Wetsartikelen 1 tot en met 4
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2012 wijzigingen aan te brengen in:
– de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);
– de begrotingsstaat inzake de baten-lastendienst Centrum tot Bevordering van de Import uit ontwikkelingslanden (CBI)
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De minister van Buitenlandse Zaken, F. C. G. M. Timmermans
De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E. M. J. Ploumen
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Eerste suppletoire bij de Ontwerpbegroting 2012 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk. Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld hoofdstuk V (Buitenlandse Zaken) van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Rijk voor het jaar 2012 respectievelijk met EUR 762,4 miljoen te verlagen en EUR 16,4 miljoen te verhogen. Deze mutaties betreffen wijzigingen die ook in de Najaarsnota zijn verwerkt. De kapitaaluitgaven van de baten-lastendienst Centrum tot Bevordering van de Import uit ontwikkelingslanden (CBI) stijgen met EUR 1,95 miljoen. Dit wordt veroorzaakt doordat een deel van het eigen vermogen wordt afgestort aan de eigenaar indachtig de bepaling uit de Regeling baten-lastendienst 2011 artikel 17 lid 4 onder b, waarin staat dat het eigen vermogen gebonden is aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet berekend over de laatste drie jaar.
In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS en de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Daarna volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
Per artikel is een tabel opgenomen met de mutaties. De stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 bevat de cijfers uit de ontwerpbegroting zoals gepresenteerd bij Prinsjesdag 2011. De stand 1e suppletoire begroting bevat de cijfers zoals bij 1e suppletoire begroting zijn vastgesteld. De toelichting per beleidsartikel heeft betrekking op de kolom mutaties 2e suppletoire begroting.
Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet van 2001 dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Op uitgavenniveau is voor deze toelichting een norm gehanteerd waarbij voor de beleidsartikelen 1–8 en niet-beleidsartikel 10 afwijkingen van 10% of meer, met een minimum van EUR 2 miljoen, ten opzichte van de ontwerpbegrotingsstand op sub-artikel niveau zijn opgenomen. Voor niet-beleidsartikel 11 is een afwijking van 1% opgenomen. Voor verplichtingen wordt de norm van 10% op artikel niveau aangehouden. Daarnaast zijn de mutaties op veiligheid, goed bestuur en rechtsorde (art. 2.5), noodhulp (art 2.6), afdracht aan de Europese Unie (art 3.1) en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (art 5.4) toegelicht in afwijking op bovenstaande criteria.
Het voorstel is om de uitgaven te verlagen met EUR 762,4 miljoen en de ontvangsten met EUR 16,4 miljoen te verhogen. De belangrijkste reden voor deze verlaging is de daling van de afdracht aan de Europese Unie.
Hieronder volgen de majeure wijzigingen ten opzichte van de stand van de begroting 2012 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken na de eerste suppletoire wetswijziging, gevolgd door een toelichting per mutatie. Alleen de beleidsrelevante mutaties zijn toegelicht.
Artikel |
Mutatie |
|
---|---|---|
2 |
Veiligheid, goed bestuur en rechtsorde in prioritaire gebieden |
– 43,7 |
2 |
Noodhulp |
21,0 |
3 |
Afdracht Europese Unie |
– 749,7 |
3 |
Lagere afroep EOF |
– 32,1 |
4 |
Voedselzekerheid |
56,6 |
4 |
Private sectorontwikkeling |
– 29,9 |
Toelichting
Artikel 2.5
De verlaging met EUR 43,7 miljoen is een saldo. De verlaging wordt in belangrijke mate veroorzaakt door vertraging in het programma Education in Emergencies en teruggave op landenprogramma’s voor wederopbouw in Zuid-Soedan, Afghanistan en Soedan. Tevens zijn er teruggaves op landenprogramma’s goed bestuur (m.n. Suriname, Bolivia, Mozambique). Daarnaast zijn de uitgaven voor het Stabiliteitsfonds ODA verhoogd, vanwege de betaling van de tweede termijn voor de tender Ontmijning. Tevens draagt Nederland bij aan de ondersteuning van het Transitional Solutions Initiative, een samenwerkingsverband van UNHCR, UNDP en Wereldbank voor het verbeteren van de overgang van een noodhulpsituatie naar een meer op ontwikkeling gerichte, permanente status van vluchtelingen.
