Ontvangen 16 april 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 7, tweede lid, vervalt telkens: gezamenlijk.
II
Artikel 7, derde lid, komt te luiden:
3. De boete dan wel de rentedervingskosten voor de provincies, gemeenten, respectievelijk waterschappen worden ten laste gebracht van de individuele provincies, gemeenten respectievelijk waterschappen.
Dit amendement creëert de mogelijkheid om de sanctie voor medeoverheden ten laste te brengen van individuele decentrale overheden. Bij een individuele sanctie hebben decentrale overheden een grotere financiële prikkel om niet bij te dragen aan overschrijding van de tekortnorm, dan wanneer deze sanctie ten laste komt van het collectief. Ook worden decentrale overheden die niet hebben bijgedragen aan de overschrijding van de tekortnorm, dan niet onterecht gestraft. Overigens blijft de mogelijkheid bestaan om de sanctie desgewenst ten laste te brengen van alle individuele decentrale overheden gezamenlijk.
Via dit amendement wordt het wetsvoorstel tevens in overeenstemming gebracht met de Nota naar aanleiding van het verslag. Daarin stelt de minister van Financiën dat er voor gekozen is, in overleg met de vertegenwoordigers van de decentrale overheden, om de wijze waarop de sanctie wordt omgeslagen open te houden en te bezien op het moment dat een sanctie aan de orde is. Dit betekent dat ten minste de mogelijkheid moet bestaan om de sanctie op te leggen aan individuele decentrale overheden. Dat is in het oorspronkelijke wetsvoorstel niet het geval. Een verlaging van de algemene uitkering van het gemeente- of provinciefonds, vanwege overschrijding van de EMU-tekortnorm, kan op grond van artikel 8, lid 1 van de Financiële-verhoudingswet niet ten laste worden gebracht van individuele gemeenten, respectievelijk provincies. Overschrijding van de EMU-tekortnorm is namelijk geen kenmerk dat als onderdeel van de verdeelsystematiek van het gemeente- en provinciefonds gehanteerd kan worden.
Koolmees