Aangeboden 15 mei 2013
blz. |
||
A. |
ALGEMEEN |
5 |
1. |
Aanbieding jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening |
5 |
2. |
Leeswijzer |
9 |
B. |
MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN |
10 |
1. |
Realisatie beleidsprioriteiten |
10 |
2. |
Beleidsartikel «Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid» |
10 |
2.1 |
Algemene doelstelling |
10 |
2.2 |
Budgettaire gevolgen van beleid |
11 |
2.3 |
Financiële toelichting budgettaire gevolgen van beleid |
11 |
2.4 |
Nader geoperationaliseerde doelstellingen |
12 |
2.4.1 |
Coördinatie van het algemeen communicatiebeleid |
12 |
2.4.2 |
Leveren van bijdragen aan de langere termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid |
14 |
3. |
Bedrijfsvoeringsparagraaf |
16 |
C. |
KABINET DER KONINGIN |
17 |
1. |
Activiteiten |
17 |
2. |
Budgettaire gevolgen |
17 |
3. |
Bedrijfsvoeringsparagraaf |
17 |
D. |
COMMISSIE VAN TOEZICHT BETREFFENDE DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN |
19 |
1. |
Activiteiten |
19 |
2. |
Budgettaire gevolgen en toelichting |
19 |
3. |
Bedrijfsvoeringsparagraaf |
20 |
E. |
JAARREKENING |
21 |
1. |
Verantwoordingsstaat van het ministerie van Algemene zaken |
21 |
2. |
Verantwoordingsstaat van het Kabinet der Koningin |
21 |
3. |
Verantwoordingsstaat van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten |
22 |
4. |
Saldibalans ministerie van Algemene Zaken met toelichting |
23 |
5. |
Saldibalans Kabinet der Koningin met toelichting |
26 |
6. |
Saldibalans Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten met toelichting |
27 |
7. |
Agentschap Dienst Publiek en Communicatie |
29 |
7.1 |
Staat van baten en lasten |
29 |
7.2 |
Balans |
30 |
7.3 |
Kasstroomoverzicht |
31 |
7.4 |
Doelmatigheidsindicatoren |
32 |
Bijlage |
Inhuur externen |
34 |
AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik het departementale jaarverslag van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (III) over het jaar 2012 aan.
Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Algemene Zaken decharge te verlenen over het in het jaar 2012 gevoerde financiële beheer.
Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.
Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot:
1. het gevoerde financieel en materieel beheer;
2. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;
3. de financiële informatie in het jaarverslag;
4. de departementale saldibalansen;
5. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;
6. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.
Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende wettelijk voorgeschreven stukken te worden betrokken:
1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2012;
2. het voorstel van de slotwet over 2012, die met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over 2012 met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2012 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2012, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2012 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen voordat de betrokken slotwet is aangenomen en de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De minister-president, minister van Algemene Zaken, M. Rutte
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, tweede lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Eerste Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, derde lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
Zoals in het voorwoord is opgemerkt, bestaat begroting III uit drie begrotingsstaten:
1) het ministerie van Algemene Zaken;
2) het Kabinet der Koningin (KdK) en
3) de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD).
Deze driedeling is in navolgend jaarverslag terug te vinden in de onderdelen B tot en met D.
Onderdeel E bevat de jaarrekening.
In onderdeel B van het jaarverslag wordt voor het ministerie van Algemene Zaken achtereenvolgens ingegaan op de realisatie van de beleidsprioriteiten voor 2012, op het beleidsartikel «Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid» en op de bedrijfsvoering. In afwijking van de rijksbegrotingsvoorschriften wordt niet afzonderlijk ingegaan op de gerealiseerde maatschappelijke effecten of op de mate van doelbereiking; zie hiervoor de brief aan de Tweede Kamer van 29 juni 2006 (de zgn. «comply or explain brief»; Kamerstukken II, 2005–2006, 29 949, nr. 53).
In onderdeel C worden de uitgevoerde taken van het Kabinet der Koningin toegelicht, de financiële consequenties daarvan en de bedrijfsvoering.
Onderdeel D gaat kort in op de wettelijke taken van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, de daarbij horende financiële realisatie en de bedrijfsvoering.
Onderdeel E bevat de jaarrekening, met daarin de verantwoordingsstaten, de saldibalansen met toelichting, de verantwoording van het agentschap Dienst Publiek en Communicatie (DPC) en een bijlage met het overzicht van de externe inhuur.
De begroting van Algemene Zaken valt onder het regime voor «kleine begrotingen». Dit betekent dat er geen apart centraal apparaatsartikel hoeft te worden opgenomen.
De minister-president heeft als lid van de Europese Raad deelgenomen aan diens vergaderingen en eurozone bijeenkomsten die goeddeels in het teken stonden van het herstellen van de financiële stabiliteit en het verbeteren van de groei en de concurrentiepositie van de Europese Unie. Om de financiële stabiliteit te verbeteren werd door 25 EU lidstaten het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie (EMU) ondertekend. Doel is de begrotingsdiscipline aan te scherpen en te zorgen voor meer automatische sancties en strikter toezicht. Dit Verdrag is op 1 januari 2013 in werking getreden. Ook werd het Europees stabiliteitsmechanisme (ESM) operationeel: een noodfonds om eurolanden met problemen onder strikte voorwaarden bij te staan. Landen als Portugal en Ierland zijn met noodsteun in staat gesteld om bezuinigingen en structurele hervormingen door te voeren en zo weer de goede kant op te gaan. Eind 2012 was er overeenstemming over het uitvoeren van een toekomstig Europees bankentoezicht door de Europese Centrale Bank en werden procesafspraken gemaakt over de verdere uitbouw tot een bankenunie, onder strenge voorwaarden.
Daarnaast is verder gewerkt aan de economische groei agenda. De Europese leiders bereikten overeenstemming over een Pact voor groei en banen – een door de Europese Unie en de lidstaten te nemen maatregelenpakket voor herstel van groei, investeringen en werkgelegenheid en om de concurrentiekracht van de Europese economieën te verbeteren. De Europese Raad heeft de onderhandelingen afgerond over het toekomstige eenheidsoctrooistelsel waarna ook een akkoord is bereikt met het Europees Parlement. Hiermee wordt de weg vrijgemaakt voor een goedkopere, eenvoudiger en doeltreffender octrooibescherming voor het bedrijfsleven in de Europese Unie. Tijdens een extra Europese Raad in november was er een eerste bespreking over het Meerjarig Financieel Kader voor 2014–2020. Hierover heeft de Europese Raad op 7-8 februari 2013 een akkoord bereikt dat voldeed aan de Nederlandse voorwaarden.
De Europese Raad in december stond in het teken van de toekomst van de EMU. De Europese leiders bespraken een rapport over dit onderwerp van de voorzitter Van Rompuy en besloten dat een aantal voorstellen nader moet worden onderzocht in overleg met de lidstaten. Hier zal in juni 2013 op worden teruggekomen.
Voorts is besloten dat Servië kandidaat-lidstaat mocht worden, zijn de toetredingsonderhandelingen met Montenegro gestart en is gewerkt aan de voorbereiding van de toetreding van Kroatië op 21 juli 2013.
De Europese Raad stond ook regelmatig stil bij de ontwikkelingen in verband met de Arabische Lente, Syrië, Iran en Mali.
Het werkterrein van het ministerie van Algemene Zaken laat zich samenvatten onder de noemer «bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid».
Deze algemene beleidsdoelstelling wordt onderscheiden in drie operationele doelstellingen:
• coördinatie van het algemeen regeringsbeleid;
• coördinatie van het algemeen communicatiebeleid;
• het leveren van bijdragen aan de langere termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid.
In paragrafen 2.2 en 2.3 worden de budgettaire gevolgen van beleid gepresenteerd en toegelicht.
In paragraaf 2.4 wordt de realisatie van de operationele doelstellingen toegelicht.
Vervolgens worden de apparaatsuitgaven toegelicht in de (bedrijfsvoerings)paragraaf 3.
Realisatie |
Vastgestelde begroting |
Verschil |
||||
---|---|---|---|---|---|---|
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2012 |
2012 |
|
Verplichtingen |
68.674 |
73.278 |
53.907 |
53.225 |
56.835 |
-3.610 |
Uitgaven |
67.903 |
72.355 |
55.820 |
52.795 |
56.835 |
-4.040 |
Programma-uitgaven |
||||||
– Coördinatie van het algemeen regeringsbeleid |
435 |
331 |
522 |
425 |
600 |
-175 |
– Coördinatie van het algemeen communicatiebeleid |
27.369 |
32.089 |
24.512 |
22.720 |
22.708 |
12 |
– Bijdragen aan de langere termijn beleidsontwikkeling |
704 |
739 |
587 |
727 |
744 |
-17 |
Apparaatsuitgaven |
39.395 |
39.196 |
30.199 |
28.923 |
32.783 |
-3.860 |
Bovenstaande communicatie-uitgaven is inclusief de bijdrage aan het agentschap Dienst Publiek en Communicatie |
7.391 |
15.305 |
20.008 |
20.787 |
19.674 |
1.113 |
Ontvangsten |
2.879 |
3.659 |
3.608 |
6.509 |
4.373 |
2.136 |
Indien naast de uitkomsten in bovenstaande tabel rekening gehouden wordt met de mutaties die reeds in de eerste en tweede suppletoire begrotingswet zijn verwerkt, is er sprake van een onderschrijding van € 2,2 miljoen. De sobere uitvoering van de begroting en het naar voren halen van de invulling van taakstellingen hebben geleid tot een verdere onderuitputting van de begroting o.a. doordat projecten zijn getemporiseerd vooruitlopend op in de toekomst in te besteden bedrijfsvoeringstaken binnen AZ.
Bij de eerste en tweede suppletoire wet is er twee keer een miljoen teruggestort door het agentschap Dienst Publiek en Communicatie naar het moederdepartement en dit is de verklaring voor de meerontvangsten. Voor een meer gedetailleerde toelichting op de budgettaire ontwikkelingen in 2012 wordt verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begroting en naar de – separaat met dit jaarverslag aan de Tweede Kamer aan te bieden – Slotwet.
De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) ondersteunt de minister-president in zijn coördinerende rol op het terrein van de overheidscommunicatie en ondersteunt de Voorlichtingsraad (VoRa). De VoRa, onder voorzitterschap van de DG RVD, is het ambtelijke adviesorgaan van het kabinet op het gebied van de overheidscommunicatie. De VoRa, waarvan alle directeuren communicatie van alle departementen lid zijn, ontwikkelt initiatieven op het vlak van overheidscommunicatie en vervult de opdrachtgeverrol richting de shared service organisatie Dienst Publiek en Communicatie (DPC). Hoofdstuk 7 Agentschap Dienst Publiek en Communicatie geeft een breder overzicht van de gemeenschappelijke communicatie in 2012.
Gemeenschappelijk Communicatiebeleid
Veel activiteiten in het kader van de coördinatie van de overheidscommunicatie zijn samengebracht in het Jaarprogramma Gemeenschappelijke Communicatie (JGC) van de VoRa. De uitvoering hiervan ligt deels bij de departementen, deels bij de RVD, deels bij de Dienst Publiek en Communicatie van het ministerie van Algemene Zaken.
Het Jaarprogramma 2012 bevatte gemeenschappelijke communicatieactiviteiten op thema’s als kabinetsbrede communicatie, innovatie en kennisdelen. Tien jaar na het rapport In dienst van de democratie van de Commissie toekomst overheidscommunicatie was een goed moment om de balans op te maken en de koers te bepalen voor de komende jaren. Door verdere ontwikkeling van de netwerksamenleving en de opkomst van sociale media gaan thema’s als de responsiviteit van de overheid, interactie met burgers en cocreatie een steeds belangrijkere rol spelen in het Jaarprogramma van de VoRa.
Kernbegrippen daarnaast waren eenheid in presentatie naar inhoud en vorm, betere beschikbaarheid en toegankelijkheid van informatie, meer samenhang in de publiekscommunicatie en het duiden en gebruiken van signalen uit de samenleving.
Rijks- en kabinetsbrede communicatie
Om praktisch vorm en inhoud te geven aan eenduidige, herkenbare en toegankelijke overheidscommunicatie, werken departementen op tal van terreinen samen. In de actuele woordvoering in de beleidsvoorbereidende fase weten departementen elkaar goed te vinden. Deze intensieve samenwerking via het Woordvoerdersoverleg is in 2012 voortgezet. Een belangrijke opgave voor 2012 was samenwerken in de publiekscommunicatie. Deze samenwerking is onder meer ingezet met Prinsjesdag en Verantwoordingsdag. Daarnaast is de aanpak voor publiekscampagnes geëvalueerd en is er een Meerjarenplan Rijkshuisstijl opgesteld.
In lijn met de introductie van één rijksbreed logo en eenduidig afzenderschap, is de naam Postbus 51 in 2012 als afzender van (R)TV-campagnes vervangen door de naam Rijksoverheid. De Postbus 51 Informatiedienst (telefonische loket) heet voortaan Informatie Rijksoverheid en heeft in 2012 een nieuw, toegankelijk telefoonnummer gekregen uit de zogeheten 14-reeks die gereserveerd is voor overheidsdiensten, te weten: 1400.
Onderzoek
Analyse en onderzoek zijn belangrijke instrumenten om uiteenlopende signalen uit de samenleving goed te kunnen duiden. Het Continue Onderzoek Burgerperspectieven (COB) speelt hierin een belangrijke rol.
Online communicatie
De mogelijkheden van online communicatie blijven zich ontwikkelen. Dit vraagt ook van de Rijksoverheid om de mogelijkheden die dit biedt te blijven onderzoeken en in te zetten. Doel is doelgroepen zo goed mogelijk te (blijven) bereiken en bedienen. Online media worden dan ook steeds vaker ingezet voor communicatie door de Rijksoverheid. Ook bij deze nieuwe vormen van communicatie is het belangrijk dat de Rijksoverheid herkenbaar blijft als afzender. Onderzocht is hoe sociale media ingezet kunnen worden om beleid optimaal te ondersteunen dan wel vorm te geven. In de publicatie Uitgangspunten online communicatie rijksambtenaren is beschreven hoe rijksambtenaren online communicatie kunnen gebruiken om hun professionele taak te vervullen.
Burgerbrieven
In 2012 heeft het ministerie van Algemene Zaken 1.925 burgerbrieven ontvangen. De gemiddelde behandeltijd bedroeg 14 dagen (tegen 18 dagen in 2011).
2012 |
2011 |
|
---|---|---|
< 3 weken |
74% |
63% |
3 weken – 6 weken |
21% |
29% |
> 6 weken |
5% |
8% |
Verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), bezwaarschriften, klaagschriften en ingebrekestellingen
Het ministerie heeft in 2012 42 verzoeken om informatie op grond van artikel 3 van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) in behandeling genomen. In 2012 zijn 35 besluiten genomen op Wob-verzoeken. Twee besluiten hiervan hadden betrekking op verzoeken ingediend in 2011. Op vier in 2012 ontvangen verzoeken is in datzelfde jaar nog geen besluit genomen. In dertien gevallen is de beslissing verdaagd (artikel 6, tweede lid, Wob). In vijf gevallen is met de verzoeker overeengekomen de beslissing te nemen op een later tijdstip dan de verdaagde termijn als bedoeld in artikel 6, tweede lid, Wob. Op acht verzoeken werd buiten de al dan niet verdaagde termijn besloten.
Het ministerie heeft in 2012 zestien bezwaarschriften ontvangen. In 2012 zijn negen beslissingen op bezwaarschriften genomen. Eén beslissing betreft een bezwaarschrift dat is ontvangen in 2011 en op vier bezwaarschriften die zijn ontvangen in 2012 is in datzelfde jaar nog niet beslist. In één van deze vier gevallen verstrijkt de termijn voor het nemen van een beslissing in 2013. In drie gevallen is na overleg met de indiener overeengekomen dat de beslissing op een later tijdstip dan de wettelijke termijn wordt genomen. In drie gevallen heeft de indiener zijn bezwaarschrift ingetrokken. Eén bezwaarschrift is aangehouden.
Het ministerie heeft in 2012 geen klaagschrift ontvangen.
Ingebrekestellingen en verbeurde dwangsommen
Het ministerie heeft in 2012 € 1.260,00 aan dwangsommen verbeurd. Het ministerie is 6 maal in gebreke gesteld wegens niet tijdig beslissen. In één geval was een dwangsom verschuldigd. In drie gevallen is het besluit binnen twee weken genomen. Dwangsommen waren derhalve niet verschuldigd ingevolge artikel 4:17, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht. In één geval was de ingebrekestelling kennelijk ongegrond en in één geval was het bezwaarschrift niet ontvankelijk. In deze beide gevallen was derhalve geen dwangsom verschuldigd ingevolge artikel 4:17, zesde lid, onder c van de Algemene wet bestuursrecht.
Algemeen
De ontwikkeling van het regeringsbeleid is gebaat bij inzichten in ontwikkelingen en vraagstukken die op langere termijn de samenleving beïnvloeden. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) tracht op een wetenschappelijk gefundeerde manier aan dergelijke inzichten bij te dragen. De raad heeft tot taak hierbij tijdig te wijzen op tegenstrijdigheden in en te verwachten knelpunten voor het regeringsbeleid, probleemstellingen te formuleren over de grote beleidsvraagstukken en beleidsalternatieven aan te dragen. De WRR kan zich bezighouden met alle gebieden van (potentieel) regeringsbeleid.
Werkprogramma
In 2012 is gewerkt aan de lopende onderzoeksthema’s van het WRR Werkprogramma 2010–2012. Er zijn twee Rapporten aan de regering uitgebracht: Publieke zaken in de marktsamenleving en Vertrouwen in burgers. Er is een Verkenning over transparantie en rechtspraak voorbereid, die in januari 2013 onder de titel Speelruimte voor transparantere rechtspraak is gepubliceerd. Voorts is in januari 2013 de studie In betere banen verschenen, waarin de raad de Europese arbeidsmigratie van vandaag analyseert en de uitdagingen voor morgen doordenkt. Voor deze studie is ook door Regioplan een update uitgevoerd van het in 2005 gepubliceerde onderzoek «Poolshoogte» naar juridische constructies en kostenvoordelen bij het inzetten van arbeidskrachten uit de Midden- en Oost-Europese landen. Dit herhaalonderzoek is mede mogelijk gemaakt door de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De projecten «Toezicht», «Voedsel», «Lessen van evaluaties» en «Waar verdienen we over 20 jaar ons brood mee» zullen vanaf 2013 producten opleveren.
Bijdrage aan beleidsdialoog
Rapporten en Verkenningen van de Raad leveren direct of indirect een bijdrage aan de beleidsdialoog. In het kader van het rapport Publieke Zaken in de marktsamenleving is bijvoorbeeld op verzoek van de Parlementaire Onderzoekcommissie Privatisering / Verzelfstandiging Overheidsdiensten (POC) van de Eerste Kamer der Staten-Generaal een studie uitgevoerd over de ontwikkelingen van het Nederlandse beleid en beleidsdenken in de afgelopen drie decennia op het gebied van privatisering en verzelfstandiging van overheidsdiensten. Deze is gepubliceerd als webpublicatie met de titel Dertig jaar privatisering, verzelfstandiging en marktwerking. Een ander voorbeeld is de bijdrage aan het debat over de toekomst van wonen, zorg en pensioenen. In september 2012 heeft de WRR hierover een conferentie georganiseerd. Vervolgens heeft hij een bundel samengesteld met de titel Wonen, zorg en pensioenen. Hervormen en verbinden, die begin januari 2013 is verschenen. Deze bundel bestaat uit een aantal essays die nader ingaan op zulke voorstellen voor het verbinden en onderling afstemmen van wonen, zorg en pensioenen. Welke doelen kan dit dienen, welke kansen, dilemma’s en risico’s doen zich naar verwachting voor, welke strategieën zijn denkbaar, en tot welke (nieuwe) kennisvragen leidt dit voor de toekomst?
Als voorbeelden van beleidsdoorwerking van rapporten kan de spin off van de rapporten iOverheid en Keuze, gedrag en beleid worden genoemd. In maart 2011 presenteerde de WRR het rapport iOverheid, waarin de raad beleidsaanbevelingen heeft gedaan met betrekking tot de rol en verantwoordelijkheid van de overheid op ICT-gebied. In juni 2012 werd de WRR uitgenodigd een bijdrage te leveren aan een expertbijeenkomst van de parlementaire werkgroep ICT-projecten bij de overheid. Naar aanleiding van de Verkenning De menselijke beslisser (2009) is in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Milieu een workshop voor beleidsmakers georganiseerd waarin de vertaalslag van nieuwe inzichten uit de gedragswetenschappen naar praktisch beleid centraal stond. Met deze en andere activiteiten heeft de WRR het thema «keuzearchitectuur» breed weten te agenderen onder Nederlandse beleidsmakers. Zo is in het Integraal Afwegingskader (IAK) sinds medio 2012 informatie te vinden over instrumenten die kunnen worden ingezet om gedrag te beïnvloeden. Ook de ethische aspecten gekoppeld aan inzet van deze instrumenten door de overheid komen in de factsheets aan bod. Andere (beleids)instellingen en beleidsgeoriënteerde kringen die het thema hebben aangevat zijn onder andere de Belastingdienst, ZonMw in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de dienst Regeling van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het Rijksinstituut voor Milieuverkenningen.
De raadsthema’s resulteren behalve in adviezen aan de regering en zelfstandig gepubliceerde, inhoudelijke verkenningen en webpublicaties, ook in expertmeetings en conferenties in binnen- en buitenland en in tientallen artikelen in uiteenlopende media en wetenschappelijke vaktijdschriften. Een goed voorbeeld hiervan is de conferentie met HIVOS en ISS over burgerparticipatie en democratie naar aanleiding van het rapport Vertrouwen in burgers.
Hiernaast organiseert de WRR regelmatig aparte bijeenkomsten over actuele thema’s, zoals de Hollands Spoor-bijeenkomsten. In juni is een bijeenkomst georganiseerd over het afnemend vertrouwen in de wetenschap en in november een over verantwoordelijkheden voor fysieke veiligheid. In april en augustus is, mede ingegeven door de verkiezingen, in samenwerking met NWO en de universiteit Utrecht een debat georganiseerd met wetenschappers en media over de betekenis en impact van stemwijzers.
De jaarlijkse WRR-lecture richt zich tot een breed publiek van beleidsmakers en wetenschappers.
Tijdens de WRR-Lecture 2012, die werd gekoppeld aan het 40-jarig jubileum, stond de vraag centraal hoe in het licht van de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van communicatietechnologie de vrijheid in cyberspace gewaarborgd kan worden.
De WRR blijft op verschillende manieren een bijdrage leveren aan het beter benutten van de mogelijkheden van het kennis- en adviesstelsel. In 2012 heeft de raad net als in andere jaren de periodieke overlegbijeenkomsten met de voorzitters van de strategische adviescolleges gehouden. Voorts heeft de WRR opnieuw deelgenomen aan het reguliere overleg van secretarissen van de strategische adviesorganen en het Strategieberaad Rijksbreed. Hiernaast heeft periodiek overleg plaatsgevonden met de adviserende leden van het Sociaal Cultureel Planbureau, het Centraal Planbureau, het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Planbureau voor de Leefomgeving.
Internationalisering
Zowel in themakeuze, onderzoeksaanpak als disseminatie van zijn bevindingen oriënteert de raad zich óók op de internationale omgeving. Een voorbeeld is de publicatie In betere banen over de toekomst van arbeidsmigratie in de EU, met bijdragen van experts van o.a. het Migration Policy Institute in Washington, de OESO, de Kopenhagen Business School en het Centre on Migration, Policy and Society in Oxford. Deze zal tevens in het Engels verschijnen onder de titel Making migration work. Een ander voorbeeld is de expertbijeenkomst over Cybersecurity met de directeur van het Citizen Lab, een interdisciplinair onderzoeks- en ontwikkelingsinstituut dat werkt op het snijvlak van het internet, internationale veiligheid en mensenrechten.
Evaluatie
Eind 2012 heeft een onafhankelijke externe commissie op initiatief van de WRR het werk van de raad geëvalueerd. Deze evaluatie zal begin 2013 verschijnen, samen met de reactie van de WRR. De raad in zijn nieuwe samenstelling zal zijn voordeel doen met de aanbevelingen van deze commissie.
Prestatie |
Begroting 2012 |
Realisatie 2012 |
---|---|---|
Rapporten aan de regering |
3 |
2 |
Verkenningen |
1 |
0 |
Webpublicaties |
8 |
5 |
Overige publicaties |
2 |
1 |
Grote conferenties |
2 |
3 |
WRR-lecture |
1 |
1 |
(Verslagen van) expertmeetings en debatten |
3 |
0 |
Rechtmatigheid
De administratie is in 2012 met behulp van de departementale planning & controlcyclus, de uitvoering van het toezichtplan en het auditplan gecontroleerd. Bij de uitvoering zijn geen onrechtmatigheden van enig belang geconstateerd, wel is er aanleiding tot het treffen van verbetermaatregelen op het gebied van inkoop. De audits van de Auditdienst Rijk hebben de gevraagde assurance verschaft over de kwaliteit van de bedrijfsvoering. De tolerantiegrens op artikelniveau is niet overschreden.
Totstandkoming beleidsinformatie
De niet-financiële informatie in het jaarverslag is op controleerbare en betrouwbare wijze tot stand gekomen.
Financieel en materieel beheer
Aan de beheersing van de bedrijfsvoeringprocessen bij het ministerie van Algemene Zaken (begroting III), in het bijzonder het financieel en materieel beheer, ligt een adequaat stelsel van maatregelen en administratieve organisatie ten grondslag. Bovenstaande mededeling over de bedrijfsvoering is gebaseerd op een combinatie van de jaarrapportages en managementverklaringen van de verschillende dienstonderdelen van AZ en het toezicht van Concerncontrol.
Overige aspecten van bedrijfsvoering
Geen.