Artikel 2.6
Dit artikel kent een verhoging vanwege noodhulp aan Zuid-Soedan, Syrië en de Palestijnse gebieden.
Artikel 3.1
De meevaller van EUR 749,7 mln aan de uitgavenkant is het gevolg van nieuwe macro-economische cijfers onder invloed waarvan de Nederlandse afdrachten aan de Unie zijn gedaald en nieuwe realisatiecijfers van de geinde douanrechten. Tevens is de voorziening die bij Miljoenennota was genomen ter dekking van een additionele rekening die de Commissie had aangekondigd grotendeels komen vrij te vallen, omdat de Raad en het Europees Parlement geen overeenstemming konden bereiken over de hoogte van de rekening. Tenslotte vindt in december een verrekening plaats van de afdrachten 1995–2011, onder invloed van statistische correcties op de btw- en bni-grondslagen.
Artikel 3.2
De verlaging van EUR 32,1 mln hangt samen met de lagere afroep van het EOF, waardoor de NL bijdrage is verlaagd, deels waar het conditionele hulp betreft in gebieden waar mensenrechtenschendingen plaatsvinden.
Artikel 4.1
Betreft verhogingen op gebied van voedselzekerheid: versnelling van het GAFSP (Global Agriculture and Food Security Program) en het nieuwe programma MASSIF+ (Micro and Small Enterprise Fund plus). Daarnaast betreft het een verhoging in de uitgaven ten behoeve van CGIAR (Consultative Group on International Agricultural Research) en ASAP (Association of Small African Projects).
Artikel 4.3
De verlaging van EUR 29,9 mln is een saldo. Er is een verhoging vanwege de intensivering van het IFC Global Trade Liquidity Program (GTLP). Daarnaast zijn er verschillende verlagingen. De ontwikkelfase van ORIO-projecten loopt langzamer dan verwacht. Tevens is er vertraging in de uitvoeringsfase vanwege lokale aanbestedingstrajecten. Ook de aanloopfase van de Transitiefaciliteit had meer tijd nodig dan voorzien. Dit geldt ook ten aanzien van innovatieve financiering. Tot slot waren er teruggaves op het ondernemingsklimaatprogramma op de posten (o.a. Rwanda, Mali, Ghana). Het programma PSI (het Private Sector Investeringsprogramma, gericht op de ondersteuning van vernieuwende investeringsprojecten in opkomende markten) kent een neerwaartse bijstelling omdat het aantal gestarte projecten lager is dan aanvankelijk begroot.
Voor 2012 is de omvang van de HGIS, die is gedefinieerd als het saldo van HGIS-uitgaven en HGIS-ontvangsten, sinds de Voorjaarsnota 2012 afgenomen met EUR 154,1 miljoen. In de hierna volgende tabellen zijn de wijzigingen in uitgaven en ontvangsten uitgesplitst in de tijd.
Totaal |
Wv. ODA |
|
---|---|---|
Uitgaven VJN 2012 |
5 864,1 |
4 317,2 |
mutatie MJN 2013 (vermoedelijke uitkomsten 2012) |
3,5 |
8,8 |
mutatie NJN 2012 |
– 157,2 |
0,4 |
Totaal mutaties |
– 153,6 |
9,2 |
Uitgaven NJN 2012 |
5 710,5 |
4 326,4 |
Totaal |
|
---|---|
Ontvangsten VJN 2012 |
138,4 |
mutatie MJN 2013 (vermoedelijke uitkomsten 2012) |
0,0 |
mutatie NJN 2012 |
0,4 |
Totaal mutaties |
0,4 |
Ontvangsten NJN 2012 |
138,8 |
De wijzigingen in de omvang van de HGIS als geheel en voor ODA in het bijzonder zijn in het volgende overzicht gespecificeerd naar oorzaak.
Totaal |
Wv. ODA |
|
---|---|---|
Bijstellingen BNP (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA) |
3,3 |
8,8 |
Overboekingen van/naar HGIS |
– 1,9 |
|
Ontvangsten ODA |
0,4 |
|
Verwachte onderuitputting |
– 155,4 |
|
TOTAAL |
– 154,1 |
9,2 |
De omvang van de HGIS neemt per saldo af door overboekingen vanuit de HGIS en door een verwachte onderuitputting op het non-ODA-deel van de HGIS. Deze onderuitputting ontstaat voor EUR 37 miljoen bij BZ (diverse posten waaronder lagere personeelskosten door een lagere bezetting van uitgezonden en lokaal personeel op de posten), Defensie EUR 28 miljoen (uitvoeren crisisbeheersingsoperaties), I&M EUR 50 miljoen (Clean Development Mechanism) en EL&I EUR 32 miljoen (Joint Implementation en diverse internationale programma’s). Het ODA-deel binnen de HGIS neemt met EUR 9,2 mln toe, m.n. vanwege wijziging in de BNP-raming. Voor een toelichting op de mutaties wordt verwezen naar de desbetreffende begrotingsartikelen op de diverse suppletoire begrotingen.
Beleidsartikel 1
Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten Bedragen in EUR 1 000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|
---|---|---|---|---|---|
2012 |
2012 |
2012 |
2012 |
||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (2+3) |
||
Verplichtingen |
95 262 |
108 575 |
– 6 138 |
102 437 |
|
Uitgaven: |
|||||
Programma-uitgaven totaal |
100 562 |
101 671 |
– 5 734 |
95 937 |
|
1.1 |
Een goed functionerende internationale rechtsorde |
51 729 |
53 033 |
– 5 388 |
47 645 |
1.2 |
Bescherming van de rechten van de mens |
48 833 |
48 638 |
– 346 |
48 292 |
Uitgaven
Artikel 1.1
De aanslag voor de verplichte contributie aan het Capital Masterplan van de VN wordt niet in 2012 maar in 2013 verwacht.
Beleidsartikel 2
Beleidsartikel 2 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur Bedragen in EUR 1 000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|
---|---|---|---|---|---|
2012 |
2012 |
2012 |
2012 |
||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (2+3) |
||
Verplichtingen |
870 604 |
972 444 |
61 242 |
1 033 686 |
|
Uitgaven: |
|||||
Programma-uitgaven totaal |
786 801 |
796 479 |
– 15 572 |
780 907 |
|
2.1 |
Goede internationale samenwerking ter bevordering van de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid |
17 779 |
15 318 |
739 |
16 057 |
2.2 |
Bestrijding en terugdringing van het internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit |
500 |
500 |
|
500 |
|
|
|
|||
|
|
|
|
||
2.3 |
Bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens, bevordering van ontwapening, wapenbeheersing en het voeren van een restrictief en transparant wapenexportbeleid |
9 613 |
10 754 |
6 409 |
17 163 |
2.4 |
Het bevorderen van energievoorzienings- en grondstoffenzekerheid |
0 |
0 |
||
2.5 |
Veiligheid, goed bestuur en rechtsorde in prioritaire gebieden |
539 642 |
539 955 |
– 43 720 |
496 235 |
2.6 |
Effectieve humanitaire hulp |
219 267 |
229 952 |
21 000 |
250 952 |
Ontvangsten |
1 165 |
1 165 |
0 |
1 165 |
|
2.10 |
Doorberekening Defensie diversen |
165 |
165 |
|
165 |
2.50 |
Restituties contributies |
1 000 |
1 000 |
|
1 000 |
Uitgaven
Artikel 2.3
Dit betreft een verhoging van EUR 6,4 miljoen met name vanwege een eerder dan verwacht betaalverzoek van de IAEA.
Artikel 2.5
De verlaging met EUR 43,7 miljoen is een saldo. De verlaging wordt in belangrijke mate veroorzaakt door vertraging in het UNICEF-programma Education in Emergencies en teruggave op landenprogramma’s voor wederopbouw in Zuid-Soedan, Afghanistan en Soedan. Tevens zijn er teruggaves op landenprogramma’s goed bestuur (m.n. Suriname, Bolivia, Mozambique). Daarnaast zijn de uitgaven voor het Stabiliteitsfonds ODA verhoogd, vanwege de betaling van de tweede termijn voor de tender Ontmijning. Tevens draagt Nederland bij aan de ondersteuning van het Transitional Solutions Initiative, een samenwerkingsverband van UNHCR, UNDP en Wereldbank voor het verbeteren van de overgang van een noodhulpsituatie naar een meer op ontwikkeling gerichte, permanente status van vluchtelingen.
Artikel 2.6
Dit artikel kent een verhoging van EUR 21 mln vanwege noodhulp aan Zuid-Soedan, Syrië en de Palestijnse gebieden.
Beleidsartikel 3
Beleidsartikel 3 Europese samenwerking Bedragen in EUR 1 000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|
---|---|---|---|---|---|
2012 |
2012 |
2012 |
2012 |
||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (2+3) |
||
Verplichtingen |
7 353 602 |
7 301 635 |
– 749 435 |
6 552 200 |
|
Uitgaven: |
|||||
Programma-uitgaven totaal |
7 526 717 |
7 474 607 |
– 781 407 |
6 693 200 |
|
3.1 |
Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt |
7 340 042 |
7 288 075 |
– 749 724 |
6 538 351 |
3.2 |
Een effectief, efficient en cohorent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden |
173 115 |
173 115 |
– 32 115 |
141 000 |
3.3 |
Een hechtere Europese waardengemeenschap |
9 700 |
9 557 |
432 |
9 989 |
3.4 |
Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 27 |
3 860 |
3 860 |
3 860 |
|
Ontvangsten |
620 347 |
620 347 |
16 402 |
636 749 |
|
3.10 |
Perceptiekostenvergoedingen |
620 347 |
620 347 |
16 402 |
636 749 |
3.30 |
Restitutie Raad van Europa |
|
0 |
0 |
Uitgaven
Artikel 3.1
De meevaller van EUR 749,7 mln aan de uitgavenkant is het gevolg van nieuwe macro-economische cijfers onder invloed waarvan de Nederlandse afdrachten aan de Unie zijn gedaald en nieuwe realisatiecijfers van de geinde douanrechten. Tevens is de voorziening die bij Miljoenennota was genomen ter dekking van een additionele rekening die de Commissie had aangekondigd grotendeels komen vrij te vallen, omdat de Raad en het Europees Parlement geen overeenstemming konden bereiken over de hoogte van de rekening. Tenslotte vindt in december een verrekening plaats van de afdrachten 1995–2011, onder invloed van statistische correcties op de btw- en bni-grondslagen.
Artikel 3.2
De verlaging van EUR 32,1 mln hangt samen met de lagere afroep van het EOF, waardoor de NL bijdrage is verlaagd, deels waar het conditionele hulp betreft in gebieden waar mensenrechtenschendingen plaatsvinden.
Ontvangsten
De meevaller van EUR 16,4 mln aan de ontvangstenkant hangt samen met de mutatie op de douanerechten aan de uitgavenkant. Nederland ontvangt 25% van de afgedragen invoerrechten terug als perceptiekostenvergoeding.
