Kamerstuk 33684-56

Amendement van de leden Bisschop en Voordewind ter vervanging van nr. 50 over aansluiting bij de identiteit van de jeugdige en zijn ouders bij de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen, jeugdreclassering en jeugdhulp

Dossier: Regels over de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen (Jeugdwet)


79,9 %
20,1 %

GL

50PLUS

CDA

SGP

PvdD

PVV

PvdA

D66

VVD

CU

SP


Nr. 56 AMENDEMENT VAN DE LEDEN BISSCHOP EN VOORDEWIND TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 501

Ontvangen 10 oktober 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan artikel 2.4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het college draagt er zorg voor dat bij de uitvoering van de kinderbeschermingsmaatregelen en van de jeugdreclassering redelijkerwijs rekening wordt gehouden met:

    • a. behoeften en persoonskenmerken van de jeugdige en zijn ouders, en

    • b. de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige en zijn ouders.

II

Na artikel 2.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.4a

Ter uitvoering van artikel 2.3, vierde lid, en artikel 2.4, derde lid, draagt het college er in ieder geval zorg voor dat passende jeugdhulp ingezet wordt of een passende gecertificeerde instelling de kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering uitvoert.

Toelichting

Het is belangrijk dat het college uitgaat van de behoeften en persoonskenmerken van de jongere en zijn ouder(s) en hun godsdienstige gezindheid, levensovertuiging en culturele achtergrond in acht neemt. Als beter aangesloten kan worden bij de identiteit van de jeugdige en zijn ouders zal de hulpverlening in algemene zin effectiever zijn. Dit amendement legt vast dat de inzet van jeugdhulp en gecertificeerde instellingen hierop afgestemd moet zijn.

Het college wordt verplicht er in ieder geval zorg voor te dragen dat met het oog op de achtergrond van de jeugdige en zijn ouders passende jeugdhulp ingezet wordt of een passende gecertificeerde instelling de kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering uitvoert. Dit betekent niet dat het college met alle jeugdhulpaanbieders of gecertificeerde instellingen contracten behoeft te sluiten. Het is ook mogelijk om aan deze plicht te voldoen door in het voorkomende geval de hiervoor aangewezen jeugdzorgaanbieder of gecertificeerde instelling op te dragen dit aan een passende instelling te mandateren. In dat geval is het tarief voor de jeugdhulp of de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering door de gemandateerde jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling niet lager dan het tarief van de mandaterende aanbieder of instelling.

In het beleidsplan en in de contracten met de instellingen dient hier aandacht aan te worden besteed.

Bisschop Voordewind