Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2013
Inleiding
Tijdens de behandeling van de omroepdistributiewetgeving in het voorjaar van 2013 heeft uw Kamer een amendement en een motie Van Dam/Huizing aangenomen over de distributie van (interactieve) televisiediensten.1
Ik heb hieraan dit najaar uitvoering gegeven langs dezelfde drie lijnen als beschreven in mijn brief van 10 juni 2013.2 Daarbij gaat het om de technische, economische en juridische aspecten van de distributie van (interactieve) televisiediensten. In deze brief schets ik het traject dat ik heb ingezet. Ook vertel ik u waarom het opstellen van een inhoudelijke reactie iets meer tijd kost dan verwacht.
Het «rode knop» traject
De motie Van Dam/Huizing verzoekt de regering het overleg tussen omroepen en pakketaanbieders te stimuleren en hierover voor het einde van 2013 de Kamer te informeren. Ook wordt de regering verzocht per 1 januari 2014 een ministeriële regeling in werking te laten treden voor mensen met een beperking zoals ondertiteling en gesproken ondertiteling. Indien er geen overeenstemming over de doorgifte van andere interactieve diensten wordt bereikt, wordt de regering verzocht deze diensten per ministeriële regeling van doorgifte te verzekeren, behoudens eventuele strijdigheid met het Europese recht. Ik ga eerst in op het traject dat ik dit najaar heb ingezet.
Halverwege augustus heb ik dertien marktpartijen per brief opgeroepen met elkaar de onderhandelingen over de doorgifte van interactieve televisiediensten aan te gaan. Daarbij heb ik deze partijen verzocht mij op 15 oktober 2013 over de voortgang van de onderhandelingen te informeren. Daarnaast heb ik in dezelfde brief de marktpartijen gevraagd om op 1 oktober 2013 een position paper aan te leveren. Met dit paper heeft elke partij de gelegenheid gehad zijn gezichtspunten naar voren te brengen. Tevens heb ik de partijen gevraagd om bij dit paper een aantal vragen te beantwoorden. De aangeschreven partijen waren SBS, RTL, FOX, NPO, UPC, KPN, Ziggo, M7 Group (Canal Digitaal), Vodafone, LG, Samsung, TP Vision (Philips) en het HbbTV Forum Nederland. Uiteindelijk heb ik negen position papers ontvangen. Ook ben ik vertrouwelijk op de hoogte gesteld van de voortgang in de onderhandelingen.
In oktober 2013 heeft TNO deze position papers geanalyseerd. Op basis van de position papers, de voortgang in de onderhandelingen en de analyse van TNO heb ik half november 2013 een rondetafelgesprek georganiseerd. Hierbij waren tien marktpartijen, TNO, EZ en OCW aanwezig. Op basis van de position papers en het rondetafelgesprek levert TNO binnenkort een rapport op over de distributie van interactieve televisiediensten. TNO zal daarbij vooral ingaan op de technische en economische vraagstukken zoals deze door de marktpartijen naar voren zijn gebracht. Daarbij heb ik TNO gevraagd een aantal zaken technisch te toetsen en onderzoek te doen naar het bereik van de verschillende doorgiftemethoden. Parallel aan dit traject is gedegen naar de juridische aspecten van dit onderwerp gekeken.
Vertraging
Het hierboven beschreven traject kent vele uitdagingen, vooral op technisch en juridisch vlak is er veel werk verzet en nader onderzoek verricht. TNO heeft – na nieuwe inzichten – begin december nog aanvullende vragen gesteld aan de marktpartijen. Ook de juridische analyse neemt vanwege de Europeesrechtelijke complexiteit van het onderwerp meer tijd in dan voorzien. Op basis van dit advies kan worden bepaald wat de globale reikwijdte is die het Europese recht biedt voor de doorgifte van (interactieve) televisiediensten. Tevens hebben een aantal marktpartijen tijdens het rondetafelgesprek gezegd iets langer de gelegenheid te willen hebben om met elkaar de gesprekken te voeren. Omdat dergelijke diensten vaak onderdeel uitmaken van een breder pakket waarover onderhandeld wordt, heeft dit meer voeten in de aarde.
Conclusie
Dit alles leidt ertoe dat het helaas niet mogelijk is gebleken om uw Kamer voor het einde van dit jaar inhoudelijk te informeren. Aangezien de ministeriële regeling nauw samenhangt met het juridische kader kan ik u deze ook niet sturen. Een van de vragen betreft bijvoorbeeld de reikwijdte van een doorgifteverplichting en de implicaties ervan op technisch en commercieel vlak. Er is al een groot aantal vragen beantwoord, maar gelet op de technische en juridische complexiteit van dit onderwerp en de aanzienlijke commerciële belangen die daarbij op het spel staan, heb ik ervoor gekozen om de zorgvuldigheid in dit geval te laten prevaleren boven de snelheid.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en zeg u toe in maart 2014 schriftelijk te informeren over de uitkomsten van het rode knop traject en de gevraagde ministeriële regeling.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker