Ontvangen 6 december 2013
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1.
Het in artikel I, onderdeel A, opgenomen artikel 28c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid, onderdeel a, vervalt:, de ontbinding van dat lichaam en vereffening van het vermogen van dat lichaam.
2. In het vierde lid, onderdeel b, wordt «de betrokkenheid van de belastingplichtige bij een fusie of een splitsing waarbij vermogen van de belastingplichtige onder algemene titel overgaat» vervangen door: een fusie of splitsing waarbij de belastingplichtige ophoudt te bestaan.
3. Aan het vierde lid wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Ingeval onderdeel a van toepassing is, kan de toevoeging van een belaste compartimenteringsreserve aan de winst achterwege blijven voor zover het bij de fusie, splitsing, inbreng of aandelenruil verkregen belang in de plaats treedt van het belang waarop die fusie, splitsing, inbreng of aandelenruil betrekking heeft.
4. Het vijfde lid komt te luiden:
5. In afwijking van het vierde lid wordt bij ontbinding van een lichaam als bedoeld in het eerste lid, op het tijdstip direct voorafgaande aan het tijdstip waarop de vereffening van dat lichaam is voltooid:
1°. na een sfeerovergang als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, de belaste compartimenteringsreserve voor het deel dat betrekking heeft op dat lichaam toegevoegd aan de winst, en wordt het voor de aandelen in dat lichaam opgeofferde bedrag, bedoeld in artikel 13d, tweede lid, vermeerderd met het bedrag dat aan de winst wordt toegevoegd, en
2°. na een sfeerovergang als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, de onbelaste compartimenteringsreserve met het deel dat betrekking heeft op dat lichaam verminderd.
2.
Het in artikel I, onderdeel B, opgenomen artikel 34b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «, of» vervangen door een puntkomma.
2. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «, of», een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. artikel 28c, vijfde lid, toepassing vindt.
3. In het tweede lid vervalt de tweede volzin.
I. Algemeen
Inleiding
Deze nota van wijziging bevat een aantal inhoudelijke wijzigingen. De eerste wijziging betreft de doorschuifmogelijkheid bij bijvoorbeeld een fusie of splitsing van het lichaam waarin de belastingplichtige een belang heeft waarop de compartimenteringsreserve betrekking heeft. De andere wijzigingen houden verband met de samenloop van de compartimenteringsregeling met de liquidatieverliesregeling. Deze wijzigingen betreffen het tijdstip waarop de compartimenteringsreserve vrijvalt indien het lichaam wordt ontbonden waarin de aandelen worden gehouden ter zake waarvan die compartimenteringsreserve is gevormd en de bepaling van het voor die aandelen opgeofferde bedrag. Voorts zijn nog enkele aanpassingen van redactionele aard opgenomen.
Budgettaire aspecten
Deze nota van wijziging heeft geen budgettaire gevolgen.
II. Onderdeelsgewijs
Onderdeel 1
Artikel I, onderdeel A (artikel 28c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969)
De aanpassing van het in het voorstel van wet opgenomen artikel 28c, vierde lid, onderdeel a, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb 1969) met betrekking tot het als gevolg van een ontbinding ophouden te bestaan van het lichaam waarin een belang wordt gehouden, hangt samen met de hierna beschreven aanpassing van het vijfde lid van dat artikel. De wijziging van artikel 28c, vierde lid, onderdeel b, van de Wet Vpb 1969 is redactioneel van aard.
Indien aandelen niet meer tot het vermogen van de belastingplichtige behoren als gevolg van een fusie of splitsing van het lichaam waarin de belastingplichtige een belang heeft waarop de compartimenteringsreserve betrekking heeft, valt de compartimenteringsreserve vrij voor zover deze betrekking heeft op dat belang. Hetzelfde geldt bij de inbreng van aandelen in dat lichaam tegen uitreiking van aandelen of een aandelenruil. Mocht dit leiden tot een belaste vrijval bij de belastingplichtige, dan kan de compartimenteringsreserve echter toch in stand worden gehouden voor zover bij de fusie, splitsing, inbreng of aandelenruil een belang wordt verkregen dat in de plaats treedt van het oorspronkelijke belang. De compartimenteringsreserve wordt dan doorgeschoven naar het vervangende belang. Hiertoe strekt de via de onderhavige nota van wijziging aan artikel 28c, vierde lid, van de Wet Vpb 1969 toe te voegen volzin.
In verband met de samenloop met de liquidatieverliesregeling wordt in het in het voorstel van wet opgenomen artikel 28c, vijfde lid, van de Wet Vpb 1969 een bepaling opgenomen op basis waarvan de compartimenteringsreserve vrijvalt op het tijdstip direct voorafgaande aan het tijdstip van voltooiing van de vereffening van het lichaam waarin de aandelen worden gehouden waarop (een deel van) die compartimenteringsreserve betrekking heeft. Indien het de vrijval van een belaste compartimenteringsreserve betreft, wordt op hetzelfde tijdstip tevens het door de belastingplichtige voor die aandelen opgeofferde bedrag in de zin van artikel 13d, tweede lid, van de Wet Vpb 1969 vermeerderd met het bedrag dat aan de winst van de belastingplichtige wordt toegevoegd als gevolg van die vrijval. De vrijval van de compartimenteringsreserve, en eventueel de daarmee verband houdende vermeerdering van het voor de aandelen opgeofferde bedrag, vindt, onderscheidenlijk vinden, dus plaats op het tijdstip direct voorafgaande aan het tijdstip waarop de vereffening is voltooid. Daardoor kan hiermee rekening worden gehouden bij de bepaling van het liquidatieverlies. In de nota naar aanleiding van het verslag is een voorbeeld opgenomen van de uitwerking van deze aanpassingen.
Onderdeel 2
Artikel I, onderdeel B (artikel 34b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969)
De aanpassingen van het in het voorstel van wet opgenomen artikel 34b van de Wet Vpb 1969 hangen samen met de hiervoor beschreven aanpassing van het in het voorstel van wet opgenomen artikel 28c, vijfde lid, van de Wet Vpb 1969. Deze aanpassingen zien op de samenloop van de compartimenteringsregeling met de liquidatieverliesregeling onder het overgangsrecht.
De Staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers