Kamerstuk 33692-43

Amendement van het lid Van Gerven over enkele vergunningseisen voor fokkers

Dossier: Wijziging van de Wet op de dierproeven in verband met implementatie van richtlijn 2010/63/EU

Gepubliceerd: 15 november 2013
Indiener(s): Henk van Gerven
Onderwerpen: dieren landbouw onderwijs en wetenschap onderzoek en wetenschap
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33692-43.html
ID: 33692-43
Wijzigingen: 33692-45

Nr. 43 AMENDEMENT VAN HET LID VAN GERVEN

Ontvangen 14 november 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel I, onderdeel T, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De instellingsvergunning wordt aan een fokker slechts verleend voor een periode van ten hoogste vijf jaar.

5. De instellingsvergunning wordt aan een fokker slechts verstrekt indien wordt voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen regels omtrent de wijze waarop het fokoverschot wordt geminimaliseerd. De aanvraag van een fokker bevat bij die algemene maatregel van bestuur te bepalen informatie over die wijze waarop het fokoverschot wordt geminimaliseerd.

6. Bij het beoordelen van de instellingsvergunningaanvraag van een fokker wordt het handelen van de fokker aangaande de wijze waarop het fokoverschot werd geminimaliseerd in de voorgaande periode betrokken op bij algemene maatregel van bestuur te regelen wijze.

Toelichting

Instellingen die dierproeven doen hebben zowel een instellingsvergunning nodig als een projectvergunning. Instellingen die proefdieren fokken hebben slechts een instellingsvergunning nodig. Een instellingsvergunning is onbeperkt geldig. Daarmee is de vergunningplicht tussen fokkers en instellingen die dierproeven doen ongelijksoortig. Dit amendement trekt dit recht door voor fokkers de instellingsvergunning tijdelijk te maken voor een periode van maximaal vijf jaar. Hierdoor blijft het mogelijk om ook op fokkers grip te houden en om deze periodiek te beoordelen op in de Wet genoemde aspecten van dierenwelzijn en het minimaliseren van fokoverschot. Bij de projectaanvraag wordt informatie gegeven over en beoordeeld op dierenwelzijn en het minimaliseren van het fokoverschot. Bij het beoordelen van een nieuwe aanvraag wordt bovendien gekeken naar de beoordeling van de voorgaande periode. De wijze waarop de aanvraag ingediend en beoordeeld wordt, wordt op deze punten nader geregeld bij algemene maatregel van bestuur.

Van Gerven