Vastgesteld 1 maart 2013
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
1. |
Inleiding |
1 |
2. |
Samenvoeging gemeenten Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, Skarsterlân |
3 |
3. |
Opheffing en splitsing van Boarnsterhim |
7 |
4. |
Friese taal |
10 |
5. |
Overige aspecten |
10 |
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot wijziging van de gemeentelijke indeling in een deel van de provincie Fryslân. Zij constateren dat het een vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Gaasterlân-Sleat, Lemsterland en Skarsterlân tot de nieuw te vormen gemeente De Friese Meren betreft. Daarnaast wordt de huidige gemeente Boarnsterhim opgeheven en vervolgens gesplitst door het grondgebied aan een aantal aangrenzende gemeenten toe te voegen. Ook gedeputeerde staten van Friesland zijn positief over deze herindeling. Graag willen de leden van de VVD-fractie de regering nog een vraag stellen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel voor de wijziging van de gemeentelijke indeling in een deel van de provincie Fryslân. Het betreft hier een atypische gemeentelijke herindeling, doordat twee afzonderlijk voorbereidde herindelingstrajecten in dit wetsvoorstel samenkomen en doordat één gemeente opgeheven wordt en het grondgebied gesplitst wordt tussen vier gemeenten.
De leden van de PvdA-fractie zien uit naar een spoedig antwoord op deze vragen, zodat het wetsvoorstel behandeld kan worden en de gemeenten duidelijkheid krijgen om de herindelingen verder voor te bereiden.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Wijziging van de gemeentelijke indeling in een deel van de provincie Fryslân.
De leden van de SP-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van dit voorstel voor gemeentelijke herindeling. Deze leden constateren dat in 1984 een grootschalige herindeling heeft plaatsgevonden, die destijds door de regering als duurzaam en noodzakelijk werd gepresenteerd. Dat geldt ook voor de gemeente Boarnsterhim, die in dit voorstel echter opnieuw wordt gesplitst. Ook constateren deze leden dat de zeer recente herindeling in Súdwest-Fryslân nu alweer wordt aangepast.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van voorliggend wetsvoorstel. Deze leden zijn zeer ingenomen met het feit dat de wens om tot herindeling te komen, grotendeels «van onderop» en vrijwillig tot stand is gekomen. Dat is, wat de leden van de CDA-fractie betreft, nog altijd de wijze waarop herindelingen tot stand dienen te komen: omdat de bewoners er het nut en de noodzaak van inzien en zich er in positieve zin mee kunnen verenigen.
De voorgestelde herindeling betreft samenvoegingen, splitsingen en grens-wijzigingen ineens. Een bijzonder, creatief proces, waarop de wet- en regelgeving niet toegesneden lijkt te zijn. Zo blijkt deze wijze van herindelen bijzondere kosten met zich mee te brengen die niet gemaakt hoeven te worden wanneer niet eerst gesplitst en vervolgens anderszins samengevoegd wordt. Een eerste vraag van de leden van de CDA-fractie is daarom ook, of en hoe de regering tegemoetkomt in de extra kosten die zijn gemaakt of nog moeten worden gemaakt, om de voorliggende herindeling te vervolmaken. Zij stellen deze vraag in de financiële paragrafen van dit verslag aan de orde.
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de beoogde wijziging van de gemeentelijke indeling in een deel van de provincie Fryslân. Wel hebben deze leden enkele vragen over de gevolgde procedure, met name betreffende de dorpen Haskerdijken en Nieuwebrug,
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel. Zij constateren dat het een vrijwillige samenvoeging van de gemeenten betreft. Genoemde leden stellen vragen bij de grenscorrectie tussen de gemeenten Skarsterlân en Heerenveen en de negatieve financiële prikkel die optreedt bij een herindeling.
Met belangstelling hebben de leden van de SGP-fractie kennis genomen van het wetsvoorstel om tot gemeentelijke herindeling over te gaan in Friesland. Bij de beoordeling van wetsvoorstellen tot herindeling speelt de mate van vrijwilligheid van de herindeling voor deze leden een grote rol.
De Tweede Kamer moet het proces van herindeling beoordelen, zo merken de leden van de SP-fractie op. Dit kan ook leiden tot een negatief oordeel, zo heeft het recente verleden laten zien. De Tweede Kamer kan haar werk alleen doen als in de voorbereiding tot een herindeling geen onomkeerbare stappen worden genomen. Dat is hier niet het geval, zo constateren de leden van de fractie van de SP. De gemeentehuizen van Lemsterland en Gaasterlân-Sleat zijn al gesloten en ambtelijke diensten zijn al samengevoegd. Commissies van gemeenten zijn samengevoegd en de begroting wordt gemeenschappelijk vastgesteld. Ook in de communicatie naar de inwoners wordt al geruime tijd gesuggereerd dat de nieuwe gemeente al een feit is. Dit is een ernstige miskenning van de positie van de Tweede Kamer en maakt de controlerende rol van het parlement onmogelijk. Waarom heeft de regering toegestaan dat de Tweede Kamer op deze wijze voor het blok wordt gezet? Waarom acht hij het aanvaardbaar dat de controlerende taak van het parlement op deze manier onmogelijk wordt gemaakt?
Wanneer de leden van de CDA-fractie de voorstellen tot samenvoeging van Gaasterlân-Sleat, Lemsterland en Skarsterlân beschouwen, dan kunnen zij daar louter lovend over zijn. Het is de wens van de bevolking, goed voorbereid en besproken en een ieder ziet hier het nut en de noodzaak van in. Er zal een krachtige, middelgrote gemeente ontstaan uit verschillende gelijk geaarde gemeenschappen (plattelandsgemeenschappen, met veel MKB-bedrijven en een sterke recreatieve sector) hetgeen de mensen vertrouwen geeft in een goede toekomst.
Nu de nieuwe gemeente De Friese Meren 51 kernen zal tellen, vragen de leden van de SGP-fractie zich af of een dergelijk groot aantal kernen het gemeentebestuur van de nieuw te vormen gemeente het niet onmogelijk maakt om herkenbaar en bereikbaar te zijn voor de inwoners uit de verschillende kernen. Is er niet sprake van een te groot aantal kernen?
Ook vragen deze leden zich af of er bij de nieuw te vormen gemeente De Friese Meren spraken is van een gezamenlijk ervaren identiteit en oriëntatie van de inwoners van de verschillende dorpen van deze gemeente.
Van het wetsvoorstel, zo merken de leden van de VVD-fractie op, maakt ook deel uit een kleine wijziging in het grensbeloop tussen de gemeente Heerenveen en de op te heffen gemeente Skarsterlân, waarbij het grondgebied van de gemeente Heerenveen wordt uitgebreid. Deze grenscorrectie tussen Skarsterlân en Heerenveen lag niet besloten in het oorspronkelijke herindelingsontwerp dat ter inzage is gelegd. Hoewel er later een aanvullende zienswijzenprocedure is gevolgd, vragen de leden van de VVD-fractie de regering hier nader op in te gaan. Wat betekent deze handelwijze voor de geldigheid van de herindelingsprocedure? In hoeverre voldoet de gevoerde procedure nu aan de eisen van de Arhi-wet? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
Het grootste pijnpunt in de herindeling van de Friese Meren is, naar de indruk van de leden van de PvdA-fractie, de grenscorrectie tussen Skarsterlân en Heerenveen, die niet in het herindelingsontwerp stond maar onder druk van de Provincie wel in het uiteindelijk vastgestelde herindelingsplan. Met name de inwoners van Nieuwebrug en Haskerdijken zijn erg ontstemd door deze gang van zaken. De leden van de PvdA-fractie kunnen zich dit ongenoegen goed voorstellen, omdat voor dit besluit de normale zorgvuldige procedure aan de kant gezet is. De minister van BZK heeft dit proberen te ondervangen door een extra mogelijkheid in te bouwen om zienswijzen in te dienen, wat deze leden waarderen. Deze leden willen echter graag van de regering weten welke lessen getrokken worden uit de manier waarop deze grenscorrectie tot stand gekomen is en wat dit leert over de juiste positie van de provincie in dit proces. Daarnaast willen de leden van de PvdA-fractie graag van de regering horen of zij van mening is dat met de extra mogelijkheid om zienswijzen in te dienen de onvolkomenheden in de procedure opgelost zijn en of er nog andere mogelijkheden zijn de weg te nemen.
Ook willen de leden van de PvdA-fractie graag van de regering weten op welke manier de gemeente Heerenveen de identiteit van Haskerdijken en Nieuwebrug wil beschermen en respecteren en wat de gemeente gedaan heeft om de verstandhouding te verbeteren.
Voor de gemeente Heerenveen zal in dit voorstel een grenscorrectie plaatsvinden, waarbij een gebied met daarin onder meer Nieuwebrug en Haskerdijken bij de gemeente wordt gevoegd. De leden van de SP-fractie hebben begrepen dat de bevolking van deze dorpen in grote meerderheid niet instemt met samenvoeging met Heerenveen. Deze leden constateren tevens dat voor deze grenscorrectie niet de gebruikelijke Ahri-procedure is gevolgd. Deze leden hebben het gevoel dat deze dorpen worden gebruikt als «wisselgeld» om de voorgestelde herindeling voor de gemeente Heerenveen, die kritisch is over dit voorstel, alsnog acceptabel te maken. Deze leden zouden graag zien dat deze voor de inwoners opgelegde grenscorrectie alsnog ongedaan wordt gemaakt.
De grootste zorg van de leden van de CDA-fractie bij dit voorstel tot herindeling betreft de grenscorrectie. Hierover hebben hen verontrustende geluiden bereikt. Inwoners van een tweetal dorpen, thans behorende bij Skarsterlân, zijn zeer ontstemd over de voorgestelde grenscorrectie. Zij voelen zich zeer onheus bejegend en geven aan dat de procedure jegens hen niet naar behoren is gevoerd. De leden van de CDA-fractie hebben oor voor hun argumenten en vragen de regering beargumenteerd in te gaan op hun zienswijze. De bewoners zijn indertijd overvallen door de voorgestelde grenscorrectie en hebben niet het gevoel dat hun zorgen en bezwaren serieus zijn genomen. De herindeling is dan wel enigszins getemporiseerd, maar op hun bezwaren is inhoudelijk niet ingegaan. De leden van de CDA-fractie zijn geraakt door de grieven van de insprekers op de hoorzitting en willen dat aan hen recht gedaan wordt. Deze leden hebben dermate veel weerstand ontmoet tegen de voorgestelde grenscorrectie, dat zij niet langer de mening zijn toegedaan dat gezegd kan worden dat dit deel van de herindeling «van onderop» is gekomen en dat men er het nut en de noodzaak van inziet, integendeel. De leden van de CDA-fractie hebben uit de hoorzitting het gevoel meegenomen dat hier opnieuw naar moet worden gekeken. Genoemde leden willen weten wat de echte wens van de mensen is die nu nog wonen in de gemeente Skarsterlân, maar die straks bij Heerenveen horen. Daar voelen vele inwoners zich niet senang bij. Zij willen bij de Friese Meren horen, daar lijkt vele malen meer draagvlak voor te bestaan. De nodale argumenten, de mogelijke geografische logica, gaat voorbij aan de gevoelens van identiteit en saamhorigheid. De maatschappelijke verbanden wegen voor de inwoners zwaarder dan de zogenaamde maatschappelijke oriëntatie. Over welke weg zij rijden en waar zij in het weekeinde plegen te winkelen, is voor de inwoners van ondergeschikt belang aan de wijze waarop hun verenigingsleven en hun vrijwilligerswerk is gevormd en georganiseerd. Laten dit nu juist aspecten zijn waaraan de leden van de CDA-fractie veel waarde hechten. Deze leden verzoeken de regering daarom, zoals gezegd, deze grenscorrectie te heroverwegen, de bewoners te (laten) raadplegen en met een open blik te beoordelen wat nu voor de bewoners van de dorpen het beste zou zijn.
De leden van de D66-fractie constateren dat in de Memorie van Toelichting de suggestie wordt gewekt dat de grenscorrectie waarbij de dorpen Haskerdijken en Nieuwebrug zijn betrokken procedureel zorgvuldig tot stand is gekomen. Deze leden menen echter dat de ingebrachte bezwaren van inwoners onvoldoende worden geadresseerd. Deze leden vragen daarom een nadere reactie op:
– de bezwaren dat er geen sprake is van logische gebiedsaansluiting;
– het ontbreken in de argumentatie van een duidelijke noodzaak om te komen tot een grenscorrectie;
– het feit dat binnen zeven kalenderdagen door de provincie besloten is tot de grenscorrectie, zonder dat er een plan ter inzage is gelegd en zonder dat er zienswijzen zijn gewogen;
– het niet toezenden van opgevraagde documenten betreffende de grenscorrectie;
Deze leden vragen hierbij nadrukkelijk aan de regering om zorgen rondom een mogelijk onzorgvuldig uitgevoerde procedure weg te nemen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennis genomen van het oorspronkelijke herindelingsadvies waarbij de dorpen Haskerdijken en Nieuwebrug deel uit zouden maken van de gemeente De Friese Meren en het latere voorstel tot een grenscorrectie. Genoemde leden zijn niet overtuigd door de overwegingen in de Memorie van Toelichting voor deze grenscorrectie en hebben vragen bij het proces. Deze leden constateren dat er veel bezwaren leven in de betreffende dorpen en dat het voorstel ook een financiële consequentie heeft voor de betrokken gemeenten. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen de regering om de gevolgde procedure te beschrijven, te vergelijken met de reguliere procedure en hierbij tevens in te gaan op het aspect dat dit gedeelte van het proces niet van onderaf gevoerd is.
De leden van de SGP-fractie constateren dat er met name bezwaren zijn bij de inwoners van de kernen die niet meegaan met de gemeente Skarsterlân, maar gevoegd worden bij Heerenveen. Graag vernemen deze leden hoe de regering tot de stelling komt dat de inwoners meer georiënteerd zijn op Heerenveen. Delen de inwoners die opvatting? Heeft de grenscorrectie concrete financiële of andere gevolgen voor de inwoners van de betrokken dorpen?
De leden van de SP-fractie constateren dat op dit moment discussies gaande zijn over andere herindelingen in Fryslân, die gevolgen zullen hebben voor de gemeenten die bij deze herindeling zijn betrokken. Zij wijzen onder meer op ontwikkelingen in Harlingen, Littenseradiel, Leeuwarderadiel en Ferwerder-adiel, maar ook op discussies in andere gemeenten. Deze leden vinden het onverantwoord dat op een zo’n rommelige wijze met het lokale bestuur in Fryslân wordt omgesprongen. Zij vragen de regering een integrale visie op het lokale bestuur in Fryslân, waarin de regering duidelijkheid schept over duurzame gemeenten, de verdeling van taken tussen gemeenten en provincies en de betrokkenheid van burgers bij de inrichting van de lokale democratie.
De leden van de fractie van de SP zijn van mening dat een stad ook een gemeente hoort te zijn. Zij vragen de regering door hoeveel gemeenten de Elfstedentocht na de voorgenomen herindeling nog zal gaan. Klopt het dat we nu eigenlijk al zouden moeten spreken van een Zesstedentocht? Wat zijn de verdere plannen in Fryslân? Schaatsen we over een aantal jaar de Duostedentocht? Of heet het dan al de Soloprovincietour?
De leden van de fractie van de SP constateren dat in Fryslân steeds grotere gemeenten ontstaan, bestaande uit tientallen kernen. De nieuwe gemeente De Friese Meren zal bestaan uit 51 kernen, met ongeveer 50.000 inwoners. De recent heringedeelde gemeente Súdwest-Fryslân heeft nu 69 kernen, na de voorgenomen herindeling zouden dit er 73 worden. Toch zou deze gemeente daarmee nog niet in de buurt komen van de 100.000 inwoners, zoals de regering voor ogen staat. Erkent de regering met deze leden dat gemeenten van 100.000 inwoners voor de provincie Fryslân, met zoveel kleine kernen, niet haalbaar is? Ziet hij met deze leden dat de discussie over gemeenten met minimaal 100.000 inwoners in Fryslân zal leiden tot blijvende onrust over de inrichting van de lokale democratie?
2.4.1.1. Lokaal bestuurlijk draagvlak
De leden van de SGP-fractie willen graag van de regering vernemen hoe de stemverhouding was in de gemeenteraden van de verschillende betrokken gemeenten. Wat waren voor de tegenstanders de belangrijkste overwegingen om het voorstel niet te steunen?
2.4.1.2. Maatschappelijk draagvlak
Van wie is de lokale democratie, zo vragen de leden van de SP-fractie. Waarom hebben de gemeenten niet gekozen voor een volksraadpleging? Zijn zij bereid dit alsnog te doen?
2.4.4.1. Duurzaamheid
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de drie gemeenten die gevormd worden met dit wetsvoorstel, De Friese Meren, Heerenveen en Leeuwarden respectievelijk ruim 50.000, een kleine 50.000 en ruim 100.000 inwoners zullen hebben. Dit rechtvaardigt in de ogen van deze leden de vraag in hoeverre de nieuwe gemeenten duurzaam zijn, ook in het licht van de lange-termijn doelstelling van de regering om met maatwerking gemeenten van meer dan 100.000 inwoners te creëren. Kan de regering aangeven of de nieuw te vormen gemeenten passen in het lange-termijn perspectief dat de regering nu voor ogen staat en hoe de bevolkingsdichtheid daarbij meegewogen wordt.
De duurzaamheid van de nieuwe gemeenten is voor de leden van de PvdA-fractie belangrijk in verband met komende herindelingen in de provincie Fryslân onder andere rond Leeuwarden. Daarom zouden deze leden graag van de regering willen weten hoe ze aankijkt tegen het vooruitzicht dat de Friese gemeenten de komende jaren meerdere keren met herindelingen geconfronteerd worden.
De leden van de D66-fractie vragen of de nieuwe gemeente met ruim 50.000 inwoners op korte termijn een volgende fusie moet overwegen in verband met de plannen van de regering om zo veel mogelijk 100.000-plus gemeenten te realiseren.
De leden van de SGP-fractie constateren dat de regering voornemens is om over te gaan tot een grootschalige herindeling naar gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. Over de nieuw te vormen gemeente wordt gezegd dat het een «robuuste gemeente is met ruim 50.000 inwoners». Graag vernemen zij van de regering hoe dit voorstel zich verhoudt tot de plannen van de regering om te komen tot een veel forsere herindeling. Moeten deze gemeenten er rekening mee houden dat zij binnen vijf jaar weer betrokken worden bij een grootschalige herindeling? Wat is de visie van de regering op de wenselijkheid daarvan? Is de nieuwe gemeente dan toch niet robuust genoeg en onvoldoende berekend op de toekomstige taken?
2.4.4.3. Evenwichtige regionale bestuurlijke verhoudingen
Het ontstaan van de supergemeente Súdwest-Fryslân heeft, zo constateren de leden van de fractie van de SP, druk gezet op de bestuurlijke verhoudingen in Fryslân. Dit heeft, zo menen deze leden, ook druk gezet op de discussie over de juiste schaalgrootte van het lokale bestuur in de provincie. Waarom acht de regering dit een juiste manier van handelen? Waarom kiest hij voor de strategie om in een gebied eerst één reusachtige gemeente te creëren en daarmee omliggende gemeenten voor voldongen feiten te plaatsen?
De regering geeft aan, stellen de leden van de SP-fractie vast, dat de nieuwe gemeente De Friese Meren € 1,2 mln. minder zal ontvangen in de algemene uitkering uit het gemeentefonds dan nu het geval is bij de som van de algemene uitkeringen. Hij verwacht dat deze structurele verlaging opgevangen kan worden door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere efficiencyvoordelen. Waarop is deze verwachting gebaseerd, zo vragen de leden van de fractie van de SP? Hoe rijmt de regering zijn conclusie dat de nieuwe gemeente met minder geld toekan met recent onderzoek van de universiteit Groningen, waaruit blijkt gemeentelijke herindelingen geen besparingen opleveren?
De leden van de CDA-fractie vragen, zoals in het voorafgaande reeds opgemerkt, of en hoe de regering tegemoetkomt in de extra kosten die zijn gemaakt of nog moeten worden gemaakt, om de voorliggende herindeling te vervolmaken.
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de nieuw te vormen gemeente De Friese Meren een lagere uitkering zal ontvangen uit het Gemeentefonds, zowel door de vermindering van het basisbedrag als de vermindering van de uitkering voor IJsselmeergemeenten. Deze leden zijn van mening dat het een negatieve prikkel is voor gemeenten die zelf het besluit nemen tot samenvoegen en zij vragen de regering om een reactie. Daarbij verzoeken zij de regering om tevens in algemene zin een bredere visie te geven op de negatieve financiële prikkel voor gemeenten die een samenvoeging overwegen.
Door de opsplitsing van de gemeente Boarnsterhim is de situatie voor het gemeenteapparaat van deze gemeente minder duidelijk dan bij een samenvoeging van gemeenten. Daarom willen de leden van de PvdA-fractie weten hoe het apparaat van Boarnsterhim overgaat inclusief grenscorrecties.
Het is de leden van de PvdA-fractie opgevallen dat er momenteel nog een discussie speelt over een vrij fundamentele wijziging van het bestemmingsplan in Terherne, waar nog door de gemeente Boarnsterhim aan gewerkt wordt. Deze leden willen graag weten of het gebruikelijk is dat dit soort belangrijke beslissingen nog door de oude gemeente genomen worden en of hierbij rekening gehouden wordt met de wensen van de nieuwe gemeente De Friese Meren waar Terherne onder zal gaan vallen.
Kan de regering nog eens uitleggen waarom in 1984 de samenvoeging van Idaarderadeel, Rauwerderhem en Utingeradeel zo’n goed idee was, zo vragen de leden van de SP-fractie. Waarom was dit ook alweer zo’n duurzame oplossing? Wat kunnen we volgens de regering leren van de ervaringen in Boarnsterhim voor de nieuw te vormen supergemeenten in Fryslân? De regering geeft toe dat er geen representatief onderzoek is gehouden naar het maatschappelijk draagvlak voor deze herindeling. Wel zou er sprake zijn geweest van een gedegen vorm van burgerbetrokkenheid over de bestuurlijke toekomst van de gemeente. Hoe komt de regering tot deze conclusie? Op welke manier is gemeten of er voldoende draagvlak is? Hoe denken de inwoners van de verschillende dorpen, die in dit voorstel bij verschillende gemeenten worden ondergebracht, over het voorstel en de uiteindelijke bestemming van hun dorp?
De opheffing en opsplitsing van Boarnsterhim had geen plezierige aanleiding (artikel 12-gemeente), maar het verloop ervan is des te gunstiger, zo hebben de leden van de CDA-fractie van bestuurders, volksvertegenwoordigers en ingezetenen begrepen. De enige zorg betreft de aandacht voor het nationaal park «De Âlde Feanen». Het gebied wordt bij Leeuwarden gevoegd, een stad, hetgeen direct de vraag deed rijzen of een stad wel voldoende gevoel zou hebben, oog zou hebben, voor het bijzondere gebied waarin natuur en recreatie centraal staan. De leden van de CDA-fractie hebben begrepen dat hiervoor, door de huidige gemeenteraad, speciale aandacht is gevraagd bij het college van B. en W. en de raad van Leeuwarden en zij zijn gerustgesteld. Ook hebben de inwoners van de betrokken dorpen in en om het gebied (Wergea, Warten en Warstiens) uitdrukkelijk om indeling van het gehele gebied bij Leeuwarden gevraagd. Inmiddels is er, zo begrijpen deze leden, tussen de drie betrokken gemeenten een bestuursakkoord gesloten over het beheer van het gebied. Niettemin vragen de leden van de CDA-fractie de regering hiervoor ook aandacht te vragen bij zijn collegae waar het gaat om de belangen van natuur en recreatie van zo’n bijzonder gebied.
Tijdens de hoorzitting en uit de schriftelijke zienswijzen, is de leden van de CDA-fractie gebleken dat de eilandbewoners van De Burd nog niet tevreden zijn, integendeel. Door de aanleg van het Prinses Margrietkanaal is een eiland ontstaan, waardoor de bewoners en de recreanten aangewezen zijn op een pont. De bewoners geven aan, gestaafd met de nodige bewijsstukken, dat met hen was afgesproken dat zij niet de dupe zouden worden van de aanleg van het kanaal. De situatie is momenteel zo dat de bewoners hiervoor hoge kosten moeten betalen. Het gaat, zo hebben de leden van de CDA-fractie begrepen, om honderden euro’s per jaar. Ook bezoekers moeten een bijdrage betalen, waardoor bv. een bezoek aan grootouders al snel in de papieren loopt. Deze onwenselijke situatie is nog altijd niet naar ieders tevredenheid opgelost en de eilandbewoners hechten eraan duidelijkheid te krijgen alvorens zij worden betrokken in de herindeling. De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat hun verzoek terecht is en vragen de regering hoe hij de ontstane situatie beoordeelt, of hij hierin iets wil en kan ondernemen en zo ja, wat.
Tot slot vragen deze leden, op welke wijze een versnelde herindeling mogelijk is, die lokaal zeer gewenst wordt. Zij noemen als voorbeeld ’s-Hertogenbosch en ommelanden en Leeuwarderadeel en Leeuwarden.
De leden van de SGP-fractie constateren dat het bijzonder is dat een gemeenteraad besluit om de eigen gemeente te splitsen. Zij vragen zich af of hieruit de conclusie kan worden getrokken dat de desbetreffende samenvoeging in de jaren tachtig niet als gelukkig kan worden beoordeeld. Was er toen sprake van een herindeling van onderaf of betrof het een schaalvergroting in verband met extra taken die de gemeente zou krijgen?
Meer in het algemeen vragen zij zich af in hoeverre hier volgens de regering lessen uit zijn te trekken over de noodzaak om bij herindeling in het algemeen te kijken naar oriëntatie van de inwoners op buurgemeenten en de identiteit van de gemeenten. Is dat ook het voornemen van de regering rond de plannen voor grootschalige herindeling? Vindt de regering draagvlak en interne samenhang van de gemeenten een belangrijk gegeven?
3.4.1.2. Maatschappelijk draagvlak
De leden van de PVV-fractie vragen zich af waarom er geen referendum of volksraadpleging heeft plaatsgevonden en zouden graag vernemen wat de overwegingen waren om geen referendum uit te schrijven. Zij vragen zich daarnaast af welk percentage van de inwoners voor de herindelingen is en zouden dit graag van de regering vernemen.
3.4.4.1. Duurzaamheid
De regering geeft aan dat er twee nieuwe gemeenten ontstaan die door de toename van het inwonertal bestuurlijk en ambtelijk een professionaliseringsslag kunnen maken. De leden van de SGP-fractie vragen zich af in hoeverre dit een logische veronderstelling is. Zijn er niet op zijn minst meer factoren te noemen die ervoor zorgen dat een gemeente al dan niet professioneel is? Gaat niet juist bij het groter worden van gemeenten de daadkracht en de betrokkenheid bij de burgers achteruit, omdat het bestuur veel verder van burgers af komt te staan en er ambtelijk veel meer intern overleg noodzakelijk is?
De leden van de PvdA-fractie constateren dat de betaling van de maatstaf herindeling voor Boarnsterhim enkel aan de gemeente Leeuwarden betaalt wordt. Deze leden willen graag weten wat hier de logica achter is. Hebben de andere gemeenten, met name Heerenveen niet ook kosten aan de herindeling gemaakt en worden zij hier ook voor gecompenseerd? Ook willen de leden van de PvdA-fractie van de regering weten of de huidige vergoeding, de met name gebaseerd is op het aantal op te heffen gemeenten aansluit bij de kosten die door de betrokken gemeenten gemaakt worden. Dit met name ook met het oog op het feit dat er met splitsing nauwelijks ervaring bestaat in Nederland.
Uit de ervaring van de betrokken gemeenten is gebleken dat het bij splitsing extra lastig is om reeds bij het ontstaan van de nieuwe gemeenten overal uniforme tarieven te hebben voor de dienstverlening, terwijl dat wel wenselijk is. De leden van de PvdA-fractie willen graag van de regering weten welke oplossingen hiervoor zijn.
De nieuwe gemeente Leeuwarden zal bij de herindeling een uitkering ontvangen op grond van de maatstaf herindeling. De leden van de fractie van de SP is niet duidelijk waarom alleen Leeuwarden in aanmerking komt voor een dergelijke uitkering, aangezien ook de gemeenten Heerenveen, De Friese Meren en Súdwest-Fryslân een deel van Boarnsterhim toegevoegd krijgen en onderdeel zijn van dezelfde herindeling.
De leden van de CDA-fractie vragen, zoals in het voorafgaande reeds opgemerkt, of en hoe de regering tegemoetkomt in de extra kosten die zijn gemaakt of nog moeten worden gemaakt, om de voorliggende herindeling te vervolmaken.
Bij de vorming van de gemeente Súdwest-Fryslân hebben het Rijk en de provincie een overeenkomst gesloten met de fuserende gemeenten over het Friese taalbeleid. De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd of hieraan ook in de voorliggende herindelingsgemeenten behoefte bestaat en hoe de regering dit beoordeelt.
De leden van de SGP-fractie vinden het een goede zaak dat er aandacht wordt gegeven aan de Friese Taal. Zij vernemen graag welke concrete afspraken de regering voornemens is te maken met de betrokken gemeentebesturen en wat dit betekent voor de inwoners van die gemeenten.
De regering streeft ernaar, zo stellen de leden van de SP-fractie vast, de herindeling op 1 januari 2014 in te laten gaan. Dat zou betekenen dat in november 2013 herindelingsverkiezingen moeten plaatsvinden, terwijl enkele maanden later reguliere raadsverkiezingen worden gehouden. De leden van de fractie van de SP vragen waarom niet is gekozen voor een eventuele herindeling op 1 april 2014. Dan zouden deze gemeenten gewoon kunnen meedoen met de reguliere raadsverkiezingen.
De voorzitter van de commissie, Berndsen-Jansen
Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx