Vastgesteld 8 november 2013
De vaste commissie voor Financiën belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave |
Blz. |
Inleiding |
1 |
Aanleiding voor en verloop van de onderhandelingen |
2 |
Inhoud van het Verdrag |
2 |
Inbreng van derden |
4 |
Artikelsgewijze toelichting |
4 |
Inleiding
De leden van de fractie van de PvdA hebben kennisgenomen van voorliggend wetsvoorstel, en constateren dat, ondanks de lovenswaardige inspanningen van de betrokken ministeries, het voorgestelde belastingverdrag niet overeenkomt met alle door Nederland gehanteerde standaardcriteria fiscaal verdragsbeleid. Over dit wetsvoorstel hebben deze leden daarom nog enkele vragen.
De leden van de fractie van de PvdA spreken hun waardering uit voor het in het nieuwe belastingverdrag vervallen van de zogenoemde «tax sparing credit» uit het Verdrag 1987. De tax sparing credit behelsde een aftrek ter voorkoming van de dubbele belastingheffing voor in de bronstaat niet of minder geheven bronbelasting. Daarnaast zijn genoemde leden verheugd met de bereikte bronheffing op pensioenen, waarmee recht wordt gedaan aan de recent herijkte uitgangspunten voor het fiscale verdragsbeleid.
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het belastingverdrag tussen Nederland en China. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de fractie van de PVV hebben met belangstelling kennisgenomen van dit wetsvoorstel tot goedkeuring van het belastingverdrag met China. Daarbij hebben deze leden echter wel de volgende vragen, aan- en/of opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de goedkeuringswet van het belastingverdrag met China. Deze leden zijn erg positief over het feit dat de regering onderhandeld heeft om het oude verdrag uit 1987 te verbeteren. China is een belangrijke handelspartner van Nederland en het nieuwe Verdrag, en onder andere de verlaging van de bronbelasting op deelnemingsdividenden, zijn een belangrijke stimulans voor de onderlinge investeringen tussen Nederland en China.
De leden van de CDA-fractie hebben wel een aantal vragen over het nieuwe verdrag.
De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van het belastingverdrag met China en hebben hierover een aantal vragen.
Aanleiding voor en verloop van de onderhandelingen
De leden van de fractie van de SP vragen of tijdens de besprekingen over het verdrag ook is gesproken over het VN-modelverdrag. Is dat het geval en zo ja, wat is de zienswijze van China ten aanzien van het VN-modelverdrag? Is het feit dat China geen lid is van de OESO de enige reden waarom het land niet integraal wil aansluiten bij de OESO-modelverdragbenadering? Voorts vragen deze leden waarom China terughoudend is bij het opnemen van bijzondere uitwerkingen die door een verdragspartner worden voorgesteld.
Inhoud van het Verdrag
Nederland maakt zich bij monde van het kabinet sterk om belastingontwijking te voorkomen. Hiertoe worden in toenemende mate antimisbruikbepalingen opgenomen in belastingverdragen. De leden van de fractie van de PvdA zijn hier groot voorstander van. Echter, uit de memorie van toelichting lijkt meermalen naar voren te komen dat Nederland bij de verdragsonderhandelingen met China juist heeft ingezet op het voorkomen van aanvullende antimisbruikbepalingen, getuige bijvoorbeeld een formulering als «Nederland heeft antimisbruikregels geaccepteerd langs de lijnen die doorgaans in andere Chinese verdragen zijn opgenomen» (pagina 2 van de memorie van toelichting). Ook blijkt dat «alleen in combinatie met het opnemen van antimisbruikbepalingen was China bereid de tarieven voor dividend, interest en royalty’s te verlagen» (pagina 14 van de memorie van toelichting). Kan de regering de indruk van de leden van de PvdA-fractie wegnemen dat Nederland het opnemen van antimisbruikbepalingen in de onderhandelingen met China heeft tegengewerkt? Indien de indruk van de genoemde leden juist is, wat zijn de redenen achter de Nederlandse opstelling?
De leden van de fractie van de PvdA constateren dat China substantiële bronheffingen heeft bedongen met betrekking tot interest en royalty’s. Kan de regering toelichten wat hiervan de gevolgen zijn voor de Nederlandse belastinggrondslag en -inkomsten? Is Nederland ook bereid dit voorrecht toe te kennen aan ontwikkelingslanden waarmee zij een belastingverdrag heeft gesloten? Zo nee, waarom niet?
De leden van de fractie van de PvdA merken op dat met China geen overeenstemming is bereikt over de fiscale behandeling van besloten FGR’s (Fonds voor Gemene Rekening) als asset poolinginstrument. De achtergrond van het ontbreken van overeenstemming wordt niet nader toegelicht, terwijl de gevolgen hiervan voor pensioenfondsen vooralsnog onbekend zijn. Genoemde leden vragen de regering of pensioenfondsen zijn geconsulteerd naar aanleiding van het Verdrag? Zo ja, wat zijn hun wensen ten aanzien van een nieuw verdrag met China? Zo nee, waarom niet? Wat zijn de gevolgen voor pensioenfondsen van het ontbreken van overeenstemming ten aanzien van FGR’s? Daarnaast vragen deze leden de regering wat in fiscaal technische zin de status is van de FGR? Wordt de FGR door China als transparant gekwalificeerd, zodat volgens het verdrag door China geen capital gains tax wordt geheven? Wat is de reden dat de transparantie van de FGR niet is geregeld in het nieuwe belastingverdrag met China?
De leden van de fractie van de SP is opgevallen dat China «nog» niet bereid was tot het opnemen van een bronheffingspercentage op deelnemingsdividenden van nul procent. Ook in andere passages wordt het woord «nog» in dezelfde context gebruikt. Waarom voegt de regering het woord «nog» hieraan toe? Is de regering van mening dat deze houding in de toekomst zal veranderen? Waaruit maakt de regering dat op?
Genoemde leden merken op dat het Nederlandse verdragsbeleid erop is gericht het Nederlandse tarief van 15% op portfoliodividenden niet te verlagen. Waarom is dat niet gerealiseerd in het verdrag met China? Welke bezwaren zijn door China aangevoerd?
China was enkel bereid tot het verlagen van de tarieven voor dividend, interest en royalty’s wanneer dit gepaard zou gaan met het opnemen van antimisbruikbepalingen. Mag daaruit worden geconcludeerd dat China zorgen had over mogelijk verdragsmisbruik, vragen de leden van de SP-fractie? Zo ja, kan concreet worden aangegeven welke zorgen bij de Chinese delegatie leefden? Heeft China zelf voorstellen gedaan voor antimisbruikbepalingen en in hoeverre is Nederland hieraan tegemoetgekomen? Had China verder willen gaan in het opnemen van antimisbruikbepalingen dan uiteindelijk is overeengekomen? Kan de regering aangeven waardoor de «limitation on benefits»-bepaling geen bevredigend eindresultaat heeft opgeleverd?
In de memorie van toelichting wijst de regering er op dat Nederland zich in de kopgroep, na België en het Verenigd Koninkrijk, en gevolgd door Denemarken, bevindt van de onderhandelingen van de West-Europese landen met China voor nieuwe belastingverdragen.
China streeft, zo lezen de leden van de fractie van de PVV ook in de memorie van toelichting, naar een verregaande uniformering van de belastingverdragen met de (West-) Europese landen.
Zou de regering eens willen aanduiden waar er verschillen zitten tussen het belastingverdrag tussen Nederland en China en de verdragen die China heeft afgesloten met:
1: België:
2: Verenigd Koninkrijk
3: Denemarken
Zou de regering eens kunnen uitleggen waarom zij, in het belastingverdrag zo vaak afwijkt van het Nederlandse belastingbeleid in zake belastingverdragen zoals vastgelegd in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011, vragen de leden van de PVV-fractie?
De leden van de CDA-fractie willen graag weten waarom het nieuwe verdrag met China niet voorziet in een arbitrageregeling?
Op pagina 14 van de memorie van toelichting lezen de leden van de GroenLinks-fractie dat China alleen in combinatie met het opnemen van de antimisbruikbepalingen bereid was de tarieven voor dividend, interest en royalty’s te verlagen ten opzichte van het Verdrag 1987. Deze leden vragen of zij hieruit kunnen concluderen dat de antimisbruikbepaling in het verdrag is opgenomen op aandringen van China, en niet op aandringen van Nederland? Welke redenen had China om aan te dringen op het opnemen van een antimisbruikbepaling?
En wat heeft er toe geleid dat de «limitation on benefits»-bepaling geen bevredigend eindresultaat heeft opgeleverd, terwijl Nederland in haar belastingverdragen wel de voorkeur geeft aan deze antimisbruikbepaling?
Op pagina 14 van de memorie van toelichting staat vermeld dat China niet mee wilde gaan in de Nederlandse wens om het bronheffingspercentage te verlagen. Op pagina wordt hetzelfde gezegd over de bronbelasting op royalty's: «China wilde niet meegaan in de Nederlandse wens om deze percentages te verlagen. Het opgeven van het bronstaatheffingsrecht op royalty’s zou namelijk een te grote aanslag op de belastingopbrengsten betekenen.» De leden van de fractie van GroenLinks ontvangen hierop graag een nadere toelichting. Hoe hoog schatte China de misgelopen belastinginkomsten indien China de bronstaatheffing op royalty’s had opgegeven?
Bovenstaande passages lijken erop te duiden dat Nederland heeft geprobeerd de percentages op bronbelastingen zoveel mogelijk te verlagen. China heeft zich daar duidelijk niet (geheel) aan aangepast. Genoemde leden vragen zich af hoe realistisch het is om er van uit te gaan dat ontwikkelingslanden in staat zijn zich op een vergelijkbare manier op te stellen in het onderhandelingsproces?
Inbreng van derden
In de memorie van toelichting wordt vermeld onder het kopje Inbreng van Derden: «Het Ministerie van Financiën heeft via de gebruikelijke jaarlijkse nieuwsberichten de onderhandelingen met China onder de aandacht gebracht en belanghebbenden verzocht de voor hen van belang zijnde aangelegenheden kenbaar te maken. Enkele belanghebbenden hebben opmerkingen gemaakt en die zijn gebruikt bij (de voorbereiding van) de onderhandelingen.» De leden van de GroenLinks-fractie vragen zich af wie de belanghebbenden zijn waarnaar in deze passage wordt gerefereerd?
Artikelsgewijze toelichting
Woonplaats (artikel 4)
Uit de memorie van toelichting op dit wetsvoorstel blijkt dat ter zake van het nieuwe belastingverdrag niet met China kon worden overeengekomen dat een lichaam wordt geacht aan belasting in een verdragsluitende staat onderworpen te zijn, indien dat lichaam wordt beheerst door de wetten van die staat of zijn plaats van leiding in die staat heeft. De leden van de fractie van de PvdA vragen de regering naar de concrete praktische gevolgen van het ontbreken van deze bepaling? Kan worden toegelicht welke problemen kunnen ontstaan bij interpretatie van artikel 4 van het belastingverdrag? Wat kunnen de voordelen zijn voor Nederlandse pensioenfondsen en non-profit organisaties en overheidsinstellingen als zij ter zake van het belastingverdrag niet als verdragsinwoner worden beschouwd?
De leden van de SP-fractie hebben vernomen dat China vasthoudt aan opname van het reguliere artikel 4 OESO-modelverdrag in plaats van de specifieke bepaling die Nederland heeft voorgesteld. Kan de regering in een voorbeeldsituatie aangeven welke verschillen kunnen optreden ten opzichte van de verdragen met Panama, Duitsland en Ethiopië, waarin wel een dergelijke, specifieke bepaling is opgenomen? Kan de regering verder aangeven of er verschillen bestaan tussen China en Nederland, wanneer het gaat om de vraag welke lichamen worden gezien als verdragsinwoner? Welke verschillen zijn hierin waar te nemen?
Gelieerde ondernemingen (artikel 9)
De leden van de CDA-fractie kunnen zich niet helemaal voorstellen hoe het artikel over winstverdeling tussen gelieerde ondernemingen zal uitwerken, nu China voor de uitleg van dit artikel afwijkt van de OESO-guidelines. Kan de regering hier nader op ingaan? Hoe werkt de visie van China uit bij transfer pricing en wat vindt de regering van deze visie?
Dividenden (artikel 10)
De leden van de fractie van de PvdA maken uit de memorie van toelichting op dat bedrijven in de bronstaat waarvan de regering van de verdragsluitende staat (een deel van) de dividenden ontvangt (staatsdeelnemingsdividenden), niet onderhevig zijn aan dividendbelasting in de bronstaat. Voorts vermeldt de regering dat dit een verbetering is ten opzichte van het Verdrag 1987. Genoemde leden vragen de regering of deze verbetering kan worden gekwantificeerd? Klopt de lezing van de leden van de PvdA dat deze wijziging betekent dat bedrijven die (deels) in handen zijn van de Chinese overheid en actief zijn in Nederland geen (of minder) dividendbelasting hoeven te betalen in Nederland? Wat zijn hiervan de budgettaire gevolgen? Kan de regering toelichten welk verdragsland relatief het grootste voordeel geniet als gevolg van deze bepaling?
De leden van de CDA-fractie lezen dat er geen bronbelasting wordt geheven als de uiteindelijk gerechtigde de regering van de andere staat is. Dit betekent dat bedrijven die volledig in handen van een van de staten zijn een concurrentievoordeel hebben ten opzichte van private bedrijven. Hoe kijkt de regering naar de gevolgen van het ontbreken van de bronbelasting voor de eerlijke concurrentie tussen staatsbedrijven en private bedrijven?
In de memorie van toelichting wordt vermeld dat het bronheffingspercentage voor deelnemingsdividenden in het Verdrag wel is teruggebracht tot 5%, maar dat 0% voor China nog niet bespreekbaar was. Dit was wel een wens van de Nederlandse regering. De leden van de GroenLinks-fractie ontvangen graag meer toelichting op waarom China een 0%-tarief niet acceptabel vond, en welke argumenten China daarvoor heeft aangedragen?
Pensioen, lijfrenten en sociale zekerheidsuitkeringen (artikel 18)
De leden van de CDA-fractie zijn verheugd over de gerealiseerde bronstaatsheffing over pensioenen in het nieuwe belastingverdrag. Kan de regering verduidelijken welke overgangsregeling hierbij geldt? Zijn de pensioenen van Nederlanders die reeds geëmigreerd zijn naar China nog een jaar belast in Nederland, zoals in het verdrag met Duitsland? Of zijn deze pensioenen levenslang belast in Nederland, zoals in het verdrag met Noorwegen? En wat is nu het nieuwe beleid van de regering in dezen?
Uitwisseling van informatie (artikel 26)
De leden van de CDA-fractie vragen zich af in hoeverre sprake is van automatische gegevensuitwisseling op basis van het nieuwe belastingverdrag met China. De regering schrijft in de memorie van toelichting dat automatische gegevensuitwisseling mogelijk is. Betekent dat ook dat automatische gegevensuitwisseling gaat plaatsvinden of is het alleen een theoretische mogelijkheid? Kan de regering bevestigen dat automatische gegevensuitwisseling in de praktijk wel de inzet van de regering is geweest, zoals blijkt uit de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011? Of is de inzet beperkt tot in enige mate verdergaande informatie-uitwisseling dan uitwisseling op verzoek, zoals blijkt uit het toetsschema?
Bijstand bij invordering (artikel 27)
De leden van de SP-fractie lezen dat China van mening is dat een verplichting tot het verlenen van bijstand bij invordering de huidige capaciteiten van de Chinese belastingdienst te boven zou gaan, waardoor geen verplichting hiertoe is opgenomen. Is de regering dit met China eens?
Inwerkingtreding (artikel 29)
De leden van de CDA-fractie willen graag weten wat de beoogde inwerkingtredingsdatum van het verdrag is. Gaat de regering hierbij uit van 1 januari 2015?
De voorzitter van de commissie, Van Nieuwenhuizen-Wijbenga
De griffier van de commissie, Berck