Ontvangen 25 juni 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel M, wordt in onderdeel f, na «de NTR» ingevoegd: of een omroeporganisatie die een erkenning als bedoeld in artikel 2.23, eerste lid, heeft verkregen en waarmee zij overeenstemming heeft bereikt.
II
In artikel I, onderdeel Q, punt 1, wordt in onderdeel c, na «de NTR» ingevoegd: of een omroeporganisatie.
III
In artikel I, onderdeel HH, artikel 2.56, onderdeel b van het eerste en tweede lid, wordt steeds na «voor de NTR benoemde lid» ingevoegd: of het voor de omroeporganisatie, bedoeld in artikel 2.26, eerste lid, onderdeel f, benoemde lid.
IV
In artikel I, onderdeel JJ, wordt in het vierde lid na «De NTR» ingevoegd «en omroeporganisaties,» en wordt «draagt» vervangen door: dragen.
V
In artikel I, onderdeel III, artikel 2.152a, tweede lid, wordt «De NTR ontvangt» vervangen door: De NTR en de omroeporganisaties, bedoeld in artikel 2.26, eerste lid, onderdeel f, ontvangen.
VI
In artikel I, onderdeel LLL, punt 1, wordt «De NTR ontvangt» vervangen door: De NTR en de omroeporganisaties, bedoeld in artikel 2.26, eerste lid, onderdeel f, ontvangen.
In artikel 2.26 wordt onder meer bepaald dat een omroep slechts in aanmerking komt voor voorlopige erkenning, die de verzorging van haar media-aanbod opdraagt aan de NTR. Na de eerste aspirant-periode van vijf jaar moet de omroep, als deze een positieve beoordeling krijgt voor toegevoegde waarde en het ledenaantal, aansluiting vinden bij een erkende omroeporganisatie. Volgens de regering hebben nieuwkomers over het algemeen nog geen ervaring met het verzorgen van media-aanbod voor de publieke omroep. Zij moeten bovendien iets «nieuws» brengen vanuit hun identiteit en moeten dat waarmaken in de aspirant-periode. Deze opdracht zou volgens de regering in de knel komen als ze meteen bij een omroep moeten aansluiten waarmee ze in één samenwerkingsomroep moeten optrekken. De NTR zou in de aspirant-periode van vijf jaar een betere optie zijn vanwege de «neutraliteit». Indiener is echter van oordeel dat een aspirant omroepvereniging zelf de vrije keuze moet kunnen maken, of aansluiting gezocht wordt bij de NTR, ofwel bij een erkende omroeporganisatie waarmee overeenstemming is bereikt.
Derhalve regelt dit amendement dat het voor nieuwkomers met een voorlopige erkenning tevens mogelijk wordt het media-aanbod te laten verzorgen door erkende omroeporganisaties. In verband hiermee wordt tevens het beheer van de bedragen die gemoeid zijn met de bekostiging van deze nieuwkomers, die in het wetsvoorstel bij de NTR wordt gelegd in verband met de verzorging van het media-aanbod voor de nieuwkomers (zie Kamerstukken II 2012/13, 33 541, nr. 3, p. 35), bij deze omroeporganisaties gelegd.
Klein