Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2019
Op 1 januari 2017 is de Wet anonieme financiering van zorg aan ernstig bedreigde personen in werking getreden. In de Kamerbrief van 31 mei 2016 (zie Kamerstuk 33 675, nr. 10) is toegezegd dat uw Kamer twee jaar na inwerkingtreding van de wet geïnformeerd zal worden over de stand van zaken. Graag kom ik door middel van deze brief aan deze toezegging tegemoet.
Inhoud van de wet
In de wet wordt een alternatieve vorm van financiering geregeld van de zorg die wordt verleend aan ernstig bedreigde personen. Doel hiervan is de borging van hun veiligheid. Het gaat hier om personen die zijn opgenomen in het Stelsel Bewaken en Beveiligen met als aanvullende maatregel de noodzaak van anonimiteit. De zorgdeclaraties van deze verzekerden worden onder de nieuwe wet niet door de zorgverzekeraar vergoed, maar – via de Politie – door het Zorginstituut Nederland. Hiervoor declareren zorgverleners de kosten van de geleverde zorg bij de Politie. De Politie vergoedt vervolgens de rekening aan de zorgaanbieder en stuurt de rekening door naar het Zorginstituut die de declaratie aan de Politie vergoedt.
Stand van zaken
Om de voortgang te achterhalen heeft een overleg plaatsgevonden met het Openbaar Ministerie, de Politie en het Zorginstituut Nederland. Partijen zijn over het algemeen positief over de uitvoering van de wet. Het Zorginstituut Nederland en de Politie zijn tot een convenant gekomen, waarin zij concrete (werk)afspraken hebben gemaakt die een eenduidige en transparante uitvoering van de werkzaamheden moet garanderen. Dit convenant blijkt voor beide partijen goed te werken.
Op grond van de wet mag alleen de basiszorg zoals verzekerd onder de Zorgverzekeringswet gefinancierd worden uit het Zorgverzekeringsfonds. Hier vallen de kosten van zorg die verzekerd is onder de aanvullende verzekering niet onder, omdat het bij aanvullende verzekeringen gaat om particuliere verzekeringen zonder grondslag in de Zorgverzekeringswet. Sinds de inwerkingtreding van de wet heeft het Zorginstituut totaal circa 300.000 euro aan nota’s voor de Zorgverzekeringswet vergoed. Er zijn tot op heden nog geen nota’s binnen gekomen voor de Wet langdurige zorg.
De Politie heeft sinds 2013 totaal circa 122.000 euro aan zorg die onder de aanvullende verzekering valt zelf betaald, omdat ze wil voorkomen dat mensen afzien van deze zorg of zich kenbaar maken met hun verzekeringspas. Het blijkt vooralsnog dus niet om in deze context substantiële bedragen te gaan, maar de Politie beschouwt de vergoeding van de kosten van zorg die onder de aanvullende verzekering valt wel als aandachtspunt. Omdat het hier gaat om zorg uit de aanvullende verzekering, waarvoor bepaald is dat deze voor rekening en verantwoordelijkheid van de verzekerde zelf komen, zie ik hier verder geen rol voor mijzelf weggelegd.
Een ander aandachtspunt betreft de brief die de bedreigde persoon aan de zorgaanbieder moet overhandigen en waarin staat dat de Politie de zorgkosten vergoedt. De Politie verstrekt aan de bedreigde persoon een brief met een uniek OM-registratienummer. De bedreigde persoon gaat vervolgens met deze brief naar de zorgaanbieder. In de praktijk blijken er echter zorgaanbieders te zijn die de brief niet vertrouwen, mede omdat het format van de brief wisselt. Hierdoor kan de ongewenste situatie ontstaan dat de bedreigde persoon de situatie moet toelichten en daarmee te veel informatie over zichzelf blootgeeft. Op dit moment ontbreekt het aan een landelijk uniform format van de brief. Mogelijk dat een dergelijk format kan helpen om de informatievoorziening aan de zorgaanbieder te verbeteren. Het Openbaar Ministerie en de Politie hebben aangegeven een dergelijk format te willen ontwikkelen. Dit moedig ik van harte aan.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins