Ontvangen 2 november 2012
De ondergetekende stelt het volgende subamendement voor:
Het amendement van de leden Harbers en Plasterk (stuk nr. 5) wordt als volgt gewijzigd:
Na onderdeel III wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
IIIa
Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
K
In artikel 10b.1, tweede lid, wordt «Artikel 3.13, eerste lid, onderdeel j, vervalt» vervangen door: De artikelen 3.13, eerste lid, onderdeel j, en 8.12 vervallen.
Op grond van dit subamendement wordt aan de in het amendement van de leden Harbers en Plasterk1 opgenomen werkbonus een horizonbepaling verbonden, op grond waarvan de werkbonus behoudens nadere wetgeving per 1 januari 2018 vervalt.
De indiener sluit hiermee aan bij de fiscale agenda van staatssecretaris Weekers2, waarin beschreven wordt dat het voor de hand ligt een horizonbepaling op te nemen voor de duur van de regeling voor zover grondslagversmallers en heffingskortingen het karakter hebben van een belastinguitgave. Tegen het verstrijken van de horizonbepaling in 2018 kan opnieuw een afweging gemaakt worden of aan de werkbonus opnieuw prioriteit wordt gegeven.
Dijkgraaf