Kamerstuk 33684-80

Nader gewijzigd amendement van het lid Ypma ter vervanging van nr. 48 over het principe dat bij uithuisplaatsing de plaatsing in een gezinsomgeving de voorkeur heeft boven plaatsing in een instelling.

Dossier: Regels over de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen (Jeugdwet)


89,9 %
10,1 %

SP

GL

CDA

SGP

PvdA

VVD

50PLUS

PVV

PvdD

D66

CU


Nr. 80 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID YPMA TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 48

Ontvangen 15 oktober 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan artikel 2.3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Het college draagt er zorg voor dat de jeugdige in het geval van een uithuisplaatsing, indien redelijkerwijs mogelijk, bij een pleegouder of in een gezinshuis wordt geplaatst, tenzij dit aantoonbaar niet in het belang is van de jeugdige.

II

In artikel 3.4 wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. Artikel 2.3, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Op grond van artikel 20 IVRK is de Staat verplicht extra bescherming te bieden aan kinderen die niet in hun eigen gezin kunnen verblijven. Om die reden beoogt dit amendement als kwaliteitseis aan het college en gecertificeerde instellingen te stellen dat gewerkt wordt volgens het principe dat bij uithuisplaatsing plaatsing een inhuisplaatsing in een gezinsomgeving de voorkeur heeft boven plaatsing in een instelling. Dit betekent dat jeugdigen in die situatie in de pleegzorg terecht zullen komen, meer specifiek in netwerkpleeggezinnen, bestandspleeggezinnen en gezinshuizen. Plaatsing van de jeugdige in een instelling is ten gevolge van dit amendement alleen mogelijk als dit aantoonbaar in het belang is van de jeugdige.

Ypma