Ontvangen 2 mei 2013
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel C, vierde lid, komt als volgt te luiden:
4. Onder vervanging van een punt aan het eind van onderdeel i door een komma worden drie nieuwe onderdelen toegevoegd, luidende:
j. het uitvoeren van experimenten op grond van artikel 186, eerste en tweede lid, en het opstellen van het verslag over de doeltreffendheid en de effecten van experimenten op grond van artikel 186, derde lid,
k. het uitvoeren van de op grond van artikel 4b, eerste lid, onderdeel r, opgedragen taken,
l. verstrekkingen waarbij inning van het tarief meer kost dan het te innen tarief.
B
In artikel I, onderdeel H, komt artikel 50, eerste lid, als volgt te luiden:
1. De aanvrager van een tenaamstelling verschijnt persoonlijk bij een erkende instantie als bedoeld in de artikelen 61a, eerste lid, of 62, eerste lid, of een daartoe door de Dienst Wegverkeer aangewezen vestiging van deze dienst.
C
Artikel I, onderdeel Z, vervalt.
Onderdeel A
Abusievelijk was in het verleden in artikel 35, tweede lid, van het Kentekenreglement een grondslag opgenomen voor het uit het tarief, dat moet worden betaald voor de aanvraag van een kentekenbewijs (na inwerkingtreding van het wetsvoorstel: voor de aanvraag van een inschrijving- of een tenaamstelling), kunnen bekostigen van bepaalde verstrekkingen van gegevens uit het kentekenregister. Het gaat hierbij om die verstrekkingen waarvan de inning van het tarief meer kost dan het tarief dat daarvoor in rekening zou moeten worden gebracht. Als voorbeelden kunnen worden genoemd de online-verstrekking van voertuiggegevens via de website van de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW). Deze grondslag dient echter te worden opgenomen in de Wegenverkeerswet 1994. Met de toevoeging van het nieuwe onderdeel l aan het tweede lid van artikel 4q wordt deze fout hersteld.
Onderdeel B
Dit betreft het herstel van een redactionele fout. Abusievelijk was in de tekst van artikel 50, eerste lid, opgenomen dat de aanvrager van een tenaamstelling kan verschijnen bij een bij ministeriële regeling aan te wijzen erkend bedrijf tenaamstelling. Echter, in het systeem zoals het wordt geïntroduceerd in onderhavig wetsvoorstel is niet langer sprake van een systeem van bij ministeriële regeling aan te wijzen instanties, maar van erkende instanties. Tevens zijn er meer instanties dan alleen de erkende bedrijven tenaamstelling waar men terecht kant.
De instanties waarbij een tenaamstelling kan worden aangevraagd zijn, na inwerkingtreding van het wetsvoorstel, de erkende bedrijven tenaamstelling (op grond van artikel 61, eerste lid), de erkende bedrijven bedrijfsvoorraad (op grond van artikel 62, eerste lid) en de daartoe door de RDW aangewezen vestigingen van de RDW. Al deze instanties worden thans genoemd in artikel 50, eerste lid en er wordt niet langer verwezen naar bij ministeriële regeling aan te wijzen instanties.
Onderdeel C
Na inwerkingtreding van het wetsvoorstel zal voor binnenlands gebruik nog slechts gebruik worden gemaakt van de kentekencard. Enkel voor het geval een voertuig wordt geëxporteerd dient de eigenaar van het voertuig te beschikken over een kentekenbewijs deel II, dat door de RDW voor dat doel wordt uitgereikt op het moment dat het voertuig wordt aangemeld voor export. Na de exportmelding mag met het voor export bestemde voertuig nog gedurende korte tijd op de weg worden gereden en dient derhalve ook het kentekenbewijs deel II te kunnen worden getoond. Om die reden dient in artikel 160 van de wet te de zinsnede «de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen delen daarvan» te blijven staan. Artikel Z van het wetsvoorstel vervalt daarom.
De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus