Gepubliceerd: 31 mei 2016
Indiener(s): Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD)
Onderwerpen: verzekeringen zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33675-10.html
ID: 33675-10

Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 mei 2016

Tijdens de plenaire behandeling in uw Kamer van het wetsvoorstel anonieme financiering van zorg aan ernstig bedreigde cliënten van 12 januari jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 40, item 10), heb ik u toegezegd een evaluatie te sturen van de pilot die vooruitlopend op de wetswijziging plaatsvindt. Met deze brief geef ik hieraan navolging. Tevens zal ik u informeren over hoe uitvoering zal worden gegeven aan de wet en wanneer deze in werking treedt.

Belangrijkste boodschappen:

  • Operationeel is de pilot over het algemeen goed verlopen. Cliënten in het Stelsel Bewaken en Beveiligen met de maatregel anonimiteit hebben zorg kunnen genieten en de continuïteit van deze zorg is gegarandeerd.

  • De financiële afhandeling van de declaraties behoeft nog wel verbetering. Politie en Zorginstituut maken hier nadere afspraken over.

  • Twee jaar na inwerkingtreding van de wet zal ik de Kamer informeren over de stand van zaken.

Inhoud pilot

In 2013 is de pilot anonieme financiering van zorg aan ernstig bedreigde cliënten gestart (Kamerstuk 30 388, nr. 53). Hierin wordt de financiering van zorg verleend aan ernstig bedreigde personen op een andere manier geregeld dan gebruikelijk, om de veiligheid van deze personen te waarborgen. Het idee achter de pilot is dat zorgdeclaraties van personen die zijn opgenomen in het Stelsel Bewaken en Beveiligen (SBB) én een maatregel anonimiteit opgelegd hebben gekregen, niet door de zorgverzekeraar worden vergoed, maar – via de Nationale Politie – door Zorginstituut Nederland.

De procedure hiervoor is als volgt. Op advies van de Politie besluit het Openbaar Ministerie (OM) tot opname van een persoon in het SBB en tot oplegging van de maatregel absolute anonimiteit. Indien een persoon in dit regime zorg nodig heeft, verstrekt de Politie aan de bedreigde persoon een brief met een uniek OM-registratienummer. De bedreigde persoon gaat vervolgens met deze brief naar de zorgverlener en krijgt de zorg verleend, op anonieme basis. De zorgverlener declareert de kosten van de verleende zorg bij het in de brief genoemde adres van Politie. De Politie vergoedt vervolgens de rekening aan de zorgaanbieder en stuurt de rekening door naar het Zorginstituut. Ten slotte vergoedt het Zorginstituut de declaratie aan de Politie.

Via deze procedure is de identiteit van de bedreigde persoon alleen bekend bij de betrokken afdelingen van het OM en de Politie en niet bij de zorgverzekeraar of Zorginstituut. Bij de zorgverlener is de persoon meestal slechts ten dele bekend, bijvoorbeeld alleen met de voornaam.

Evaluatie pilot en uitvoering wet

In 2015 waren ongeveer 725 personen – ongeveer 500 cases – opgenomen in het SBB. Dit betreft personen die worden bedreigd en waarvoor de overheid verantwoordelijkheid heeft genomen voor de bescherming. In een onbekend aantal gevallen is voor deze personen besloten tot de maatregel anonimiteit. In 2015 is aan ongeveer 25 personen zorg verleend die anoniem is gefinancierd.

Operationeel is de pilot over het algemeen goed verlopen. Cliënten in het SBB met de maatregel anonimiteit hebben zorg kunnen genieten en de continuïteit van deze zorg is gegarandeerd. Er zijn geen incidenten geweest die de veiligheid van betrokkenen in gevaar hebben gebracht. Zorgaanbieders gaan akkoord met het declareren bij de Politie in plaats van bij zorgverzekeraars en hebben hun declaraties vergoed gekregen.

De financiële afhandeling van de declaraties behoeft nog wel verbetering. Betrokken partijen werken hier op dit moment hard aan. Wat beter kan is dat de declaraties die de Politie in eerste instantie heeft betaald, uiteindelijk correct worden doorbelast aan het Zorginstituut. Dat dit nog niet is gebeurd, heeft in eerste instantie te maken met dat (nog) niet alle bij de Politie ingediende en betaalde declaraties voor doorbelasting bij het Zorginstituut zijn terechtgekomen. Verder heeft het Zorginstituut bij de beoordeling van de wel ingediende declaraties tekortkomingen geconstateerd in de inhoud hiervan. Voor het Zorginstituut tot uitbetaling overgaat moet zij wel kunnen vaststellen of het zorg betreft die onder de Zorgverzekeringswet valt. Dat is aan de hand van de ingediende declaraties niet altijd mogelijk gebleken.

Om de afhandeling van declaraties soepeler te laten verlopen, zijn nadere operationele afspraken tussen de Politie en het Zorginstituut nodig. Daarom zijn zij met elkaar in gesprek om tot een duidelijk gezamenlijk protocol te komen. Een belangrijk punt van nadere uitwerking is hoe de zorg uit de aanvullende verzekering gefinancierd wordt indien een bedreigd persoon een aanvullende zorgpolis heeft. Immers mag op grond van de wet alleen de basiszorg gefinancierd worden vanuit het Zorgverzekeringsfonds. Partijen bezien hoe kan worden voorkomen dat de Politie met deze zorgkosten blijft zitten.

Ik heb er vertrouwen in dat partijen tot werkbare afspraken komen en een aangescherpte procedure wordt vastgesteld.

Inwerkingtreding wet

De wet zal in werking treden nadat de Politie en het Zorginstituut de afhandeling van declaraties hebben verbeterd. Ik verwacht dat dit tegen het einde van het jaar het geval is en dat het wetsvoorstel per 1 januari 2017 in werking kan treden. Indien er vertraging wordt opgelopen zal ik dit zoals gebruikelijk aan de Kamer melden.

Na inwerkingtreding van de wet zal de anonieme financiering van zorg aan ernstig bedreigde personen worden voortgezet zoals eerder binnen de pilot uitgevoerd. Ik zal contact blijven houden met de betrokken partijen om de uitvoering van de wet te monitoren. Twee jaar na inwerkingtreding van de wet zal ik uw Kamer informeren over de stand van zaken.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers