Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2013 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van de begroting van de Koning.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte
In paragraaf 2 worden de voorgestelde suppletoire mutaties voor 2013 toegelicht.
Uitgaven |
Art. nr. |
|
---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2013 |
39.933 |
|
Voorgestelde suppletoire mutaties: |
||
1. Mutatie grondwettelijke uitkeringen leden koninklijk huis naar aanleiding van de troonswisseling |
180 |
1 |
2. Loonbijstelling 2013 |
30 |
2 |
3. Loonbijstelling 2013 |
7 |
3 |
4. Aandeel Kabinet van de Koning in de eindejaarsmarge 2012 AZ |
24 |
3 |
5. Bijdrage Kabinet van de Koning aan rijksbrede contracten m.b.t. vakliteratuur en abonnementen |
– 19 |
3 |
Stand 1e suppletoire begroting 2013 |
40.155 |
Toelichting
Ad 1. Begrotingsartikel 1 van de begroting van de Koning bevat de grondwettelijke uitkeringen aan de uitkeringsgerechtigde leden van het koninklijk huis. Sinds de troonswisseling op 30 april 2013 betreft dit de Koning, de echtgenote van de Koning en de Koning die afstand heeft gedaan van het koningschap. De huidige mutatie voorziet voor het jaar 2013 in de aanpassing van de grondwettelijke uitkeringen naar aanleiding van de troonswisseling, krachtens de in 2008 geactualiseerde Wet financieel statuut van het koninklijk huis.
Ad 2 en 3. Vanuit de aanvullende post arbeidsvoorwaarden is budget overgeheveld als tegemoetkoming voor de extra uitgaven als gevolg van de loonkostenontwikkeling.
Ad 4 en 5. Dit betreft de doorbelasting van de uitgavenmutaties zoals deze bij het Kabinet van de Koning als onderdeel van de begroting van Algemene Zaken (III) hebben plaatsgevonden. Deze mutaties worden als uitgaven en ontvangsten van die begroting toegelicht.
Ontvangsten |
Art. nr. |
|
---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2013 |
nihil |
|
Voorgestelde suppletoire mutaties: |
||
1. Eindafrekening functionele uitgaven 2012 |
293 |
2 |
2. Eindafrekening Militaire Huis 2012 |
125 |
3 |
Stand 1e suppletoire begroting 2013 |
418 |
Toelichting
Zoals aangekondigd in het jaarverslag 2012 van de Koning (Kamerstuk 33 605 I, nr. 1), vindt de eindafrekening van de in 2012 verstrekte voorschotten aan de Dienst van het Koninklijk Huis respectievelijk het Ministerie van Defensie voor het Militaire Huis plaats in het volgende begrotingsjaar. Met bovengenoemde mutaties vindt de budgettaire verwerking van deze eindafrekeningen plaats. Het betreft voor zowel de Dienst van het Koninklijk Huis als het Militaire Huis het verschil tussen de verstrekte voorschotten en de goedgekeurde einddeclaratie over 2012, wat in beide gevallen per saldo een ontvangst inhoudt.
Art. |
Stand ontwerp begroting (1) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) = (1+2) |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
39.933 |
222 |
40.155 |
287 |
289 |
305 |
305 |
|
Uitgaven |
39.933 |
222 |
40.155 |
287 |
289 |
305 |
305 |
|
1 |
Grondwettelijke uitkering aan de leden van het koninklijk huis |
7.277 |
180 |
7.457 |
270 |
270 |
270 |
270 |
2 |
Functionele uitgaven van de Koning |
26.995 |
30 |
27.025 |
30 |
30 |
30 |
30 |
3 |
Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen |
5.661 |
12 |
5.673 |
– 13 |
– 11 |
5 |
5 |
Ontvangsten |
nihil |
418 |
418 |
– |
– |
– |
– |
|
1 |
Grondwettelijke uitkering aan de leden van het koninklijk huis |
nihil |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
2 |
Functionele uitgaven van de Koning |
nihil |
293 |
293 |
– |
– |
– |
– |
3 |
Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen |
nihil |
125 |
125 |
– |
– |
– |
– |
Toelichting
De uitgavenmutaties op artikel 1 voorzien in de meerjarige aanpassing van de grondwettelijke uitkeringen voor de Koning, de echtgenote van de Koning en de Koning die afstand heeft gedaan van het koningschap, krachtens de in 2008 geactualiseerde Wet financieel statuut van het koninklijk huis. De meerjarige uitgavenmutaties op artikel 2 zijn toelicht in paragraaf 2.1. De meerjarige uitgavenmutaties op artikel 3 betreffen het saldo van de bijdrage van het Kabinet van de Koning aan rijksbrede contracten met betrekking tot vakliteratuur en abonnementen en de in 2013 toegekende loonbijstelling.