In 2012 zijn, zoals voorgenomen, de volgende taken uitgevoerd:
• namens de Koningin onderhouden van contacten met bewindslieden, commissarissen der Koningin en andere hoogwaardigheidsbekleders;
• informatie verzamelen en op grond hiervan de Koningin schriftelijk en mondeling informeren, in het bijzonder ten behoeve van haar gesprekken met de minister-president en met andere binnenlandse en buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders, staatsbezoeken en werkbezoeken;
• begeleiden van de Koningin tijdens staatsbezoeken en ander verblijf buitenlands;
• voeren van correspondentie namens de Koningin;
• het tijdig en in correcte vorm aan de Koningin ter tekening of ter goedkeuring voorleggen van alle door de ministeries aangeboden staatsstukken en het verzorgen van de daarbij behorende correspondentie;
• behandelen en doorgeleiden van aan de Koningin gerichte verzoekschriften;
• archiveren van staatsstukken en in goede en geordende staat bewaren daarvan (volgens de Archiefwet).
Realisatie |
Vastgestelde begroting |
Verschil |
||||
---|---|---|---|---|---|---|
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2012 |
2012 |
|
Verplichtingen |
2 310 |
2 352 |
2 390 |
2 385 |
2 372 |
13 |
Uitgaven |
2 310 |
2 352 |
2 390 |
2 385 |
2 372 |
13 |
Ontvangsten |
nihil |
2 352 |
2 390 |
2 385 |
2 372 |
13 |
Indien naast de uitkomsten in bovenstaande tabel rekening gehouden wordt met de mutaties die reeds in de eerste en tweede suppletoire begrotingswet zijn verwerkt, is er sprake van een onderschrijding van € 37.000. Dit is met name veroorzaakt door strikt financieel management en herijking van de contracten.
Rechtmatigheid
Tussen het ministerie van Algemene Zaken en het Kabinet der Koningin zijn afspraken gemaakt over de dienstverlening van het ministerie en de van toepassing zijnde planning & controlcyclus. De administratie is in 2012 op basis van het auditplan van de Auditdienst Rijk gecontroleerd. Bij de uitvoering zijn geen onrechtmatigheden van enig belang geconstateerd, noch is er aanleiding geweest tot het treffen van specifieke maatregelen. De tolerantiegrens op artikelniveau is niet overschreden.
Financieel en materieel beheer
Aan de beheersing van de bedrijfsvoeringsprocessen bij het Kabinet der Koningin, in het bijzonder het financieel en materieel beheer, ligt een adequaat stelsel van maatregelen en administratieve organisatie ten grondslag.
Om uitvoering te geven aan haar taak voert de CTIVD onderzoeken uit waarover zij, via de betrokken ministers, rapporteert aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal.
In 2012 heeft de Commissie vijf toezichtsrapporten uitgebracht. Het betrof diepteonderzoeken naar:
1. de eerdere aanbevelingen van de Commissie betreffende de MIVD (nr. 30a);
2. de eerdere aanbevelingen van de Commissie betreffende de AIVD (nr. 30b);
3. de inzet van de afluisterbevoegdheid en van de bevoegdheid tot de selectie van Sigint door de AIVD (nr. 31);
4. de door de MIVD uitgebrachte ambtsberichten in de periode van januari 2006 tot en met juni 2011 (nr. 32);
5. de rubricering van staatsgeheimen door de AIVD (nr. 33).
Voorts heeft de CTIVD zich in 2012 beziggehouden met diepteonderzoeken naar:
1. de samenwerking tussen de MIVD en buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten;
2. de inzet van de afluisterbevoegdheid en Sigint door de AIVD;
3. enkele langlopende agentenoperaties van de AIVD;
4. de notificatieplicht;
5. de door de AIVD uitgebrachte ambtsberichten betreffende (kandidaat) politieke ambtsdragers.
Hierover zal in een later stadium worden gerapporteerd.
De CTIVD heeft in het verslagjaar de minister van BZK over tien klachten betreffende de AIVD geadviseerd. Zij heeft dit jaar geen klachten behandeld betreffende de MIVD.
Naast de bovengenoemde werkzaamheden inventariseert de CTIVD ook belangrijke activiteiten van de diensten. De CTIVD beoogt hiermee op de hoogte te blijven van ontwikkelingen binnen de AIVD en de MIVD zodat zij een goede afweging kan maken in de keuze van haar diepteonderzoeken.
Realisatie |
Vastgestelde begroting |
Verschil |
||||
---|---|---|---|---|---|---|
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2012 |
2012 |
|
Verplichtingen |
675 |
827 |
764 |
938 |
1.064 |
– 126 |
Uitgaven |
675 |
827 |
764 |
938 |
1.064 |
– 126 |
Ontvangsten |
nihil |
12 |
0 |
0 |
0 |
0 |
De uiteindelijke uitgavenrealisatie is lager uitgevallen, hoofdzakelijk als gevolg van een niet volledige bezetting van de personele formatie gedurende het gehele jaar.
Rechtmatigheid
Tussen het ministerie van Algemene Zaken en de CTIVD zijn afspraken gemaakt over de dienstverlening van het ministerie en de van toepassing zijnde planning & controlcyclus. De administratie is in 2012 op het auditplan van de Auditdienst Rijk gecontroleerd. Bij de uitvoering zijn geen onrechtmatigheden van enig belang geconstateerd, noch is er aanleiding geweest tot het treffen van specifieke maatregelen. De tolerantiegrens op artikelniveau is niet overschreden.
Financieel en materieel beheer
Aan de beheersing van de bedrijfsvoeringprocessen bij het ministerie van Algemene Zaken, in het bijzonder het financieel en materieel beheer, ligt een adequaat stelsel van maatregelen en administratieve organisatie ten grondslag.
(1) |
(2) |
(3) = (2) – (1) |
||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. |
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Realisatie1 |
Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting |
||||||
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
Totaal |
56.835 |
4.373 |
52.795 |
6.509 |
– 4.040 |
2.136 |
||||
Beleidsartikel |
||||||||||
1 |
Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid |
56.835 |
56.835 |
4.373 |
53.225 |
52.795 |
6.509 |
– 3.610 |
– 4.040 |
2.136 |
Niet-beleidsartikel |
||||||||||
3 |
Nominaal en Onvoorzien |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in paragraaf B van dit jaarverslag.
(1) |
(2) |
(3) |
||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. |
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Realisatie1 |
Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting |
||||||
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
Totaal |
2.372 |
2.372 |
2.385 |
2.385 |
13 |
13 |
||||
Artikel |
||||||||||
1 |
Kabinet der Koningin |
2.372 |
2.372 |
2.372 |
2.385 |
2.385 |
2.385 |
13 |
13 |
13 |
De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in paragraaf D van dit jaarverslag.
(1) |
(2) |
(3) |
||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. |
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Realisatie1 |
Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting |
||||||
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
Totaal |
1.064 |
0 |
938 |
0 |
– 126 |
0 |
||||
Artikel |
||||||||||
1 |
Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten |
1.064 |
1.064 |
0 |
938 |
938 |
0 |
– 126 |
– 126 |
0 |
De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in paragraaf D van dit jaarverslag.
1) |
Uitgaven ten laste van de begroting |
52.795 |
2) |
Ontvangsten ten gunste van de begroting |
6.509 |
3) |
Liquide middelen |
4 |
|||
4) |
Rekening-courant RHB De Koning, KdK & CTIVD |
40.677 |
4a) |
Rekening-courant RHB Min v AZ |
86.797 |
5) |
Uitgaven buiten begrotingsverband (= intra-comptabele vorderingen) |
904 |
Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intra-comptabele schulden) |
1.074 |
|
7) |
Openstaande rechten |
0 |
7a) |
Tegenrekening openstaande rechten |
0 |
8) |
Extra-comptabele vorderingen |
0 |
8a) |
Tegenrekening extra-comptabele vorderingen |
0 |
9a) |
Tegenrekening extra-comptabele schulden |
0 |
9) |
Extra comptabele schulden |
0 |
10) |
Voorschotten |
602 |
10a) |
Tegenrekening voorschotten |
602 |
11a) |
Tegenrekening garantieverplichtingen |
0 |
11) |
Garantieverplichtingen |
0 |
12a) |
Tegenrekening openstaande verplichtingen |
949 |
12) |
Openstaande verplichtingen |
949 |
13) |
Deelnemingen |
0 |
13a) |
Tegenrekening deelnemingen |
0 |
Totaal |
95.931 |
Totaal |
95.931 |
Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2012 van het ministerie van Algemene Zaken (III)
1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten
Verrekening van de begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten 2012 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
4) Rekening courant de Koning, Kabinet der Koningin (KDK) en Commissie van Toezicht (CTIVD)
De Koning |
€ |
39.834.000 |
Kabinet der Koningin |
€ |
– 69.000 |
Commissie van Toezicht |
€ |
912.000 |
Totaal |
€ |
40.677.000 |
5) Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra-comptabele vorderingen)
Nadere specificatie van de uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen):
Omschrijving: |
Vorderingen: |
|
Kas- en reisvoorschotten |
€ |
4.000 |
Salarisuitgaven |
€ |
784.000 |
Overige vorderingen |
€ |
116.000 |
Totaal |
€ |
904.000 |
Salarisuitgaven
Dit bedrag bestaat uit vorderingen op (ex)-personeel, voorschotten die nog verrekend moeten worden met het salaris en de doorbelasting van de salarisuitgaven aan het agentschap DPC.
Overige vorderingen
Het betreft hier uitgaven ten behoeve van met name derden waarvoor het ministerie (nog) vorderingen heeft ingesteld (moet instellen).
6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intra-comptabele schulden)
Nadere specificatie van de ontvangsten buiten begrotingsverband:
Omschrijving |
Schulden |
|
Netto salarissen |
€ |
1.035.000 |
Diverse ontvangsten |
€ |
39.000 |
Totaal |
€ |
1.074.000 |
Netto salarissen
De op de salarissen van december 2012 ingehouden loonheffing ten behoeve van de Belastingdienst en de premie-inhoudingen ten behoeve van het ABP worden in januari 2013 betaald.
Diverse ontvangsten
Dit bedrag betreft hoofdzakelijk op tussenrekeningen verantwoorde bedragen naar aanleiding van ingestelde vorderingen betreffende loonkosten van personeelsleden die gedetacheerd zijn.
10) Voorschotten
Overeenkomstig de afgesproken gedragslijn zijn de betalingen aan Loyalis ad € 602.000 opgenomen onder de voorschotten, voor zover het betalingen betreft waarvoor de controlerende instantie nog geen verklaring heeft kunnen afgeven.
Afwikkeling van deze voorschotten zal plaatsvinden in 2013.
In 2012 is aan voorschotten voor wachtgelden en uitvoeringskosten 2011, € 778.000 afgerekend met Loyalis
12 Openstaande verplichtingen
Nadere specificatie van de openstaande verplichtingen:
Omschrijving |
Bedrag |
||
---|---|---|---|
Openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband |
€ |
949.000 |
|
Openstaande verplichtingen buiten begrotingsverband |
€ |
0 |
+ |
Totaal |
€ |
949.000 |
Toelichting op de opbouw van openstaande verplichtingen
Openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband
Opbouw van de openstaande verplichtingen |
Bedrag |
||||
Verplichtingen per 01-01-2012 |
€ |
518.000 |
|||
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar |
€ |
53.226.000 |
+ |
||
Totaal |
€ |
53.744.000 |
|||
Tot betaling gekomen in het verslagjaar |
€ |
52.795.000 |
|||
Negatieve bijstellingen van aangegane |
|||||
verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren |
€ |
0 |
+ |
||
€ |
52.795.000 |
- |
|||
Openstaande verplichtingen op 31-12-2012 |
€ |
949.000 |
1) |
Uitgaven ten laste van de begroting |
2.385 |
2) |
Ontvangsten ten gunste van de begroting |
2.385 |
3) |
Liquide middelen |
1 |
|||
4) |
Rekening-courant RHB KdK |
69 |
4a) |
Rekening-courant RHB Min v AZ |
0 |
5) |
Uitgaven buiten begrotingsverband (= intra-comptabele vorderingen) |
1 |
6) |
Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intra-comptabele schulden) |
71 |
7) |
Openstaande rechten |
0 |
7a) |
Tegenrekening openstaande rechten |
0 |
8) |
Extra-comptabele vorderingen |
0 |
8a) |
Tegenrekening extra-comptabele vorderingen |
0 |
9a) |
Tegenrekening extra-comptabele schulden |
0 |
9) |
Extra comptabele schulden |
0 |
10) |
Voorschotten |
0 |
10a) |
Tegenrekening voorschotten |
0 |
11a) |
Tegenrekening garantieverplichtingen |
0 |
11) |
Garantieverplichtingen |
0 |
12a) |
Tegenrekening openstaande verplichtingen |
0 |
12) |
Openstaande verplichtingen |
0 |
13) |
Deelnemingen |
0 |
13a) |
Tegenrekening deelnemingen |
0 |
Totaal |
2.456 |
Totaal |
2.456 |
Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2012 van het Kabinet der Koningin (III)
1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten
Verrekening van de begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten 2012 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intra-comptabele schulden)
Nadere specificatie van de ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden):
Omschrijving |
Schulden |
|
Netto salarissen |
€ |
71.000 |
Totaal |
€ |
71.000 |
Netto salarissen
De op de salarissen van december 2012 ingehouden loonheffing ten behoeve van de Belastingdienst en de premie-inhoudingen ten behoeve van het ABP worden in januari 2013 betaald.
1) |
Uitgaven ten laste van de begroting |
938 |
2) |
Ontvangsten ten gunste van de begroting |
0 |
---|---|---|---|---|---|
3) |
Liquide middelen |
0 |
|||
4) |
Rekening-courant RHB CTIVD |
0 |
4a) |
Rekening-courant RHB Min v AZ |
912 |
5) |
Uitgaven buiten begrotingsverband (= intra-comptabele vorderingen) |
0 |
6) |
Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intra-comptabele schulden) |
26 |
7) |
Openstaande rechten |
0 |
7a) |
Tegenrekening openstaande rechten |
0 |
8) |
Extra-comptabele vorderingen |
0 |
8a) |
Tegenrekening extra-comptabele vorderingen |
0 |
9a) |
Tegenrekening extra-comptabele schulden |
0 |
9) |
Extra comptabele schulden |
0 |
10) |
Voorschotten |
0 |
10a) |
Tegenrekening voorschotten |
0 |
11a) |
Tegenrekening garantieverplichtingen |
0 |
11) |
Garantieverplichtingen |
0 |
12a) |
Tegenrekening openstaande verplichtingen |
0 |
12) |
Openstaande verplichtingen |
0 |
13) |
Deelnemingen |
0 |
13a) |
Tegenrekening deelnemingen |
0 |
Totaal |
938 |
Totaal |
938 |
Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2012 van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (III)
1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten
Verrekening van de begrotingsuitgaven 2012 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intra-comptabele schulden)
Nadere specificatie van de ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden):
Omschrijving |
Schulden |
|
Netto salarissen |
€ |
26.000 |
Totaal |
€ |
26.000 |
Netto salarissen
De op de salarissen van december 2012 ingehouden loonheffing ten behoeve van de Belastingdienst en de premie-inhoudingen ten behoeve van het ABP worden in januari 2013 betaald
(bedragen x € 1.000 |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1) |
Realisatie 2012 (2) |
Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (2)-(1) |
Realisatie 2011 |
---|---|---|---|---|
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
19.674 |
19.430 |
– 244 |
20.008 |
Omzet overige departementen |
21.177 |
12.293 |
– 8.884 |
13.649 |
Omzet derden |
0 |
193 |
193 |
159 |
Rentebaten |
200 |
181 |
– 19 |
124 |
Vrijval uit voorzieningen |
0 |
946 |
946 |
2.309 |
Bijzondere baten |
0 |
15 |
15 |
– |
Totaal baten |
41.051 |
33.058 |
– 7.993 |
36.249 |
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
||||
• Personele kosten |
14.800 |
11.498 |
-3.302 |
14.386 |
• Materiële kosten |
26.051 |
19.903 |
-6.148 |
18.831 |
Afschrijvingskosten |
||||
• Materieel |
– |
– |
– |
– |
• Immaterieel |
– |
– |
– |
– |
Overige lasten |
||||
• Dotaties aan voorzieningen |
0 |
89 |
89 |
1.069 |
• Bijzondere lasten |
0 |
56 |
56 |
222 |
• Rentelasten |
200 |
0 |
– 200 |
0 |
Totaal lasten |
41.051 |
31.546 |
– 9.505 |
34.508 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
1.512 |
1.512 |
1.741 |
Toelichting:
De lagere dan geraamde baten en lasten zijn vooral veroorzaakt doordat de in shared service uitgevoerde communicatiediensten voor opdrachtgevers in 2012 wederom aanzienlijk lager zijn uitgevallen dan oorspronkelijk werd geraamd. Het betrof met name multimediale campagnes. De één op één aan opdrachtgevers door te belasten externe kosten en de daadwerkelijke verrekening daarvan worden als lasten en baten verantwoord. Daarnaast zijn de lasten lager uitgevallen als gevolg van het voorspoedig verloop van de reorganisatie en daardoor een vrijval binnen de voorziening voor wachtgeld in het kader van het invullen van de taakstelling rijksdienst.
Per saldo heeft DPC een positief resultaat behaald van € 1.512.000. Een groot deel daarvan betreft een buitengewoon resultaat (€ 0,85 miljoen) door de vrijval van de voorziening. Het saldo van baten en lasten zal ten gunste worden gebracht van de exploitatiereserve. Het eigen vermogen overschrijdt daarmee de grens die op basis van de Regeling baten-lastendiensten 2011 door het ministerie van Financiën is vastgesteld doordat de omzet in de afgelopen jaren is gedaald. Nadat in 2012 het eigen vermogen is afgebouwd, zal dit ook in 2013 verder plaatsvinden.
Balans 31-12-2012 |
Balans 31-12-2011 |
|
---|---|---|
Activa |
||
Immateriële activa |
0 |
0 |
Materiële activa |
||
• Grond en gebouwen |
0 |
0 |
• Installaties en inventarissen |
0 |
0 |
• Overige materiële vaste activa |
0 |
0 |
Voorraden |
0 |
0 |
Debiteuren |
5.036 |
6.014 |
Nog te ontvangen |
1.453 |
2.456 |
Liquide middelen |
23.071 |
20.190 |
Totaal activa |
29.560 |
28.660 |
Passiva |
||
Eigen vermogen |
||
• Exploitatiereserve |
4.188 |
4.447 |
• Onverdeeld resultaat |
1.512 |
1.741 |
Voorzieningen |
435 |
1.889 |
Leningen bij het ministerie van Financiën |
0 |
0 |
Crediteuren |
3.770 |
857 |
Nog te betalen |
19.655 |
19.726 |
Totaal passiva |
29.560 |
28.660 |
Toelichting:
Voorzieningen bij DPC worden getroffen voor juridische of feitelijke verplichtingen die hun oorzaak vinden op of voor de balansdatum, waarbij voor afwikkeling van de verplichting een uitstroom van middelen zal gaan plaatsvinden waarvan de omvang nog niet vast staat, maar die wel op betrouwbare wijze kan worden geschat. In het kader van de invulling van de taakstellingen ook uit eerdere regeerakkoorden is een voorziening getroffen voor wachtgeld. In navolgende tabel wordt het verloop van deze voorziening weergeven.
2012 |
2011 |
|
---|---|---|
Stand per 1 januari |
1.889 |
3.937 |
-/- Onttrekkingen |
597 |
876 |
-/- Vrijval |
946 |
2.241 |
+/+ Dotaties |
89 |
1.069 |
Stand per 31 december |
435 |
1.889 |
Door een gunstiger personeelsverloop is er een geringer beroep op de voorziening wachtgeld gedaan.
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) |
Realisatie (2) |
Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3)=(2)-(1) |
|
---|---|---|---|---|
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2012 (incl. deposito) |
10.542 |
20.190 |
9.648 |
2. |
Totaal operationele kasstroom |
0 |
4.881 |
4.881 |
Totaal investeringen (-/-) |
n.v.t. |
n.v.t. |
||
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
n.v.t. |
n.v.t. |
||
3. |
Totaal investeringskasstroom |
0 |
0 |
0 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
– 2.000 |
– 2.000 |
|
Eenmalige storting door moederdepartement (+) |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
0 |
– 2.000 |
– 2.000 |
5. |
Rekening-courant RHB 31-12-2012 (incl. deposito) (=1+2+3+4) |
10.542 |
23.071 |
12.529 |
Toelichting:
De stand van de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding per 31 december is hoger dan de stand per 1 januari. Het hoge saldo zowel aan het begin van het jaar als ook aan het einde van het jaar, is voornamelijk veroorzaakt door het feit dat het saldo van de nog te betalen facturen aan media-exploitanten als liquide middelen bij DPC terechtkomt terwijl dat in het verleden bij het door DPC ingeschakelde mediabureau neersloeg.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de doelmatigheidsindicatoren en kengetallen van DPC.
Indicator |
Streefwaarde |
Realisatie 2009 |
Realisatie 2010 |
Realisatie 2011 |
Realisatie 2012 |
---|---|---|---|---|---|
Saldo van baten en lasten |
0 |
-1,6% |
-2,5% |
4,8% |
4,6% |
Fte totaal |
Norm 2013 |
n.v.t. |
n.v.t. |
136,7 |
127,1 |
Ziekteverzuimpercentage |
Maximaal 5,5% |
5,2% |
4.1% |
4,0% |
3,4% |
Financieel voordeel collectieve media-inkoop |
|||||
Media-index RTV |
13,9% |
||||
Media-index Interactieve Media |
37,5% |
||||
Media-index Print |
40,1% |
||||
Rapportcijfer cursisten Academie |
Norm = 7,5 |
7,6 |
7,6 |
7,8 |
7,6 |
Service level telefonie |
80% binnen 40 seconden |
83% |
83% |
82% |
83,0% |
Service level e-mail |
80% binnen 48 uur |
82% |
89% |
92% |
99,9% |
Burgertevredenheid telefonie |
Norm = 7,5 |
7,6 |
7,6 |
7,6 |
7,6 |
Burgertevredenheid e-mail |
Norm = 6,5 |
7 |
7,5 |
7,3 |
7,3 |
Burgertevredenheid Internet |
Norm = 7,0 |
7,6 |
7,3 |
7,5 |
7,2 |
Gebruik contactcenter telefoon |
Prognose = 196.000 |
412.125 |
216.732 |
204.425 |
195.348 |
Gebruik contactcenter e-mail |
Prognose = 101.000 |
115.275 |
70.114 |
70.357 |
78.860 |
Bezoekersaantallen Internet |
Prognose = 1.500.000 |
6.315.571 |
6.439.530 |
19.003.065 |
20.366.248 |
Onderstaand worden enkele opmerkelijke mutaties in de indicatoren toegelicht.
Saldo van baten en lasten
Het saldo baten lasten (saldo als % van de totale baten) is in 2012 iets gedaald ten opzichte van 2011, maar is nog steeds positief. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een positief resultaat, voornamelijk door een besparing in de personeelskosten. Daarnaast is er een vrijval uit de voorziening (zie paragraaf 7.2).
Fte totaal
De toegestane formatie van DPC bedraagt 144,1 fte. De bezetting was eind 2011 136,7fte en eind 2012 127,1 fte. Dit is inclusief de externe inhuur en uitzendkrachten op ambtelijke plekken. Door de gewijzigde methodiek van het rapporteren over fte’s binnen AZ zijn er voor de jaren 2009 en 2010 geen vergelijkbare getallen.
Media -inkoop
Sinds 2012 wordt gewerkt met nieuwe indices voor de bepaling van het collectieve voordeel. Dit was nodig omdat de methode van inkoop bij een aantal mediumtypen (radio, televisie, interactieve media) is gewijzigd. Zie ook de toelichting bij de begroting 2013 (Kamerstuk 33 400 III, nr. 2, blz. 12).
Media-index RTV geeft het netto inkoopvoordeel weer dat behaald is door het collectief inkopen van mediaruimte op radio en televisie in plaats van per individuele opdrachtgever.
Media-index Interactieve Media geeft het netto inkoopvoordeel weer dat behaald is door het collectief inkopen van mediaruimte op alle interactieve media. Er wordt geen inkoopvoordeel behaald wanneer mediaruimte is verkregen door middel van een veiling.
Media-index Print geeft het bruto inkoopvoordeel weer dat behaald is door het collectief inkopen van mediaruimte in alle printtitels en out-of-home mogelijkheden. Dit voordeel betreft de verkregen korting op de tarieven vermeld op de tariefkaart.
Informatiedienst Rijksoverheid (voorheen Postbus 51)
In 2012 liggen de service-levels en de indicatoren inzake burgertevredenheid wederom boven de streefwaarden en de gestelde normen.
Met uitzondering van e-mail liggen de volumecijfers ruim boven de streefwaarden. Er is al jarenlang sprake van een daling van het e-mail gebruik.
Het gebruik van het kanaal internet is enorm toegenomen dankzij de website Rijksoverheid.nl. Internetbezoeken zijn het totaal aantal bezoeken aan Rijksoverheid.nl in 2012 t/m juli, omdat na juli geen webstatistieken beschikbaar zijn in verband met het uitzetten van cookies.
Ministerie van Algemene Zaken |
Uitgaven in 2012 (x € 1.000) |
|
---|---|---|
Verslagjaar: 2012 |
Programma- en apparaatskosten |
|
1 |
Interim management |
82 |
2 |
Organisatie- en formatieadvies |
0 |
3 |
Beleidsadvies |
0 |
4 |
Communicatieadvisering |
13 |
Beleidsgevoelig (ad 1 t/m 4) |
95 |
|
5 |
Juridisch advies |
310 |
6 |
Advisering opdrachtgevers automatisering |
45 |
7 |
Accountancy, financiën en administratieve organisatie |
0 |
(Beleids) ondersteuning (ad 5 t/m 7) |
355 |
|
8 |
Uitzendkrachten |
1.543 |
Ondersteuning bedrijfsvoering |
1.898 |
|
Totaal uitgaven inhuur externen |
1.993 |
Toelichting:
De totale uitgaven voor het ambtelijk personeel AZ (inclusief DPC) bedroegen afgerond € 27.611. De totale uitgaven voor inhuur externen bedroegen in 2012: 6,7% van de totale personeelsuitgaven.
Rapportage overschrijding maximumuurtarief externe inhuur buiten mantelcontracten
In onderstaande tabel wordt weergegeven in hoeveel gevallen in 2012 door het ministerie (in Nederland) buiten de mantelcontracten om externe krachten zijn ingehuurd boven het voor de organisaties van het rijk afgesproken maximumuurtarief van € 225 (exclusief BTW).
Inhuur externen buiten mantelcontracten |
2012 |
---|---|
Aantal overschrijdingen maximumuurtarief |
0 |