijkt ingegeven door onbekendheid dan door structurele opzet. Indien het onbekendheid is, wat is dan het effect van de verhoging van de boetes, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
De leden van de PvdA-fractie ondersteunen het principe dat het afwijken van de vaarroute wordt gesanctioneerd met een boete die hoger is dan het economische voordeel van het afwijken van deze route.
De leden van de PvdA-fractie verzoeken de regering om een nadere toelichting op het huidige en toekomstige economisch voordeel voor reders van het niet volgen van de voorgeschreven vaarroute.
De leden van de CDA-fractie geven aan dat in het wetsvoorstel wordt bepaald dat de boetecategorie voor het afwijken van de verplichte vaarroute ten noorden van het Waddengebied fors wordt verhoogd.
Deze leden vragen of dit proportioneel is. Is er een relatie met het financiële voordeel van afwijken van de voorgeschreven route en de hoogte van de boete? Wordt bij de huidige hoogte van de boete het eventuele financiële voordeel niet weggenomen, zo vragen zij.
De leden van de CDA-fractie vragen onder welke omstandigheid de verhoging tot de vijfde boetecategorie alsnog overwogen zal worden. Is recidive een straf verzwarende factor?
Onduidelijkheid over de vaarroutes
De leden van de PvdA-fractie vragen de regering om nader in te gaan op de onduidelijkheid over de vaarroutes, die volgens reders wel degelijk bestaan op de papieren navigatiekaart en op de elektronische (ECDIS) kaarten.
De leden van de PvdA-fractie zijn tevens benieuwd op welke wijze de overheid de voorlichting over de verplichte scheepvaartroutes zal gaan intensiveren.
Ook de leden van de CDA-fractie vragen zich af of de voorlichting voldoende is geweest, nu er nog steeds onduidelijkheid is over de verplichte vaarroute. Is er voor gezorgd dat de weergave in de (elektronische) kaart en nautische publicaties duidelijk is, zo vragen zij.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben vragen over de effectiviteit en proportionaliteit van het voorstel. Zij constateren dat het kabinet naast de verhoging van de boetecategorie voornemens is de voorlichting over het verplichte routeringssysteem te intensiveren. Ook zij hebben daarom over deze voorlichting een aantal vragen.
Zo vragen zij of het klopt dat bijvoorbeeld de regeling niet direct is aangegeven op de papieren navigatiekaarten, noch op de kaart zelf, noch in de verwijzingen bij de titel van de kaart, maar alleen via een referentie naar nautische publicaties, maar dat op de kaart niet direct duidelijk is wat de regeling inhoudt? Klopt het tevens, zo vragen deze leden, dat op de elektronische kaarten de regeling nog lastiger is terug te vinden en dat de IMO-routegide weliswaar op dit punt meer informatie bevat maar door onduidelijke teksten verkeerd geïnterpreteerd kan worden? Genoemde leden vragen welke voornemens er precies zijn om deze informatie te verbeteren en wanneer dit gerealiseerd zal zijn. Er zijn hierover immers in 2012 al afspraken gemaakt, zo stellen zij. Waarom is dit nog steeds niet gebeurd? Volgens genoemde leden is dit van belang omdat de honderd procent controle al heeft geleid tot een halvering van het aantal overtredingen in 2012. Genoemde leden vragen tenslotte of het kabinet van mening is dat de informatievoorziening op dit moment adequaat is en daarmee een hogere boete op dit moment gerechtvaardigd is?
De leden van de CDA-fractie vragen af of de pakkans na de invoering van de gewijzigde werkwijze groot is: is de mate van controle voldoende, zo vragen zij.
De leden van de CDA-fractie vragen tevens waarop de veronderstelling gebaseerd is dat honderd procent nageleefd gaat worden. Ook leeft de vraag of afwijken van de route ingegeven wordt door iets anders dan onbekendheid.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen verder of de Kustwacht tankers, die een verkeerde route dreigen te kiezen, vooraf actief waarschuwt over de radio.
Ook de leden van de VVD-fractie vragen of de regering bereid is eerst een waarschuwing te geven en ingeval van recidive, waardoor er kennelijk opzet in het spel is, een hoge boete op te leggen?
De leden van de CDA-fractie constateren dat in het wetsvoorstel ook de aanpassing bepaald wordt van de vaarwegen waarbinnen kapiteins van zeeschepen verplicht zijn tijdens de vaart gebruik te maken van een loods. Daar de entree tot en het binnen-gebied van de Maasvlakte 2 buiten het bestaande loodsplichtige vaarwater valt en dit wel noodzakelijk wordt geacht, worden middels het onderhavige wetsvoorstel aanpassingen hiertoe gemaakt.
De leden van de CDA-fractie vragen waarom in het wetsvoorstel geen evaluatiebepaling is opgenomen.
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, P. Jansen
Adjunct-griffier van de commissie, Miserus