Kamerstuk 33605-IXB-6

Lijst van vragen en antwoorden over het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag 2012 van het Ministerie van Financiën

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Financiën 2012

Gepubliceerd: 7 juni 2013
Indiener(s): Cora van Nieuwenhuizen (VVD)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33605-IXB-6.html
ID: 33605-IXB-6

Nr. 6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 12 juni 2013

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Financiën over het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2012 van het Ministerie van Financiën (Kamerstuk 33 605 IXB, nr.2).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 7 juni 2013. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Van Nieuwenhuizen-Wijbenga

De griffier van de commissie, Berck

Vraag 1

Hoe houdt de minister zicht op de uitvoering van het omvangrijke bezuinigings- en hervormingspakket zonder een bezuinigingsmonitor?

Hoe houdt de minister van Financiën zicht op de realisatie van de bezuinigingen die vallen buiten het overzicht van wetgevingsvoorstellen V&J?

Kan de minister het sturen op uitgavenkaders in het antwoord betrekken?

Vraag 4

Op welke manier zal de regering, gelet op het wegvallen van de 30 Miljard Monitor, overzicht blijven bieden op het bezuinigings- en hervormingspakket?

Antwoord op vragen 1 en 4

Het kabinet voert een trendmatig begrotingsbeleid met vaste uitgavenplafonds en automatische stabilisatie. Dat betekent dat afwijkingen van de budgettaire reeksen van maatregelen, zoals deze bij de start van het kabinet zijn verwerkt, steeds in de begroting worden ingepast. Dit betekent dat meer- en minderopbrengsten alternatief kunnen worden aangewend respectievelijk van dekking moeten worden voorzien. Dit geldt voor alle bezuinigingen, dus ook voor het beperkte aantal bezuinigingen dat niet in het overzicht van financiële wetgevingsmaatregelen is opgenomen. Dit betekent dat het kabinet bij sluitende kaders dus op koers ligt in het realiseren van de ingeboekte besparingen. Kadertoetsen worden gepresenteerd in alle budgettaire nota’s (Miljoenennota, Voorjaarsnota, Najaarsnota, Financieel Jaarverslag Rijk). Overzicht van de kwalitatieve voortgang van de bezuinigingen verloopt via het overzicht van financiële wetgevingsmaatregelen. Daarnaast zal in de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag Rijk voortaan op geaggregeerd niveau inzicht worden geboden in de budgettaire ontwikkeling van de opvolgende bezuinigingspakketten (tabel 1.2 in het Financieel Jaarverslag Rijk 2012).

Vraag 2

Tijdens het Verantwoordingsdebat gaf de minister van Financiën aan nadrukkelijker te sturen op de voortgang van de financiële wetgevingsmaatregelen zoals opgenomen in het overzicht van de minister van V&J. Op welke wijze is de minister voornemens de Kamer inzicht te verschaffen in deze voortgang?

Antwoord

In het Verantwoordingsdebat heb ik aangegeven dat het overzicht van financiële wetgevingsmaatregelen zal worden aangepast zodat duidelijker wordt welke maatregelen zijn gerealiseerd en wat de status is van nog lopende maatregelen. Het resultaat van deze aanpassingen zal worden opgenomen in de volgende versie van het overzicht.

Vraag 3

Wordt de integrale risicoanalyse zoals gepresenteerd bij de Miljoenennota 2013 vast onderdeel van de begroting en verantwoording?

Antwoord

Het is inderdaad het voornemen om jaarlijks in de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag Rijk een integrale risicoanalyse te presenteren.

Vraag 4

Op welke manier zal de regering, gelet op het wegvallen van de 30 Miljard Monitor, overzicht blijven bieden op het bezuinigings- en hervormingspakket?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 1.

Vraag 5

Hoe zorgt de minister van Financiën voor het mogelijk maken van democratische controle zowel voor het EFSF als voor het eerste Griekse leningenpakket, en dan met name over de rechtmatigheid of doeltreffendheid van de bestedingen uit de GLF en het EFSF nadat het geld de Nederlandse begroting heeft verlaten?

Antwoord

Na effectuering van de GLF leningen, op grond van een internationaal publiekrechtelijke overeenkomst na goedkeuring door uw Kamer, vindt het toezicht plaats door de bij deze overeenkomst daarvoor ingestelde organen. De rapportages hiervan zijn openbaar. Ten tijde van de afgifte van garanties voor het EFSF zijn er overigens geen middelen die de Nederlandse begroting «verlaten». De democratische controle krijgt vorm via de reguliere bevoegdheden van nationale parlementen en nationale rekenkamers, die controle kunnen uitoefenen via de nationale rijksbegroting over een bilaterale lening aan een andere Staat (GLF) of over een door de Staat afgegeven garantie (EFSF)1. In overleg met uw Kamer zijn in september 2012 afspraken gemaakt over de parlementaire betrokkenheid bij EFSF/ESM-aangelegenheden2. Onderdeel hiervan zijn afspraken over de informatievoorziening aan de Tweede Kamer over de monitoring van de uitvoering van de financiële bijstand via de periodieke voortgangsrapportages door de Trojka (Europese Commissie, ECB en IMF). De minister van Financiën rapporteert daarnaast specifiek in de Rijksbegroting over de garanties die Nederland afgeeft aan het EFSF en de gevolgen daarvan op de EMU-schuld. Het EFSF heeft zowel een interne auditfunctie als een externe accountantsfunctie en maakt zijn jaarverslag openbaar. Daarin zijn de verstrekte garanties van lidstaten weergegeven met het rapport van de externe accountant. De doeltreffendheid wordt beoordeeld door de Eurogroup Working Group en de EFSF bewindvoerders, waaronder de Nederlandse vertegenwoordigers. Zij beoordelen onder meer of er voldoende voortgang is met betrekking tot de gestelde beleidscondities om over te gaan tot het wel of niet uitkeren van de volgende tranche. Het kabinet is van mening dat de controle van de Europese Commissie, de ECB en het IMF (de zogenoemde Trojka) op de besteding van de financiële steun van de GLF en het EFSF een voldoende waarborg is voor het bereiken van de afgesproken beleidscondities behorend bij de garanties en/of leningen.

Vraag 6

Welke maatregelen worden genomen om de controle op (correcte invoer van) het Agentschap beter te ondersteunen en vaker uit te voeren?

Vraag 12

De Algemene Rekenkamer constateert onvolkomenheden bij de bedrijfsvoering van het kerndepartement en vraagt aandacht voor de toezichtfunctie van de minister van Financiën. Hoe gaat de minister dit snel en adequaat oplossen c.q. realiseren?

Hoe wordt één van de nieuwe onvolkomenheden, te weten onvoldoende interne controle van het Agentschap, opgelost?

Vraag 13

De Algemene Rekenkamer constateert te weinig toezicht vanuit het ministerie van Financiën waar het gaat om de begrotingsadministraties, vooral gelet op de problemen bij het ministerie van V&J. Hoe gaat de minister dit verbeteren c.q. versterken?

Hoe gaat de minister de toezichtfunctie beter inrichten?

Heeft het ministerie in dit kader behoefte aan (wettelijke) instrumenten om in een dergelijke situatie dwingende aanwijzingen te kunnen geven? Zo ja/nee, waarom (niet)?

Antwoord

Bedrijfsvoering kerndepartement

Inkoop: Zie het antwoord op vraag 8.

Informatiebeveiliging bij het kerndepartement: Zie het antwoord op vraag 9.

Toezichtfunctie

De Comptabiliteitswet 2001 geeft mij, zoals de Algemene Rekenkamer terecht constateert, momenteel geen instrumenten om dwingende aanwijzingen te kunnen geven aan ministeries over begrotingsadministraties en hierop vervolgens toezicht te houden.

Ik heb daarom toegezegd dat ik zal onderzoeken hoe ik, vanuit mijn systeemverantwoordelijkheid, de toezichtrol op begrotingsadministraties van andere ministeries actiever kan invullen. Daarbij zal ik tevens onderzoeken of mijn toezichtrol op begrotingsadministraties moet worden versterkt met de mogelijkheid om op dit terrein dwingende aanwijzingen te geven.

Uit de voorlopige uitkomsten van dit onderzoek komt de mogelijkheid naar voren om in de nieuwe Comptabiliteitswet (CW) de bevoegdheden van de minister van Financiën zodanig uit te breiden dat de inrichting (nieuwe en bestaande) begrotingsadministraties bij de departementen in overeenstemming met de minister van Financiën dient plaats te vinden. De juridische haalbaarheid van deze mogelijkheid wordt momenteel onderzocht en zal ook met de Algemene Rekenkamer worden afgestemd. Ik zal vervolgens actief toezicht houden op de naleving van deze voorgestelde wijziging van de Comptabiliteitswet zodat ik de vakministers tijdig kan aanspreken als ik risico's signaleer in de kwaliteit van de departementale begrotingsadministraties en indien nodig voor besluitvorming aan de ministerraad kan voorleggen.

Vanwege mijn toezichtfunctie is het mijn verantwoordelijkheid om kaders te stellen voor de inrichting van financiële administraties. Onderzocht wordt of deze kaders moeten worden aangepast gelet op deze groeiende interdepartementale samenwerking. Daarnaast wordt momenteel geïnvesteerd in interdepartementaal kennismanagement, waaronder gezamenlijke opleidingen en een pool van financieel specialisten waarvan de ministeries gebruik kunnen maken. Met deze rijksbrede maatregelen wordt bijgedragen aan oplossingen voor (toekomstige) knelpunten in het gebruik van financiële systemen zoals bij het ministerie van VenJ.

Agentschap

Bij het Agentschap zijn controleprocedures (bij de invoer) aangescherpt en er is een extra controle procedure ingebouwd bij het herstellen van invoerfouten. In de loop van het jaar zal bij de geplande upgrade van de IT-systemen gekeken worden of de invoer gebruikersvriendelijker gemaakt kan worden. Daarnaast zal dan nogmaals nagegaan worden of de procedures en controles verder verbeterd kunnen worden. Naast het voorkomen van fouten wordt ook gewerkt aan het sneller signaleren en herstellen van fouten. Momenteel worden maandelijks controleberekeningen van de rentetoerekening gedaan. Als meer structurele maatregel zal een extern bureau een systeem bouwen dat onafhankelijk van het huidige treasury management systeem de rentetoerekening kan controleren.

Kamerstuk 33 605 IXB, nr. 2

Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag 2012 van het ministerie van Financiën (IXB)

Vraag 7

Wat is de mening van regering t.a.v. een Board of Auditors (BoA) voor het EFSF, zoals die er ook voor de ESM is?

Antwoord

Het kabinet is van mening dat de controle van de Europese Commissie, de ECB en het IMF (de zogenoemde Trojka) op de besteding van de financiële steun van het EFSF een voldoende waarborg is voor het bereiken van de afgesproken beleidscondities behorend bij de garanties (zie ook het antwoord op vraag 6). Niettemin verkent het kabinet, conform de toezegging bij het EU-Trendrapport 2013 van de Algemene Rekenkamer, of er mogelijkheden zijn om het EFSF onder het toezicht van het ESM Audit Comité te stellen, nu beide vrijwel als één organisatie functioneren.

Vraag 8

Welke maatregelen worden genomen om inkoopopdrachten tijdig Europees aan te besteden?

Antwoord

Het ministerie is begin 2012 een verbetertraject gestart om het inkoopproces en -beheer te optimaliseren. Onderdeel van dit verbetertraject zijn o.a. het opstellen van een inkoopjaarplan, het maken van een aanbestedingskalender en het uitvoeren van spendanalyses. De aanbestedingskalender maakt het mogelijk om de looptijd van huidige contracten te monitoren en tijdig actie te ondernemen indien gewenst.

Het inkoopjaarplan komt tot stand n.a.v. een inventarisatie van de inkoopbehoefte bij de directies. Bij deze inventarisatie wordt ook gekeken naar de uitgaven in voorgaande jaren om op die manier eventuele terugkerende opdrachten voor langere periode aan te besteden. Het inkoopjaarplan geeft zo een overzicht van alle verwachte inkooptrajecten en geeft de uitvoerende inkooporganisatie, de Haagse Inkoop Samenwerking (HIS), de mogelijkheid om een jaarplanning te maken en tijdig te starten met de trajecten. Het jaarplan wordt het gehele jaar door up te date gehouden met nieuw te verwachten inkoopopdrachten.

Verder maken spendanalyses het mogelijk om proactief in te spelen op de inkoopbehoefte van het departement en deze tijdig af te dekken met contracten. Ieder kwartaal maken contractmanagement en inkoop een analyse van alle inkoopcategorieën. Deze analyses maken het mogelijk om eventueel ontbrekende contracten te achterhalen, maverick buying (inkoop buiten bestaande contracten om) inzichtelijk te maken en ontwikkelingen binnen de inkoopcategorie te signaleren en er tijdig op te reageren.

Vraag 9

Welke maatregelen worden genomen om een sluitende beveiliging van informatiesystemen te garanderen, zowel voor het kerndepartement als de belastingdienst?

Antwoord

Kerndepartement: Het ministerie van Financiën gaat de informatiebeveiliging garanderen door gebruik te maken van de Plan Do Check Act (PDCA)-cyclus. Dat betekent, dat er een vastgelegde en controleerbare planning (met activiteiten) wordt gevolgd. In het kader van het onderdeel Check uit deze planning worden in 2013 twee acties uitgevoerd:

  • 1. het overzicht van cruciale informatiesystemen wordt geactualiseerd;

  • 2. de ADR evalueert en actualiseert de risicoanalyses van de cruciale informatiesystemen. Dit wordt gevolgd door een actualisering van de te treffen maatregelen die in lijn met de implementatie van de BIR worden ingevoerd.

Het doorlopen van de PDCA-cyclus heeft o.a. tot resultaat een actuele lijst van cruciale informatiesystemen waarbij per systeem duidelijk is:

  • wat de betrouwbaarheidseisen zijn;

  • welke bedreigingen van toepassing zijn;

  • welke maatregelen getroffen dienen te worden om de kans te verkleinen dat een risico zich kan manifesteren;

  • hoe de controle, of de getroffen maatregelen afdoende effectief zijn, is geregeld.

De controle vindt plaats a.d.h.v. een checklist (met bijbehorend activiteitenoverzicht) en bestaat o.a. uit periodieke audits en/of kwetsbaarhedenscans uitgevoerd door onafhankelijke instanties.

Voor de Belastingdienst zijn de volgende maatregelen getroffen:

  • Het Handboek Beveiliging is geactualiseerd. De Auditdienst Rijk krijgt jaarlijks opdracht de naleving van de voorschriften te toetsen.

  • Bij alle nieuwe ICT-projecten vindt een risicoanalyse plaats waarin het vereiste beveiligingsniveau en de bijbehorende maatregelen worden bepaald. Bij de belangrijkste systemen worden een externe toets uitgevoerd op het voldoen aan de gestelde (hoge) beveiligingseisen. De Auditdienst Rijk beoordeelt het proces.

  • In 2013 voert de Auditdienst Rijk een audit uit naar de naleving binnen de Belastingdienst van de procedures met betrekking tot logische toegangsbeveiliging.

  • Ten slotte wordt nader onderzoek gedaan naar de risico’s van informatiebeveiliging en cybercrime om vast te stellen of de huidige maatregelen voldoende zijn om toekomstige bedreigingen het hoofd te bieden.

Vraag 10

Op welke manier worden verlofstuwmeren tegengegaan? Worden procedures om controle op verlof uit te voeren geïmplementeerd?

Antwoord

Het Algemeen Rijksambtenaren Reglement (ARAR) geeft richtlijnen voor het overschrijven van verlofuren naar het volgende jaar. De Belastingdienst heeft zelf in zijn personeelsvoorschriften hierover nadere aanwijzingen opgenomen. Overschrijven van uren naar een volgend jaar kan slechts in bijzonder gevallen, ter beoordeling aan het bevoegde gezag. In 2013 wordt onderzocht of deze procedures moeten worden aangescherpt.

Vraag 11

Op welke criteria zal de gewenste kwaliteitsverbetering bij de belastingdienst getoetst worden?

Antwoord

Het functioneren van de Belastingdienst wordt afgemeten aan de kwaliteit van de dienstverlening, het toezicht, de fraudebestrijding en de massale processen. Voor al deze criteria zijn in de begroting prestatieindicatoren geformuleerd. In het Jaarverslag wordt hierover gerapporteerd. Het bereiken van de doelen van de reorganisatie bij het bedrijfsonderdeel Belastingen wordt tot slot door de Auditdienst Rijk onderzocht.

Vraag 12

De Algemene Rekenkamer constateert onvolkomenheden bij de bedrijfsvoering van het kerndepartement en vraagt aandacht voor de toezichtfunctie van de minister van Financiën. Hoe gaat de minister dit snel en adequaat oplossen c.q. realiseren?

Hoe wordt één van de nieuwe onvolkomenheden, te weten onvoldoende interne controle van het Agentschap, opgelost?

Antwoord

Zie vraag 6

Vraag 13

De Algemene Rekenkamer constateert te weinig toezicht vanuit het ministerie van Financiën waar het gaat om de begrotingsadministraties, vooral gelet op de problemen bij het ministerie van V&J. Hoe gaat de minister dit verbeteren c.q. versterken?

Hoe gaat de minister de toezichtfunctie beter inrichten?

Heeft het ministerie in dit kader behoefte aan (wettelijke) instrumenten om in een dergelijke situatie dwingende aanwijzingen te kunnen geven? Zo ja/nee, waarom (niet)?

Antwoord

Zie vraag 6

Vraag 14

Welk deel van de uitgaven van het centraal apparaat gaat naar inkoop kerndepartement? Waaruit bestaan de uitgaven verder?

Antwoord

Artikel 8, centraal apparaat, betreft de apparaatuitgaven van het kerndepartement. De totale uitgaven zijn € 189 mln.

De uitgaven die gerelateerd zijn aan inkoop zijn:

  • Een deel van de personele uitgaven, namelijk personele exploitatie zoals opleidingen (totaal € 6,7 mln);

  • Inhuur externen (€ 5 mln);

  • ICT (€ 10,3 mln);

  • Overig materieel zoals communicatie (totaal € 27,3 mln).

De uitgaven die niet gerelateerd zijn aan inkoop zijn:

  • De overige personele uitgaven (€ 112 mln);

  • De bijdragen aan shared-service organisaties (SSO’s) (€ 27,7 mln).