Beleidsartikel 4
Beleidsartikel 4 Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede Bedragen in EUR 1 000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|
---|---|---|---|---|---|
2012 |
2012 |
2012 |
2012 |
||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (2+3) |
||
Verplichtingen |
1 006 398 |
1 594 531 |
149 374 |
1 743 905 |
|
Uitgaven: |
|||||
Programma-uitgaven totaal |
881 135 |
780 234 |
48 037 |
828 271 |
|
4.1 |
Voedselzekerheid |
218 907 |
242 033 |
56 646 |
298 679 |
4.2 |
Effectief armoedebeleid van ontwikkelingslanden |
317 833 |
182 888 |
21 658 |
204 546 |
4.3 |
Private sector ontwikkeling |
337 735 |
348 503 |
– 29 857 |
318 646 |
4.4 |
Effectieve Nederlandse handels- en investeringsbevordering |
6 660 |
6 810 |
– 410 |
6 400 |
Ontvangsten |
20 136 |
25 336 |
0 |
25 336 |
|
4.20 |
Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen |
20 136 |
25 336 |
0 |
25 336 |
Verplichtingen
De verhoging van EUR 149 mln is een saldo van verhogingen en verlagingen. Het gaat om een verhoging ten behoeve van het speerpunt voedselzekerheid, met name vanwege aangegane verplichting GAFSP (Global Agriculture and Food Security Program), nog aan te gane verplichting MASSIF+ (Micro and Small Enterprise Fund plus) en GAIN (Global Alliance for Improved Nutrition), en verplichtingen voor het PPP-Fonds Private Sectorontwikkelingen voedselzekerheid. Ook is er een verhoging vanwege verlenging van de verplichtingen met UNDP en UNICEF voor twee jaar. Tot slot wordt een garantieverplichting verwacht voor de CEB (Council of Europe Development Bank). Verlagingen zijn er met name op het terrein van Private sectorontwikkeling.
Uitgaven
Artikel 4.1
Betreft verhogingen op gebied van voedselzekerheid: versnelling van het GAFSP (Global Agriculture and Food Security Program) en het nieuwe programma MASSIF+ (Micro and Small Enterprise Fund plus). Daarnaast betreft het een verhoging in de uitgaven ten behoeve van CGIAR (Consultative Group on International Agricultural Research) en ASAP (Association of Small African Projects).
Artikel 4.2
De negatieve BNP-aanpassing die op dit subartikel stond geparkeerd, is deels verdeeld over andere artikelen. Daarnaast verlaging vanwege vervallen algemene begrotingssteun aan Mali en opschorting van de verdragsmiddelen voor Suriname.
Artikel 4.3
De verlaging van EUR 29,9 mln is een saldo. Er is een verhoging vanwege de intensivering van het IFC Global Trade Liquidity Program (GTLP). Daarnaast zijn er verschillende verlagingen. De ontwikkelfase van ORIO-projecten loopt langzamer dan verwacht. Tevens is er vertraging in de uitvoeringsfase vanwege lokale aanbestedingstrajecten. Ook de aanloopfase van de Transitiefaciliteit had meer tijd nodig dan voorzien. Dit geldt ook ten aanzien van innovatieve financiering. Tot slot waren er teruggaves op het ondernemingsklimaatprogramma op de posten (o.a. Rwanda, Mali, Ghana). Het programma PSI (het Private Sector Investeringsprogramma, gericht op de ondersteuning van vernieuwende investeringsprojecten in opkomende markten) kent een neerwaartse bijstelling omdat het aantal gestarte projecten lager is dan aanvankelijk begroot.
Beleidsartikel 5
Beleidsartikel 5 Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling Bedragen in EUR 1 000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|
---|---|---|---|---|---|
2012 |
2012 |
2012 |
2012 |
||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (2+3) |
||
Verplichtingen |
1 110 031 |
853 802 |
– 172 006 |
681 796 |
|
Uitgaven: |
|||||
Programma-uitgaven totaal |
1 088 142 |
1 123 322 |
13 523 |
1 136 845 |
|
5.1 |
Goed onderwijs, goed opgeleide bevolking en capaciteit voor onderzoek en innovatie voornamelijk ten behoeve van de beleidsprioriteiten |
238 656 |
236 656 |
5 543 |
242 199 |
5.2 |
Versterking van het maatschappelijk middenveld in ontwikkelingslanden |
473 788 |
473 808 |
2 145 |
475 953 |
5.3 |
Gelijke rechten en kansen voor vrouwen |
39 000 |
42 000 |
– 457 |
41 543 |
5.4 |
Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van hiv/aids |
336 698 |
370 858 |
6 292 |
377 150 |
Verplichtingen
De verlaging van de verplichtingenstand is een saldo van verhogingen en verlagingen. De verlaging hangt met name samen met het feit dat de verplichting voor de uitvoering van het nieuwe programma NICHE/NFP pas in 2013 zal worden aangegaan en het feit dat er voor UNFPA in tegenstelling tot de planning tweejarige committeringen in plaats van driejarige committeringen zijn aangegaan. De verhoging hangt samen met de start van de SRGR-tender.
Uitgaven
Artikel 5.4
De verhoging betreft een saldo. Er is een verhoging vanwege een gewijzigd betaalschema voor de Global Alliance for Vaccines and Immunisation (GAVI) en een hogere liquiditeitsbehoefte voor het Health Insurance Fund (HIF). Hier tegenover staan verlagingen op de landenprogramma’s gezondheid Tanzania, Suriname, Mali, Mozambique. Daarnaast bleek er een lagere liquiditeitsbehoefte bij het KPF Aidsfonds.
Beleidsartikel 6
Beleidsartikel 6 Duurzaam water- en milieubeheer Bedragen in EUR 1 000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|
---|---|---|---|---|---|
2012 |
2012 |
2012 |
2012 |
||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (2+3) |
||
Verplichtingen |
591 027 |
686 464 |
113 095 |
799 559 |
|
Uitgaven: |
|||||
Programma-uitgaven totaal |
430 620 |
414 816 |
– 48 023 |
366 793 |
|
6.1 |
Duurzaam milieugebruik wereldwijd |
249 219 |
234 459 |
– 16 378 |
218 081 |
6.2 |
Efficient en duurzaam watergebruik, veiliger delta's en stroomgebieden en verbeterde toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen in ontwikkelingslanden/partnerlanden |
181 401 |
180 357 |
– 31 645 |
148 712 |
Verplichtingen
De stijging van het verplichtingenniveau vindt met name plaats op het gebied van integraal waterbeheer, drinkwater en sanitaire voorzieningen. Er wordt in 2012 o.a. een verplichting aangegaan voor een bijdrage aan UNICEF voor een programma verbeterde water- en sanitaire diensten voor de bewoners van negen landen in West en Centraal Afrika. Tevens is het plafond voor de eerste ronde Fonds Duurzaam Water verhoogd. Daarnaast is – naast de 2e tranche -ook de 3e tranche van het Global Environment Fund (GEF) in 2012 verplicht en betaald, waardoor Nederland weer voldoet aan het standaard Wereldbank-betalingsschema. Tot slot is er een verlaging van de verplichtingen op de landenprogramma’s op het gebied van integraal waterbeheer, drinkwater en sanitaire voorzieningen, met name in Bangladesh, Benin, Indonesië en Mozambique.
Uitgaven
Artikel 6.2
De daling met EUR 31,6 mln wordt met name verklaard doordat de landenprogramma’s op gebied van duurzaam waterbeheer lager uitvallen dan geraamd. Het gaat hierbij om projecten in Indonesië, Jemen, Mozambique, Bangladesh en Benin.
Beleidsartikel 7
Beleidsartikel 7 Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer Bedragen in EUR 1 000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|
---|---|---|---|---|---|
2012 |
2012 |
2012 |
2012 |
||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (2+3) |
||
Verplichtingen |
25 014 |
24 964 |
2 874 |
27 838 |
|
Uitgaven: |
|||||
Programma-uitgaven totaal |
25 014 |
24 964 |
2 984 |
27 948 |
|
7.1 |
Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland |
14 809 |
14 809 |
– 260 |
14 549 |
7.2 |
Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren |
10 205 |
10 155 |
3 244 |
13 399 |
Ontvangsten |
39 450 |
39 450 |
0 |
39 450 |
|
7.10 |
Consulaire dienstverlening |
39 450 |
39 450 |
|
39 450 |
Verplichtingen
De toename van het verplichtingenbudget hangt samen met de stijging van de uitgaven zoals hieronder beschreven.
Uitgaven
Artikel 7.2
De verhoging van het budget wordt veroorzaakt door een beleidsintensivering van EUR 3,2 mln die voortvloeit uit het regeerakkoord Rutte-I op de onderwerpen terugkeer en (versterking van de) bescherming van vluchtelingen in de regio van herkomst.
Beleidsartikel 8
Beleidsartikel 8 Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland Bedragen in EUR 1 000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|
---|---|---|---|---|---|
2012 |
2012 |
2012 |
2012 |
||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (2+3) |
||
Verplichtingen |
46 019 |
52 768 |
1 454 |
54 222 |
|
Uitgaven: |
|||||
Programma-uitgaven totaal |
81 892 |
82 639 |
– 3 755 |
78 884 |
|
8.1 |
Grotere buitenlandse bekendheid met de nederlandse cultuur |
20 418 |
18 418 |
– 2 026 |
16 392 |
8.2 |
Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland |
17 775 |
20 403 |
– 1 527 |
18 876 |
8.3 |
Vergroten van begrip en/of steun voor Nederlandse zienswijze, standpunten en beleid in het buitenland en het versterken van het draagvlak in eigen land voor het buitenlandbeleid |
43 699 |
43 818 |
– 202 |
43 616 |
Ontvangsten |
790 |
790 |
0 |
790 |
|
8.30 |
Doorberekening Defensie diversen |
790 |
790 |
790 |
Uitgaven
Artikel 8.1
De verlaging van EUR 2 mln betreft de contributie UNESCO 2012, deze is in 2011 betaald.
Beleidsartikel 9 Geheim
Artikel 9 Geheim Bedragen in EUR 1 000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|
---|---|---|---|---|---|
2012 |
2012 |
2012 |
2012 |
||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (2+3) |
||
Verplichtingen |
pm |
44 |
620 |
664 |
|
Uitgaven |
pm |
69 |
451 |
520 |
Geheim
Beleidsartikel 10 Nominaal en onvoorzien
Verplichtingen en Uitgaven
De verlaging betreft de overboeking van prijsbijstelling naar artikelen op diverse begrotingen ad EUR 11,5 miljoen. Daarnaast werd het artikel verlaagd met EUR 1,6 miljoen als gevolg van een neerwaartse bijstelling van de inflatieraming (pBBP) door het CPB.
Beleidsartikel 11 Algemeen
Artikel 11 Algemeen Bedragen in EUR 1 000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|
---|---|---|---|---|---|
2012 |
2012 |
2012 |
2012 |
||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)= (2+3) |
||
Verplichtingen |
730 691 |
695 733 |
82 229 |
777 962 |
|
Uitgaven: |
739 203 |
731 201 |
40 222 |
771 423 |
|
Apparaatsuitgaven |
739 203 |
731 201 |
40 222 |
771 423 |
|
Ontvangsten |
58 626 |
58 626 |
0 |
58 626 |
|
Diverse ontvangsten |
58 626 |
58 626 |
58 626 |
||
Koersverschillen |
0 |
0 |
Verplichtingen
De stijging van het verplichtingenbudget hangt samen met de stijging van de uitgaven zoals hieronder beschreven inclusief de gevolgen van de koersontwikkeling van de Euro ten opzichte van andere valuta. Ook is het convenant met het ministerie van Defensie inzake beveiliging hoog risicoposten verlengd tot en met 2014. Hierdoor is de stijging van het verplichtingenbudget groter dan de de stijging van de uitgaven.
Uitgaven
Het betreft hier een saldo van diversie mutaties, inclusief de gevolgen van de ontwikkeling van de koers van de Euro ten opzichte van andere valuta (koersverlies). De koersverschillen ontstaan doordat een deel van de betalingen in buitenlandse valuta plaatsvindt. Er is een verlaging op personeelskosten die in belangrijke mate het gevolg is van een lagere bezetting van uitgezonden en lokaal personeel op de posten. Tevens zijn de gemiddelde loonkosten van lokaal personeel lager dan verwacht.
Er is een stijging van uitgaven vanwege een versnelling van de modernisering van de ICT. Ook zijn er incidenteel hogere kosten vanwege het verhuizen van onderdelen van het ministerie naar het hoofdpand, wat op termijn tot besparingen zal leiden. De verhoging van de BTW en de nieuwe schoonmaak-cao hebben eveneens geleid tot een stijging van de uitgaven. Tot slot vindt er een overheveling plaats naar OCW van EUR 2,5 mln.