Ontvangen 9 oktober 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 4.1.1. wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De jeugdhulpaanbieder en de gecertificeerde instelling zorgen ervoor dat de jeugdige in het geval van een uithuisplaatsing in pleegzorg of gezinshuis wordt geplaatst, tenzij dit aantoonbaar niet in het belang is van de jeugdige.
Op grond van artikel 20 IVRK is de Staat verplicht extra bescherming te bieden aan kinderen die niet in hun eigen gezin kunnen verblijven. Om die reden beoogt dit amendement als kwaliteitseis aan jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen te stellen dat gewerkt wordt volgens het principe dat bij uithuisplaatsing plaatsing een inhuisplaatsing in een gezinsomgeving de voorkeur heeft boven plaatsing in een instelling. Dit betekent dat jeugdigen in die situatie in de pleegzorg terecht zullen komen, meer specifiek in netwerkpleeggezinnen, bestandspleeggezinnen en gezinshuizen. Plaatsing van de jeugdige in een instelling is ten gevolge van dit amendement alleen mogelijk als dit aantoonbaar in het belang is van de jeugdige.
Ypma